|
|
weblog
archief februari 2011
terug naar het bewijs »
25-2-11
Vliegt
Het was dan wel niet echt lekker weer, echt slecht was het nou ook weer
niet en een beetje frisse lucht deed wonderen, soms. Dus daar liepen ze,
zijn vrouw en de man. In de duinen, met hun jongens. Lekker in de natuur.
Stevig gearmd, met ferme stap en een tevreden blos op de wangen. Hun
jongens, met stokken en takken, zwermden en gonsden om hen heen, als
altijd verwikkeld in ieder een eigen monoloog en een eeuwigdurend
onduidelijk spel zonder begin of eind, of regels.
Daar liep hun oudste voor ze uit, met even ook iets van een stoer en
achteloos loopje, een stok over zijn schouder. En allebei zagen ze het
maar weer eens.
Wat wordt ie al groot, stootten ze elkaar aan, vertederd ook. Moet
je nou toch eens zien. Moet je nou toch eens kijken. Onze kleine jongen.
Onze grote knul.
De puber die hij ging worden, straks, stak er al aan alle kanten
meedogenloos doorheen. Daar was al helemaal niks meer aan te doen. Dat
viel niet meer tegen te houden.
En de man bedacht, ook niet voor het eerst, dat als hij nog van zijn
kleine jongen wilde genieten, en dat wilde hij, hij het beter nu kon doen.
Zo vaak mogelijk. Nu het af en toe nog kon. Kijk maar, naar dat schattige,
hoekige huppeltje dat hij er nu opeens weer ingooide. Luister maar, naar
dat rare zelfverzonnen liedje, dat hij zomaar schaamteloos luidkeels liep
te zingen.
Met tranen achter zijn ogen dat alles maar voorbijging, pakte de man
zijn jongen maar eens beet.
En verdomd als het niet waar was, dat ging dus ook alweer bijna onhandig.
3-2-11
Sneeuwbeer
Zijn vrouw had een voornaam etentje vanavond, en de man móest óók de
deur uit. Hun jongens zouden dus even alleen thuis blijven, en voor
zichzelf zorgen. Ze moesten om half negen naar bed, had papa gezegd, en
ja, ze móchten nog even op de computer, maar níet op internet. Ze
mochten anders óók een dvd-tje kijken.
Wat werden ze toch al groot, dacht de man, terwijl hij de deur achter
zich dichttrok. Dat hij ze al zo zonder zorgen alleen kon laten. Wat
ging het toch hard allemaal.
En omdat hij naar een voorlichtingsavond van de toekomstige middelbare
school van zijn oudste ging, werd dat gevoel er die avond niet beter op.
Over afstromen en opstromen, was het gegaan. En doorstromen, niet te
vergeten. Levo, nas en wiskunde. Engels, frans en duits. Over workshops
opvoeden en het puberbrein en thema-avonden drugs en alcohol.
Het ging beslist erg hard allemaal, dacht de man, toen hij weer naar huis
terug fietste. Wat werden ze toch groot. Thuis trof hij zijn toekomstig
puberbrein, zijn aanstaand middelbaar scholier, gelukkig nog wel innig
tevreden slapend met zijn trouwe lievelingsknuffel tegen zijn borst
gedrukt.
|
|
|