|
|
weblog
archief november 2010
terug naar het bewijs »
23-11-10
Madido
Het was zondagavond. Het verjaardagsfeest voor zijn jongste zoon was net
afgelopen, de cadeautjes waren uitgepakt, de taart en de soep waren op en
de laatste gast was juist weer naar huis vertrokken, de deur was koud in
het slot gevallen, toen zijn oudste zoon aankondigde zich niet zo lekker
te voelen. Zijn buik deed raar en zijn keel deed pijn en misschien moest
hij wel overgeven. Normaalgesproken had de man dan al vrij snel besloten
zijn jongen dan dus maar lekker thuis te houden, de volgende dag, en er
een geneeskrachtig loom maandagje van te maken. Met veel kopjes koffie,
bekertjes karnemelk en met een dekentje op de bank.
Maar ja.
Door zijn eigen dikke schuld was de man nu dus, toch ook wel weer een
beetje onverwacht, in zo’n modern gezin terechtgekomen waar dat
eigenlijk niet zo heel erg goed meer uitkwam, een kind dat misschien wel
een beetje ziek was, maar misschien ook wel niet. De man was nu immers een
madidoman, en die moest gewoon naar zijn werk, op maandagochtend.
Omdat het emmertje naast zijn bed gelukkig leeg was gebleven, hij de
hele nacht als een roos had geslapen en hij zich de volgende ochtend nog
wel een beetje raar maar toch ook wel íetsjes beter zei te voelen, hadden
zijn vrouw en de man dan maar besloten dat hij het maar gewoon moest
proberen op school, en dat als het echt helemáál niet ging, hij maar
naar huis moest komen en dat papa dan ’s middags al weer thuis was.
En al had de man ergens ook wel het idee dat het wel mee zou vallen, dat
hij eenmaal op school de dag wel vol zou maken, toch vertrok hij met
bezwaard gemoed en bedrukt gezicht naar zijn werk.
Hoe had het zover kunnen komen? Vroeg hij zich af. En in zo’n korte
tijd.. Vónd hij dan niet dat zijn kinderen áltíjd belangrijker waren
dan wát voor werk dan ook? Zoals hij altijd gedacht had? Dat hij er
altijd moest zíjn voor zijn kinderen, zoals al die jaren hiervoor?
Het koor hoorde hij trouwens ook al honen, dat hij, verwend prinsesje, nu
dus zelf eens meemaakte wat voor hen, hardwerkende moeders en vaders,
al járen de gang van zaken was.
Maar toen zijn zoon hem halverwege de ochtend belde, op zijn werk, om te
melden dat hij zich toch écht helemaal niet lekker voelde en maar naar
huis was gegaan, waar hij nu dus zat, in zijn eentje, terwijl de man niet
eerder dan twee uur later pas thuis kon zijn, vroeg hij zich toch
werkelijk serieus een beetje af of hij wel de goede beslissing had
genomen.
15-11-10
Debuut
Jarenlang was de man vooral zo’n beetje thuisgebleven. Eerst om voor
zijn dochter te zorgen en daarna met zijn jongens onder zijn vleugels.
Luiers, rompertjes, potjes. Boterhammetjes, bekertjes melk. Leren lopen,
leren fietsen, leren lezen. Een veilige jeugd bij papa thuis. Heen en weer
naar school en weer terug, en naar zwemles en muziekles en vriendjes en
vriendinnetjes. En altijd de was en de afwas en het boodschappenlijstje.
Aanrecht, fornuis en stofzuiger. Het groot en klein achterstallig
onderhoud, de verbouwing, niet te vergeten. En al die tijd hadden zijn
gesprekspartners op verjaardagen en feestjes verheerlijkt gezucht dat zij
dat óók wel zouden willen, lekker de hele dag thuis. Lekker niks doen.
Dus nu hij een tijdje terug dan een baantje had aangenomen, omdat zijn
jongens nu eenmaal wat groter waren geworden, en het toevallig op zijn pad
was gekomen, een baantje voor drie halve dagen, zou hij dáár in elk
geval wel vanaf zijn.
Had hij zo gedacht.
Maar nee hoor, las hij nu weer elke dag in de krant. Nu was hij weer een
madidoman. En een verwend prinsesje.
Nou.
Hij ging maar eens op zoek naar zijn kanten jurkje.
En zijn diadeempje.
|
|
|