weblog archief augustus 2010                        terug naar het bewijs »


31-8-10

Erelid
Kwam de man terug van vakantie, bleek er achter zijn rug om een club van slechte huisvrouwen te zijn opgericht. Door vrouwen, echtgenotes en moeders die het allemaal niet per se zo perfect hoefden, met het huishouden. Omdat er leukere en belangrijkere dingen te doen waren dan kloppen en vegen en zuigen. Dat de kortste weg lang genoeg was, wat dat betreft.
Duh!
De man had dat, als huisman, al meer dan twintig jaar als motto. Het werd tóch weer vies, dacht hij altijd maar, en dat was ook zo. Alleen had hij dat nooit durven zeggen, als man. Als man deed je het toch al nooit goed, als het om zorgen en huishouden ging. Mannen kónden dat niet, was namelijk eeuwenlang de door vrouwen uitgemaakte zaak. Mannen zágen de dingen niet. Ze bedoelden het misschien wel goed, maar ze rommelden maar wat aan, met een lapje en een bezem, en dan vonden ze het wel weer mooi. En tijd voor iets anders. Ze legden de lat te laag. Ze waren er gewoon niet geschikt voor, dat was het.
Generaties lang is mannen hierover een ernstig minderwaardigheidscomplex aangepraat.
En nu dan opeens de club van slechte huisvrouwen.
Kijk, de man vond het natuurlijk helemaal niet erg, dat vrouwen er nu dan eindelijk óók achter waren dat het allemaal zo’n vaart niet liep. Nee. Hartstikke leuk voor ze! Super! Maar ze moesten nou niet net gaan doen alsof ze dat zélf hadden uitgevonden. Met hun club.
Nee, het is bekend dat vrouwen er niet goed in zijn, maar het zou ze dus des te meer sieren, vond hij,  wanneer ze het op konden brengen nu dan ook eindelijk eens ruiterlijk toe te geven dat de man het dus ál die eeuwen inderdaad gewoon bij het rechte eind heeft gehad. Dat de man ze ook hierin is voorgegaan.

30-8-10

Redding
Zondagmiddag, was het. Zo’n echte zondagmiddag, uit de boekjes. Vadsig, lui en ongeschoren lag de man onderuit op de bank. Met een boek waar hij niet los van kwam. Verderop lag zijn vrouw, onderuit in een stoel, met haar eigen boek. Hun jongens waren naar een vriendje en buiten waaide de wind om het huis. En de regen tegen de ruiten.
Eigenlijk had hij wel andere plannen gehad voor vandaag. Voornemens ook, zoals dat gaat, zo vlak na de vakantie. Dan moet alles opeens weer eindelijk eens helemaal anders. De schouders onder dit en een punt achter dat. Méér zus en minder zo. Maar daar lag hij hoor, de hele zondag al, gezellig samen met zijn vrouw. En hij vond het wel best ook. Morgen was er weer een dag. Een maandag, nog maar liefst. Hij had zich zó aan kunnen sluiten bij de club van slechte huisvrouwen, als hij dáár tenminste niet óók al te beroerd voor was geweest. Opstaan was geen optie vandaag.
Behalve voor zijn vrouw blijkbaar, want die stond nou ineens in de keuken met veel misbaar een emmer vol water te laten lopen. Nee hè? Dat zou je net zien, kreeg ze uitgerekend nú weer een aanval van kippendrift. En ja hoor! Volkomen uit het niets had ze besloten nú nog, vér over de helft van de heerlijke zondagmiddag uit het boekje, haar zelfverzonnen klusje in de badkamer af te gaan maken. Het klusje waar ze ruim een half jaar eerder aan was begonnen en dat ze beter meteen tóen af had kunnen maken omdat dat spul tóen namelijk nog niet volledig uitgehard was.
Help, mijn vrouw helpt bij het klussen, zou ook best aardige televisie op kunnen leveren, bedacht de man.
Maar goed.
Nu lag hij dus niet lekker meer, met al die moeizame geluiden op de achtergrond. Dat geborstel en geschrob. Geploeter en gezwoeg. Gezucht en gesteun. Dat vadste voor geen meter. Daadkrachtig stond hij op van zijn bank, het boek maar even opzij. In de keuken legde hij een paar kaasjes op een bord, vulde wat schaaltjes met nootjes en olijven en zuks, en schonk twee royale glazen port.
Of ze even een borreltje kwam drinken, riep hij zoetgevooisd naar de badkamer.
Weer veilig terug in zijn bank en zijn boek hoorde hij tevreden spinnend hoe op de achtergrond in de keuken de emmer zo geruisloos mogelijk weer werd geleegd, de rubberen handschoenen uitgetrokken en met de borstels opgeborgen in het keukenkastje. Het klusje bewaard voor een andere keer. De zondagsrust hersteld.
En vanavond was er zomergasten op tv.