weblog archief maart 2009                        terug naar het bewijs »

26-3-09

In de praktijk
Lente of geen lente, hij stak wat somberend en mopperig in zijn vel, de laatste tijd. De man. Het zat hem dan ook niet zo erg mee, vond hij zelf. De dingen liepen niet bepaald zoals hij het graag zou willen. Allerlei afspraken waar hij zich op verheugde en voorbereidde werden al wekenlang steeds afgezegd en verschoven. Beloftes werden niet nagekomen, samenwerkingen waar hij misschien wel te veel van verwachtte liepen spaak, of stuk. Wat hij aanbood werd afgeslagen. Projekten kwamen op losse schroeven te staan, of kwamen niet goed van de grond. Nieuwe vriendschappen op de proef gesteld. Nee, de dingen liepen bepaald niet zoals hij het graag zou willen en het gepieker en getob vraten energie. Zijn motivatie voor wat dan ook naderde het nulpunt. Zijn vrouw zag het met lede ogen aan. Dat hij terug moest keren bij zichzelf, vond zij, als een echte vrouw. Dat hij zijn oren niet altijd naar ánderen moest laten hangen. Dat hij niet teveel moest stilstaan bij wat ánderen wel of niet van hem zouden verwachten, maar bij zichzelf moest nagaan wat híj nou eigenlijk wilde. Of niet wilde. En zijn éigen keuzes maken. Zijn vrouw hield van hem. En ze had natuurlijk gelijk. Of hij de afwas ging doen of de kinderen naar bed zou brengen, vroeg zij de man daarna. Zo waren de taken in huis na het eten namelijk verdeeld, de één deed de afwas, de ander de kinderen naar bed. En ze vroeg het voor de vorm, want meestal deed de man de afwas. Dan had zijn vrouw, dacht hij, óók haar moment met hun jongens. Maar vandaag besloot hij de wijze raad die hij juist van zijn vrouw had gekregen meteen in de praktijk de brengen. En zich af te vragen wat hij zélf nou eigenlijk wilde. Hij koos ervoor de jongens naar bed te brengen. Maar zó, begreep hij al snel, had zijn vrouw het niet bedoeld.

23-3-09

Zo dochter
Zijn dochter had een nieuwe kamer gevonden. Haar derde, sinds ze op zichzelf woonde. Een studentenkamer in een echt, gezellig studentenhuis, was het deze keer. Zó in het oude centrum van de stad, en niet, zoals hiervoor, in een mistroostige flat in een nabijgelegen suffe slaapgemeente of een kunststof container op de campus. Nee, het was een écht húis, met échte, houten trappen en hoge ramen en niet zo nieuw allemaal. Aan een statige laan in een gezellige buurt met winkels en eethuisjes en leven in de brouwerij. Zo’n echt oud herenhuis, was het. Dus of papa een weekendje wilde komen helpen de boel een beetje op te knappen. Nou, dat wilde papa wel dus met een tas vol kwasten en kwastjes, zijn tandenborstel en zijn kluskloffie had hij de trein naar de randstad genomen. Zijn neiging tot perfectionisme, die zijn eigen verbouwingen altijd zo ophield, had hij wijselijk besloten thuis te laten. Het was tenslotte de kamer van zijn dochter dus het zou volgens háár normen gaan. Het zou hém niet gebeuren dat hij haar zou overdonderen en overschaduwen met torenhoge eisen aan precisie en afwerking en fundamentalistisch gemiereneuk op de vierkante millimeter. Zoals zíjn vader bij hem destijds de lol had bedorven. Dus als er geen plamuurmes voorhanden was, smeerde hij de gaten in de muur wel met het pannenkoekmes uit de gemeenschappelijke keuken dicht. Als zijn dochter de plintjes gewoon met latex met de muur mee wilde schilderen, rakelings langs het zeil, zou de man ze niet eerst gaan schuren en plamuren en hoogglanslak toch mooier vinden. Als zijn dochter het rijkgeprofileerde raamkozijn met één keer schilderen best goed gedekt vond, dan was dat zo. En hoefde het níet nóg een keer. Zo schoot het kamertje lekker op, met al dat loslaten, en raakte zijn dochter niet besmet met zijn zwaar overdreven normen. De man had het maar mooi voor elkaar. Zo af en toe kwam er ook een nieuwe huisgenoot binnenwaaien, om eens poolshoogte te nemen. Of zij álles hélemaal ging vérven?, vroegen die zijn dochter dan allemaal hogelijk verbaasd. En waarom de stopcontacten in hemelsnaam van de muur waren? En de spiegel? En zijn dochter legde dan uit dat ze de stopcontacten schoon wilde maken. En dat er zo ook geen verf op de spiegel kwam. Dat het zo veel mooier werd. Veel netter. En de man begreep dat het kwaad dus al geschied was. Dat dat al veel eerder geschied was.

18-3-09

In de val
Zo had hij zich deze dagen dan ook eindelijk eens gestort op zijn almaar uitdijend foto-archief. Hoewel archief een groot woord was voor de ongeorganiseerde bende die meer dan vijf jaar digitaal fotograferen inmiddels had opgeleverd. Zijn computer hield de boel godzijdank nog een beetje op chronologische volgorde maar verder was het de virtuele versie van een forse stapel schoenendozen. Allemaal leuk voor later ook weer, maar er moest wel nú iets mee gebeuren, vond de man, want anders werd het helemáál een klus waar hij nooit meer doorheen kwam en was het uiteindelijk allemaal voor niks vastgelegd. Of zijn computer gaf er de brui aan en crashte een ruim verleden op chronologische volgorde voor altijd de vergetelheid in. Om dat te voorkomen had hij dus in een vlaag van daadkracht een extern geheugen aangeschaft, voor zijn pc, om de hele boel geselecteerd en gerubriceerd op op te slaan, en nu ploegde hij zich dapper af en toe een uurtje door de honderden mapjes met duizenden foto's. Foto's van zijn jongens, van zijn vrouw, van zijn gezin. Het dagelijks leven en alles wat daar bij komt kijken. Feesten en partijen en alledaagse taferelen, om nooit te vergeten. Foto's van wandelingen, vakanties en familie-uitjes. Landschappen, stillevens, de tuin. Werkstukken. Plannen, ideeën en projekten. Eigenlijk was het best een leuk werkje, al die mooie en vrolijke herinneringen nog eens langs. Je zou er zomaar het gevoel van kunnen krijgen middenin een rijk en gelukkig leven te staan. Dus de man vroeg zich af waarom híj nou juist weer zo nodig mistroostig moest gaan zitten somberen over al dan niet gedane zaken. En de dingen die voorbijgaan.

14-3-09

Tjielptjielp
Met zijn handen diep in zijn zakken stond de man voor het raam, en keek de tuin in. Zijn jongens naar school gebracht lag de dag nu aan zijn voeten, maar doelloos stond hij daar. De tuin in te kijken. Met misschien zelfs zijn ziel wel onder zijn arm, wie zou het zeggen. Ook vandaag zou het er weer niet van komen, dat voelde hij nú al aan zijn water. En zo ging het dus al dagen. Weken, maanden, jaren. Zijn hele leven lang. Bah! Achterin de tuin was het trouwens een drukte van belang zag hij. Luid tjilpend en tjielpend hipten en tripten en vlogen de meesjes en de musjes af en aan en op en neer. Dat vond de man dan altijd wel weer leuk om naar te kijken, al dat vrolijke en onbekommerde gedoe van de lente op komst. Tot hij de kat zag zitten, provisorisch verscholen achter het één of ander. Opeens realiseerde hij zich ook dat het gekwetter en getetter helemaal niet zo vrolijk en onbekommerd was als hij voor het gemak had aangenomen. De meesjes en de musjes hadden de kat natuurlijk allang in de gaten gehad. En nu hij wat beter keek zag de man ook pas wat er eigenlijk aan de hand was. Wat ze met hun verhit getwiet bedoelden. De vogeltjes sloegen geen alarm, wat de man aanvankelijk dacht, ze waarschuwden elkaar niet angstig voor de kat, nee, ze waren zelfs allerminst geďntimideerd.. ze scholden het kreng verrot. Ze veegden het mormel de vacht uit. Ze lieten de gluiperd verbaal alle hoeken van de tuin zien. En met succes ook nog want zie, daar droop het roofdier af, moedeloos op weg naar zijn plek op de kachel. De man zag het onder zijn neus gebeuren. Hij meende er zelfs vagelijk wel iets van een levensles in te ontwaren. Maar dáár had hij nu even geen zin in. Ze moesten het niet overdrijven, de vogeltjes.

11-3-09

(Herh)
Alweer een hele tijd geleden had de man eens meegewerkt aan een televisieprogramma, met zijn jongens. Later had hij daar nog een beetje spijt van gekregen maar toen hij zo gevraagd werd had hij het in zijn gestreelde ijdelheid te moeilijk gevonden om nee te zeggen. Ach ja. En zo was hij dan een dagje gefilmd, als huisman. Op de fiets van hot naar her, zijn jongste nog als peuter voorop, in het stoeltje, zijn oudste als verse kleuter verlegen aan zijn broek. Gezellig naar de kinderboerderij. Toevallig kwam het eigenlijk al lang en breed vergeten avontuur vanavond aan tafel ter sprake en zijn jongens waren onmiddellijk geďnteresseerd. Waren zíj op televisie geweest? En was daar een video van? Dát moesten ze zien. En zo zaten zijn vrouw en de man en hun jongens na het eten met z’n vieren op de bank naar een niet al te best tvprogramma van jaren geleden te kijken. Op de videoband die de man al die tijd had bewaard, omdat dat leuk was voor later. Zelf hadden zijn vrouw en de man nooit een videocamera aangeschaft dus wat bewegende beelden betreft was het nou eenmaal niet beter gesteld. Hun jongens, die dus ook niks gewend waren, vonden zichzelf opgetogen reuze vet schattig, als drentelende broekemannetjes. Dat viel heus wel onder leuk voor later inderdaad. En de man vond het natuurlijk óók erg aandoenlijk allemaal, dat gestudder in het rond van zijn eigen twee kleine jongens. Dat sprak vanzelf. Hij kreeg er gerust wel tranen van in de ogen. Maar dat was dan ook een klein beetje omdat later vandaag blijkbaar opeens was geworden. En dat kon hij om de één of andere reden niet echt leuk vinden.