weblog archief december 2007                        terug naar het bewijs »

20-12-07

Pinda pinda
Zo'n beetje met zijn jongste zoon had de man van de week, met stokken en stukjes hout, een kunstig vogelvoederobject in elkaar geknutseld, voor in de tuin. Het was een groot succes geworden bovendien, want de meesjes en de musjes, de roodborstjes en de vinkjes vlogen inmiddels onafgebroken af en aan. De spreeuwen bevochten elkaar met luidruchtige capriolen om de appeltjes en de merels liepen op de grond de kruimeltjes bij elkaar te hippen. De tuin was er een stuk vrolijker van geworden, vond ook zijn jongste zoon. En vanmiddag hadden zijn jongens de middag vrij, buiten was het te onaangenaam koud om er te spelen en vriendjes hadden zich niet gemeld, dus nu had de man een aardige vader-en-zonen-activiteit op stapel staan, dacht hij zo. Hij had vanmorgen een zak pelpinda's aangeschaft, uit zijn schuurtje haalde hij wat stukken electriciteitsdraad en wat tangen en ze gingen pindasnoeren maken, voor aan het kunstige vogelvoederobject. Dat was een héél stuk leuker dan zo'n kant-en-klaar-is-kees-netje uit de supermarkt, bedacht de man tevreden. Hij zag zich al helemaal zitten, met zijn zonen, gezellig aan tafel met een kopje thee. Buiten huilde de wind om het huis maar zij zaten bij de haard in volmaakte harmonie samen pinda's te rijgen. Dankzij het electriciteitsdraad zouden ze de snoeren uiteindelijk in leuke vormen kunnen buigen, ze aan het voederobject vastmaken en dan samen achter de tuindeuren stilletjes gehurkt een tijdje naar de vogeltjes zitten kijken. Zijn jongens vonden het ook een leuk idee. Zeker papa, héél leuk! Maar, wilde de jongste mede namens zijn broer wel meteen even weten, hoevéél pinda's moesten er dan precies aan zo'n snoer? Want ze wilden vanmiddag ook nog wel wat tijd overhouden om te spelen. Dus toen zijn zonen het na een kwartiertje trouwhartig pinda's rijgen juist wel mooi vonden, zo'n klein pindasnoertje, wilden ze ook heus nog wel even kijken hoe papa dat aan het voederobject vastprutste maar daarna stoven ze naar boven, op weg naar nieuwe avonturen met het pleemobiel brandweerschip van Sinterklaas. En zat de man in zijn eentje stilletjes gehurkt achter de tuindeuren naar de vogeltjes te kijken.

 

18-12-07

Cantique
Zóveel en zó vaak had de man de afgelopen weken gestudeerd en gerepeteerd, voor het eerste concert met zijn nieuwe zangvereniging, dat hij vanmorgen toen de wekker ging dacht dat hij wel zéér indringend een 'a' kreeg aangegeven. En in zijn laatste stukje droom had hij alweer ingezet.

 

11-12-07

Figuurzagen
Als huisvader was de man natuurlijk ook actief op de nieuwe school van zijn jongens. Als leesvader bijvoorbeeld. Maar als er eens gezongen of geknutseld moest worden, was hij daar ook best voor te porren. En omdat er, behalve bij het brengen en halen, nauwelijks andere vaders rondliepen, viel hij behoorlijk op tussen de moeders. Geëmancipeerd, vond hij dat wel. Vanochtend, terwijl de man in zijn hoekje zat te leesvaderen, waren er een eindje verderop in de gang twee moeders met de kinderen aan het figuurzagen geslagen. Van tevoren hadden ze hem wel gevraagd te komen helpen maar de man had het toch geëmancipeerder, roldoorbrekender gevonden dat de moeders het gewoon alleen uitzochten en hem lekker aan lieten leesvaderen, zoals altijd op dinsdagochtend. Nu hij ze echter zo hulpeloos zag aanmodderen, vanuit zijn oplettende ooghoeken, met te kleine stukjes hout en losschietende zaagjes, ongeduldige kinderen die geholpen wilden worden en smekende blikken in zijn richting, kon hij het toch niet laten. En schoot de moeders te hulp. Tot ieders opluchting. Hoewel de man de moeders dus níet zo geëmancipeerd vond. Na afloop van het knutseluurtje lieten de moeders een werktekening zien van een grote, gefiguurzaagde rendierenkop. Dat ze die hadden willen maken. Als voorbeeld voor de kinderen, en als versiering in de klas. Maar dat ze niet wisten hoe. Ze gingen er eens goed voor staan. Ze keken de man met warme blikken aan, knipperden eens extra met hun mooie bruine ogen en lachten met krullende lippen hun allerliefste lach. Wierpen hun lange haren zwierig in de nek, ontblootten de hals en het decolleté. En voor hij het wist liep de man naar buiten met een opgerolde werktekening in zijn tas. Om thuis zijn hele middag te besteden aan het figuurzagen van de mooiste rendierenkop aller tijden. Hoe geëmancipeerd was hij zelf eigenlijk?