het bewijs
weblog van een huisvader
......................

 


uit het dagelijks archief:
november 200
4

 

 

 

 

 

 

 

dinsdag 30
Omstebeurt
Er is veel waar papa's jongens zeer regelmatig ruzie over krijgen, en er is dus een heleboel dat om de beurt moet worden gedaan. Omstebeurt. Niet dat het helpt, want ruzie krijgen ze toch en eerlijk is het nooit en altijd is de ander natuurlijk weer veel vaker aan de beurt, of juist niet vaak genoeg, maar goed, je moet toch iets. En oefening schijnt kunst te baren, op de lange duur. Dus doen ze om de beurt de tv aan en om de beurt weer uit. Om de beurt gaan ze mee boodschappen doen, om de beurt mee de auto halen en om de beurt doen ze de deur 's ochtends open. Om de beurt als eerste naar de wc. En nog zo wat van die dingen. Vandaag is daar weer een nieuw toerbeurtsysteem aan toegevoegd. Want sinds het vriendje van zijn jongens tijdelijk bij ze is komen wonen, heeft papa een hand te weinig. Waren ze er voorheen niet zo voor te porren al te lang aan papa's hand te lopen, oversteken was al mooi zat, nu er een kaper op de kust is die maar wat graag hand in hand met hun papa loopt, zijn ze van gedachten veranderd. Het is hún papa tenslotte. En moeten ze en zullen ze aan het handje. Allebei. Papa snapt het wel, maar ja.. Dus dat gaat nu ook om de beurt. Van huis naar de tram, van de tram naar school en 's middags omgekeerd, om de beurt is er één níet aan de beurt.

vrijdag 26
Eerbied
Daar stond de man, bij de tramhalte, met zijn twee jongens en hun vriendje, te wachten op de tram. En te genieten van zijn kroost, dat zo lekker onduidelijk bezig was van tudderdetudderdetut, tot vertederd vermaak ook van een aantal omstanders. Zoals een wat oudere meneer, die zijn drie jongens glimlachend bezag, duidelijk om een praatje verlegen. En ach, de man was zo jong als hij zich voelde, hij had een uitstekend humeurtje, dus welwillend knikte hij de meneer toe. Wat een rijkdom, vond de meneer, en klopte de man bewonderend op zijn schouder. Heel even gloeide de man van vaderlijke trots, wat een rijkdom, inderdaad. Maar toen feliciteerde de meneer hem oprecht, met nog een schouderklopje, dat hij een gelukkig opa was. En het uitstekend humeurtje van de man verdween als sneeuw voor de zon.

dinsdag 16
Een echte man
Mannen kunnen niet luisteren. Tenminste, dat lees je dan wel eens, in damesbladen. Vrouwen zijn daar veel beter in. Vrouwen voelen met je mee, als je tegen ze aan zeurt over al die dagelijkse kleinigheden en herkenbare problemerdepeempjes die je humeur soms zo kunnen verpesten. Waar mannen altijd meteen met een oplossing komen, begrijpen vrouwen dat je daar helemaal niet op zit te wachten maar dat je gewoon even lekker wilt zeuren. Dus toen papa vanmiddag thuiskwam met de boodschappen en zijn twee kleuters die de hele middag nog niet één keer hadden gedaan wat hij ze vroeg of hadden gelaten wat hij ze verbood, ze al honderdduizend keer had gevraagd en verboden bovendien, was hij blij dat zijn vrouw ook al thuis was. Kon hij even lekker tegen haar aanzeuren. Dat hij wel een grammofoonplaat leek, die de hele godganse dag hetzelfde liedje af moest draaien. Van hou op blijf af niet doen. En dat het toch ook bijna geen doen was, met twee van die onbehouwen rauwdouwers de supermarkt door. Maar zijn vrouw maakte korte metten met zijn aanzwellend zelfbeklag. Je moet er ook één in het kinderzitje van je boodschappenwagentje zetten, wist zij wel een pasklare oplossing, en haastte zich terug naar de kamer, naar het Sinterklaasjournaal. Zijn vrouw las duidelijk geen damesbladen, dacht de man verontwaardigd.

maandag 15
Maandag 15
Ouderwets humeurig bewoog de man zich door de ochtendspits. Onder een chagrijnig grijze lucht, door de waterige kou van een beginnende winter. Een op z'n eind lopende herfst. Waar hij ging, of wilde gaan, stonden auto's in de weg. Onverzettelijk, ontoegeeflijk nauwaaneengesloten in de file voor het stoplicht. Geen doorkomen aan. Waar hij keek zaten honden te schijten. Grote bergen stinkende smurrie op de stoep en midden op straat. En hij vroeg het zich maar weer eens af allemaal. 
Gadverdamme. 
De man had erg veel zin en behoefte om straks weer thuis heel diep onder de dekens weg te kruipen. 
Had hij het maar gedaan, dacht hij nu.

woensdag 10
Sst
Lopend langs het perron, op zoek naar een rustig plaatsje, kwam de man langs een stiltecoupé. Sst, gebaarde het icoontje naast de deur, onder de twee. Dat leek de man nou eens een goed idee, en hij stapte in. Dom natuurlijk want nog geen vijf minuten later zat hij zich dubbelop te ergeren aan precies hetzelfde luidruchtig hersenloze mobiele geleuter als in iedere andere coupé. Dus op de terugweg stapte de man gewoon weer in een herriecoupé. Dan wist hij tenminste waar hij aan toe was, en zou hij zich minder ergeren. Dacht de man. Maar echt veel maakte het niet uit.

dinsdag 9
Fluim
Tergend langzaam reed er een fietser vlak voor papa uit. Een halflege rugzak op half zeven, een hip wollen mutsje net boven de ogen en muziekdopjes in de oren. Veel te grote broek, veel te grote jas, veel te grote schoenen. Een puberjongen, duidelijk. En papa wilde er wel langs maar dat kon niet want het was een smal straatje, er hijgde een auto in zijn nek, honderd meter verder moest er een drukke verkeersweg overgestoken en papa was zelf ook niet zo snel, op zijn met kleuters volgeladen fiets. Hij bleef er dus maar even achter, tergend langzaam en al. Waar hij zich wel aan ergerde was dat de puberjongen elke tien meter een fluim naar links of naar rechts liet vliegen. Smerige gewoonte, vindt papa dat, vooral als hij er vlak achter moet fietsen. Brr. Dus toen papa even later naast de puberjongen op de oversteek stond te wachten, besloot hij ook maar eens gebruik te maken van zijn vrijheid van meningsuiting. Dat dat lekker fris was. En niet zo erg beleefd. De puberjongen was er niet van onder de indruk. Dan heeft U er een andere mening over dan ik, had hij het laatste woord. Zodat het, moest papa knarsetandend toegeven, uiteindelijk toch een beleefde puberjongen was.

vrijdag 5
Dickie Art. Nr. 19 300
Grote glimmende plastic auto's hebben zijn zoons voor hun verjaardag gekregen. Van hun oom. Auto's met afstandsbediening. Precies de auto's waar ze al zeker een jaar of anderhalf om zeurden. Waar ze huiverend van verlangen en hoop naar keken als er een vriendje mee aankwam op school. Of als ze ze uit de schappen zagen puilen, van de speelgoedwinkel. En waar ze uit arren moede maar zelf voor waren gaan sparen, van hun schamele kleuterzakgeld, want van papa kregen ze ze niet. Niet omdat papa zich niet voor kan stellen dat ze dat prachtig vinden, want dat kan papa heel goed. Maar omdat papa dus al aan de verpakking kan zien dat dat binnen een week kapot is. En dat je met die liefdeloos in elkaar geflanste goedkope rotzooi alleen maar duur verdriet in huis haalt. Daarom. Maar is papa nu blij dat hij natuurlijk weer gelijk heeft gekregen? Nu de eerste van de twee het inderdaad al na minder dan één dag begaf? Nee. Papa is daar niet blij om. Waar hij wel tevreden mee is, is dat zijn jongens naar die andere auto al de hele week niet meer omkijken. Omdat ze namelijk veel liever knexen. Goed zo jongens, denkt papa. Net goed!

woensdag 3
Werk&Zorg&
Wekenlang had de man het zó druk met zijn werk gehad dat hij zich paniekerig begon af te vragen waarom hij dit eigenlijk over zichzelf had afgeroepen. Vond hij dit nog wel leuk? Was dit nog wel de bedoeling? Opgelucht en blij dat hij alles op tijd had afgekregen, stortte hij zich deze week dan ook met oprecht enthousiasme op de was, de boodschappen en de stofzuiger, als waren het uit het oog verloren geliefden. Gelukkig besefte de man nog wel, dwars door de roze wolken heen, dat zijn vrolijk enthousiasme zonder het voorafgaand en verafschuwd gestress een stuk minder oprecht geweest zou zijn. Misschien, dacht de man dus maar, begon hij het dan toch al een beetje te leren. Een heel klein beetje.


©2004JosvanVenrooij