» het
 dagelijks
 archief


»
het
huismannenpraatjes
archief


 

 

 

uit het dagelijks*archief
vandagtotdag
november 2003

zondag 30
Allemaal even recht
Bij het naar bed gaan waren de man en zijn vrouw gisteren verzeild geraakt in het soort ruzie dat dan in de beste huwelijken wel eens voor schijnt te komen. Zo'n typische echtelijke twist van jij altijd dit ja maar jij nooit eens dat. Leuk is anders, natuurlijk, maar goed, wat doe je eraan? Tot diep in de nacht hadden ze tegen elkaar aan liggen zeuren en zuigen en zaniken. En toen moest het nog worden goedgemaakt ook. Dus toen de jongens vanmorgen reveille bliezen, boven hun gevulde schoenen, voelde de man zich niet helemaal tiptop. En in de spiegel zag hij dat dat wel klopte. Hij had een paar zeer natuurgetrouwe wallen onder zijn ogen voor de rol van Sinterklaas, die vandaag op het programma stond. Dus dat was dan wel weer meegenomen.

vrijdag 28
Is dit alles
De man had sowieso wel weer een hoop dagen dat hij 's ochtends wakker werd en enorm opzag tegen de dag die ging komen. Als een berg. Hele gewone dagen, niks bijzonders, alledag. Maar dat was het juist misschien wel, weet je veel? Want 's avonds lag hij zich in bed dan weer somber af te vragen wat hij nou eigenlijk gedaan had vandaag.

donderdag 27
Geen lekkere buik
Hé, gedverderrie, was papa net zo'n beetje begonnen met zijn jongste af en toe over laten blijven op school, tijd vrij maken voor grote plannen en goede voornemens, wordt zijn nieuw elan al meteen halverwege de eerste week met ferme hand in de kiem gesmoord door twee kotsende, koortsige jongetjes die dus helemáál niet naar school kunnen. Die alleen maar de hele dag een beetje huilerig en pieperig op papa's schoot willen hangen, en voorgelezen worden. Ooooh, ik voel me niet lekker papa.. Dus daar zit papa weer, met zijn nieuwe elan, gewoon op de bank, en tussen vier muren. En hij voelt zich opeens ook niet zo lekker, eigenlijk.

dinsdag 25
Uit en thuis
Wat een aandoenlijke kinderen heb jij, vond de invalmeester van gisteren. En hij vertelde papa met vertederde lach hoe zijn jongste moest huilen, bij het overblijven, iets wat hij 's-ochtends inderdaad al opgewekt had aangekondigd te zullen gaan doen, omdat hij papa zo zou missen. En hoe zijn oudste zich toen liefdevol over de jongste had ontfermd. Hoe ze samen hadden gelunchd. Hoe ze gebroederlijk hand in hand over het schoolplein hadden gelopen. Papa zag het voor zich. Heel aandoenlijk inderdaad. Hij wilde maar dat ze thuis ook wat vaker een aandoenlijke bui hadden.

maandag 24
Nieuwe tijd
Omdat zijn jongste zoon nu ook officieel vier was geworden en bovendien nou ook weer niet zo heel erg erg hoefde te wennen, op de kleuterschool, bij de meester, bleef hij vandaag voor het eerst maar eens de hele dag. Met overblijven en al. En had papa dus ook zijn eerste echte hele dag, waar hij er in de toekomst dus een heleboel van ging krijgen en waar hij zich eerlijk gezegd ook al wel een tijdje op verheugd had. Op die zeeën van tijd. Toch liep papa vanochtend een beetje verloren rond, in de supermarkt, in zijn eentje. In alle rust en stilte. Papa moest misschien toch wél een beetje wennen.

zondag 23
Ander keertje
Vertederd hoorden papa en mama hun jongens luidruchtig fluisterend overleggen en voor de gelegenheid eensgezind het bed verlaten en het kamertje uit sluipen. Op kousevoeten de gang over stommelen en de deur open naar de kamer. Zachtjes vol verwachting op weg naar het rijtje schoenen bij de deur van het balkon. 
Wat heb je erin gedaan? murmelde mama veelbelovend warm en slaperig aan papa's oor. 
Niks, ik dacht dat jij dat zou doen, antwoordde papa, dommig maar naar waarheid. 
Jaha, los dat maar eens op, zo op de vroege zondagochtend, als je eigenlijk iets heel ergens anders van plan was.

vrijdag 21
Heitje
Een fles Four Roses, bestelde het meisje, vrij onverveerd, met een hand vol vodjes geld, terwijl de man zich eens extra rustig in het wijnaanbod verdiepte. 
Dat mag ik jou niet meegeven, zette de slijtster zich schrap, niet minder onverveerd. Waarop het meisje, op kinderlijker toon dan strikt noodzakelijk was, een situatie schetste waaruit moest blijken dat het echt niet anders kon. Maar de slijtster bleef
onverbiddelijk. Ze keek wel uit, dat zag je zo. En zo wendde het meisje zich tot de man, een stuk minder kinderlijk opeens, maar ook nog weer niet zo geraffineerd dat het volwassen werd. Of meneer dan misschien, alstublieft, die fles niet voor haar wilde kopen. Omdat het niet anders kon. En hoewel de man daar nou helemaal niet zoveel voor voelde, was het meisje blijkbaar toch weer wel geraffineerd genoeg om aan te voelen dat hij als puntje bij paaltje kwam geen voet bij stuk zou houden. En zo ging het inderdaad. Na enig aandringen en sputteren werd het compromis bereikt dat de man de fles zou kopen en met het meisje mee zou lopen naar waar ze moest wezen, en er op toe zou zien dat de fles aan een volwassene werd overhandigd. De man had geen flauw idee wat hij zou doen wanneer het meisje de benen zou nemen, eenmaal buiten met de fles, wat hij zou móeten doen, maar daar liep hij, de brave huisvader, en deed zijn burgerplicht, vergezelde het meisje, dat twaalf bleek, naar haar volwassen opdrachtgever, aan wie hij met zeer gemengde gevoelens uit de doeken deed hoe de vork in de steel zat en door wie hij net iets te uitbundig werd bedankt voor zijn vriendelijke bemiddeling. En de man vraagt zich nu al de hele avond hardnekkig af of hij hier nu goed aan gedaan heeft. En zo ja, waarom.

donderdag 20
Anders nog iets?
Nu zijn er twee groentewinkels bij ons in de buurt, om de hoek, aan het eind van de straat, en dat is een luxe natuurlijk, voor gezonde eters als wij zijn. Maar lastig is het ook wel eens want waar haal je nou je groenten? En je fruit? En durf je nog wel langs de één met je tas vol spullen van de ander? Nee dus. Ik niet, in elk geval. Met het schaamrood op de kaken neem ik de lange weg naar huis, om de ene groenteman, die altijd zo aardig zwaait en lacht, niet te schofferen dat ik de prei bij de ander haal, die goedkoper is, tegen wie ik dan wel weer beweer dat ik nog zat sinaasappels heb liggen van de vorige keer, omdat ik die weer bij de ene koop, omdat ik het anders zielig vind. En zo schipper ik de groentela en de fruitschaal telkens weer vol. Maar mijn jongste zoon heeft daar geen weet van natuurlijk. Dus die roept, als we op weg zijn naar de andere groenteman, gerust en welgemoed tegen de ene, die in de deuropening staat, dat we vandaag naar de andere groenteman gaan. Waarop niets anders rest dan een schaapachtig lachen.

woensdag 19
Diepe zucht
Dat je de meeste dingen die je tegen ze zegt al zeker honderdduizend keer eerder tegen ze gezegd hebt en dat je zelfs dát al honderdduizend keer tegen ze gezegd hebt, dat je het al honderdduizend keer eerder tegen ze gezegd hebt, en of ze soms doof zijn? Of poep in hun oren? Of je het misschien nóg honderdduizend keer tegen ze moet zeggen? Dat geeft het allemaal wel eens iets erg ontmoedigends.

maandag 17
De P
Wordt er normaal nog wel eens gemopperd op het einde van de nachtrust, vanochtend was het één en al vrolijke en blijde verwachting toen de deur van de jongenskamer openging, het licht aan en goeiemorgen. Wát zou er in ons schoentje zitten.. was het eerste waar ze duidelijk al een tijdje aan lagen te denken. En opeens was papa daar een beetje jaloers op. Zó de dag te kunnen beginnen. Wát een luxe. Want papa weet altijd al precies wat er in zijn schoentje zal zitten. 

vrijdag 14
De kleine dingen
Het is natuurlijk prachtig dat je kinderen nog blij zijn met kleine en eenvoudige dingen. Dat ze natuurlijk best een op afstand bestuurbare auto willen hébben, maar dat ze, als ze die niet kríjgen, net zo blij zijn met een stok uit het bos. De kartonnen doos van de nieuwe tv. Een stukkie touw van een meter. Betekent wel dat je jezelf soms 's ochtends in alle vroegte met je blote knieën op de koude kinderkamervloer aantreft om onder het bed te zoeken naar dat ene stukkie groen touw van tien centimeter dat één van je jongens is kwijtgeraakt, en waar hij nu bittere tranen om weent.

woensdag 12
Oost-indisch
Nou waren we allemaal een beetje gammel vanochtend, dus niemand hoefde naar school en we bleven gewoon lekker in bed. Alleen het vuilnis moest buitengezet. En dan mag u raden wie er in dit geëmancipeerde gezin, waar de rollen zo modern zijn omgedraaid, dan toch maar de schoenen, de broek en de jas aantrekt en gammel en wel de portiektrap afdaalt, met de kapotte televisie. Juist. Want dat is mannenwerk, vindt zijn vrouw.

maandag 10
Record
Nou, bij ons in de straat zijn ze begonnen hoor, de prettige dagen. De grote gezelligheid. Vroeger dan ooit, dit jaar. De stoomboot is nog niet eens uit Spanje vertrokken, maar hier hangen de eerste voorbarige kerstlampjes al in de tuin te trutten. Bah.

zondag 9
Boer, nel, aas, tien
Waarschijnlijk op het idee gebracht doordat hij die middag met zijn zoons had zitten mens-erger-je-nieten, vroeg zijn puberdochter vanavond of hij een spelletje wilde doen. En dat wilde de man wel. Hij was allang blij dat zijn zeventienjarige dochter nog spelletjes met hem wilde doen. Want zeg nu zelf, waar vind je dat nog, tegenwoordig? Het schaakspel, waar ze normaal voor kozen, was deze avond blijkbaar geen optie, zonder speciale reden, en zo kwam het dat ze, na een bijna vergeten potje halma aan het klaverjassen sloegen. In een variant voor twee spelers, die de man járen geleden van zijn oma had geleerd. En zo kwam het dan ook dat hij dat zijn dochter vertelde. Dat hij dat vroeger vaak speelde, met zijn oma. Met een crackertje op tafel, een kaasje, een glaasje en later een stiekem sigaretje. En dat hij voor het eerst in jaren opeens weer eens aan zijn oma zat te denken. Zijn oma die niet tegen haar verlies kon. En die hij nu eigenlijk wel weer eens een keertje zou willen laten winnen.

zaterdag 8
Oei, ik groei?
De moppersmurf, noemden de man en zijn vrouw hem wel eens, liefkozend, hun oudste kleuter en zoon. En zijn broertje deed daar natuurlijk graag een grinnikende duit bij in het zakje. Want mopperen kon hij als de beste. En monkelen en mokken en bokken. Zijn kont tegen de krib. Zijn hakken in het zand. Zijn neus in de wind van voren, want dat krijg je dan óók. Dat altijd maar nee en boos, en stampvoetend met deuren slaan, en rooie koppen van drift, daar word je als opvoeder ook wel eens ongeduldig van. En chagrijnig bovendien. Dus dan wordt er zo af en toe wel eens wat afgemopperd en gestrengd. Zo over en weer. De laatste tijd was de stemming er zelfs behoorlijk onder gaan lijden en al had hij over andermans opvoedkundige sores meestal vrij snel een behoorlijk uitgesproken mening klaar, nu het zijn eigen zoon betrof wist de man eerlijk gezegd ook zo gauw niet wat hij daar nou weer mee aan moest. Dat had hij met zijn dochter nooit gehad. Vandaag was hij dan met zijn boze zoon maar naar het strand en de zee getrokken, dat wilde bij de man zelf tenminste nog wel eens helpen. En inderdaad werd het een genoeglijk ochtendje uitwaaien. Zijn zoon had zijn zwaard meegenomen, zijn schild en zijn ridderhelm en zo gingen zij dapper en onvervaard hand in hand de zee en de duinen te lijf. Opspattend water en opstuivend zand konden hen niet deren. Graven en klimmen, klauteren en rennen. En toen hij het zat was zijn spullen te dragen moest papa het overnemen, want papa was de schildknaap. En papa vond het allemaal best want papa liep te genieten. Zo kende hij zijn zoon en zichzelf tenminste weer. 

woensdag 5
Overdreven
Zijn jongens hadden vandaag een margedag, het was mooi weer, en papa had nou eenmaal besloten de herfst deze keer positief tegemoet te treden dus: op naar het bos, dacht hij. Genieten maar. Van de prachtige kleuren, de vurige herfsttooi aan de kruinen. De goudgele glooiingen van het bospad, omzoomd met roodwitte paddestoelen en wonderschoon aangelicht allemaal door het mysterieuze strijklicht van de zilveren zon. Nou kon het aan papa liggen natuurlijk, maar hij vond het maar een armoedig zootje, die hele herfst. Hij had zich prima geamuseerd, daar lag het niet aan. Stokken sjouwen, bomen klimmen, nepvuurtjes bouwen, toemaar jongens, de beuk erin en best lekker in de zon. Maar vurige herfsttooien had hij niet gezien. Of goudgele glooiingen. Alleen maar dooie blaadjes en kwijnende bomen. En snotterige paddestoelen. Maar goed. Hij had het in elk geval geprobeerd.

dinsdag 4
Kan niet stuk
En de televisie had het ook al begeven, deze dagen. Na vele jaren trouwe dienst overigens dus nou ook weer niet geheel onverwacht, maar even zo goed. Het was ooit de eerste gezamenlijke aanschaf, jaren geleden alweer, van de man en zijn vrouw, omdat zijn vrouw geen geduld had met die aftandse zwartwitbak waar de man zich in die tijd tevreden mee stelde. En daar neem je dan toch afscheid van. De man hechtte zich nou eenmaal aan zulke dingen. Zijn jongens vonden het allemaal allang best want tot hun grote blijdschap zat op de nieuwe tv ook Brum. Eén van 's werelds superhelden.

Teveel gevraagd
-
Goedemiddag, mag ik u wat vragen? Verkoopt u ook computers die het gewoon dóen wanneer je ze aanzet? En die het dan ook een paar jaar blíjven doen voor hun dure geld, wanneer je ze gewoon regelmatig gebruikt voor de dingen waar ze voor bedoeld zijn?
- Nee, sorry meneer, het spijt me, maar dáár kunnen wij u niet aan helpen. Wij verkopen hier alleen het modernste van het modernste, begrijpt u.

maandag 3
Eens verpest..
Het was half zes dat de man wakker werd. Erg vroeg nog, maar hij wist meteen dat het maandagochtend was. En hij hoorde ook dat het flink regende buiten. Het regende dat het goot. Het kwam met bakken uit de hemel. Pijpestelen. En daar zag hij zichzelf in regenpak op de fiets door de ochtendspits gaan, met twee bekeepte jongetjes, één voor en één achterop. Druipend door plassen en weer en wind. En zijn humeur was meteen grondig verpest. Dat zijn vrouw tegen achten tussen de gordijnen door opmerkte dat het alweer aardig aan het opklaren was, hielp allang niet meer.

©2003JosvanVenrooij