het bewijs
weblog van een huisvader
......................
uit
het dagelijks archief:
mei 2004
|
maandag
17
Baliemedewerkster
Met zijn envelopje met
papieren, zijn ponskaartje en zijn stickers met streepjescodes, stond de
man gelaten aan de balie van het ziekenhuis, te wachten tot hij zijn
spulletjes af kon geven. Achter de balie zaten twee zorgvuldig
vormgegeven dames het veel te druk te hebben om ook de man nog
eens op te merken. Steeds moest er wel een formulier verschoven, of op
een ander stapeltje gelegd, een paperclip aan de andere kant gedaan. Er
stond een computer, waar van alles op te zien viel. Soms moesten de
dames iets pakken dat op een tafeltje achter hen lag. Dan reden ze een
stukje met hun stoelen. En ook weer terug, naar de desk. Tjonge, wat
hadden de dames het druk. Het draaide allemaal om de dames, in het
ziekenhuis, dat was goed te zien. De man wachtte dan ook een tijdje
geduldig af wanneer de dames gelegenheid voor hem zouden hebben. Zo was
hij opgevoed. Maar na een handvol minuten vergeefs proberen stilzwijgend
hun aandacht te trekken, besloot de man dan toch de dames maar aan te
spreken. Misschien hadden ze hem niet gezien, door al dat harde werken.
Maar dat hadden ze wel. Nog vóórdat de man iets had kúnnen zeggen,
bij zijn eerste aarzelende stap naar de balie, vroegen de dames, in
snibbig koor, of de man een nummertje had. Een nummertje, nee, dat had
de man niet. Wel een ponskaartje. En een stickervel. En een briefje, van
de dokter. U moet een nummertje trekken, dan wordt u geholpen wanneer u
aan de beurt bent, wees één van de dames de man bits terecht, zonder
van haar computerscherm weg te kijken. De man keek om zich heen, de hal
van het ziekenhuis in. En hoewel hij de enige was die aan de balie
stond, op de bankjes rondom zaten weldegelijk ook andere mensen. Met
tijdschriften, of zonder, alleen of met zijn tweeën, een enkel stel met
kind. Allemaal te wachten. Op hun beurt, waarschijnlijk. Bedremmeld liep
de man terug naar de ingang van de hal, vond inderdaad een
nummertjesautomaat en trok er het zijne. Vrijwel onmiddellijk versprong
een teller, die de man nu ook boven de balie zag, en riep één van de
dames op bevelende toon: nummer 213. De man keek naar het nummertje dat
hij zojuist getrokken had. Het was nummer 213. Nu was hij aan de beurt.
vrijdag
14
Latertje
Het was lang geleden dat de man
zó tegen de ochtend pas in benevelde toestand te bed was geraakt. Wát
een leuke avond had hij gehad. Deze hele dag was hij er nog ruim van in
de wolken geweest. Roze wolken. Brak, maar roze.
maandag
10
Jezus
Het is niet dat
wij ze urenlang tv laten kijken. Liever niet zelfs. En we zijn vrij
kritisch op wat ze zien. Geen slecht getekende en lawaaiige moord en
brand filmpjes voor onze tere kinderzieltjes. Maar 's middags om kwart
over vijf is het toch wel prettig als ze éven rustig op de bank
gehypnotiseerd zitten te wezen. Soms kijkt papa daar zelfs om kwart
vóór vijf al een beetje reikhalzend naar uit. Zet de tv maar aan
jongens, klinkt het dan ook meestal stipt op tijd. Wat papa wel altijd
vergeet is op welke dag er dan ook alweer eerst nog een kwartiertje
opgefokte eo halleluja uitgezeten moet worden. Vandaag dus. En weer
uitzetten is dan natuurlijk geen optie meer. Wij vinden die zingende
kinderen leuk, zijn ze dan altijd allang blij dat het beweegt. En ach,
denkt papa dan, het kan ook geen kwaad natuurlijk. Zingende kinderen,
inderdaad. Maar vandaag vond papa die enge meneer dan weer zó
aanstootgevend uit de hoek komen dat hij zich serieus afvroeg of hij ze
toch niet liever naar een slecht getekend en lawaaiig moord en brand
filmpje zag kijken.
zondag
9
's Werelds loon
Dat je een
aardige film op tv zit te kijken, met zijn tweeën op de bank, om het
eind van de vakantie te vieren, en daarna vroeg naar bed, en dat je je
dan binnen tien minuten zit af te vragen in welke film die ene acteur
nou ook alweer ook meespeelde. En dat je daar dan niet op kunt komen. En
dat je dan, dwars door de film die je eigenlijk zit te kijken heen, die
andere film probeert te zien, met elkaar gaat zitten overleggen, maar dat
het dan toch nog tot halverwege de film duurt voordat je weet welke film
dat geweest is. Maar niet de titel. Het ligt op het puntje van je tong,
dat wel. De hele film. Het hele rondje nazappen. Onder het tanden
poetsen en het nog een stukje lezen. En dat het je dan, vlak voor je in een bevrijdende slaap valt,
plotseling te binnen schiet. The Big Lebowsky! En dat je vrouw het dan
niet leuk vindt dat je haar daar wakker voor maakt.
©2004JosvanVenrooij
|
|