» het
 dagelijks
 archief


»
het
huismannenpraatjes
archief

uit het dagelijks*archief
vandagtotdag
januari 2003

donderdag 30
Gisteren
Aanspraak genoeg, als huisman met twee jongens. Dat kwettert en tatert de hele dag door, of je nou luistert of niet. En als je níet luistert, of niet goed genoeg naar hun zin, dan draaien ze met een ferm gebiedend handje onder je kin je hoofd in de goede richting. Papa, luister nou eens naar me. En dan zit papa weer geduldig knikkend met zo onopvallend mogelijk toch nog een klein half oogje in de krant een ellenlange en onnavolgbare monoloog over brandweren, neushoorns en ridders uit. Aan het eind waarvan hij vanmiddag opeens de vraag kreeg voorgelegd: papa, vandaag is het morgen, hè? Nog teveel op de automatische piloot om het filosofische van deze vraag een beetje op waarde te schatten, gaf papa zijn vertrouwde neutrale hmhm waar je alle kanten mee op kan als antwoord. Mooi, was zijn kleuter daar zeer tevreden mee, mooi, dan komt Snuf Het Konijn op tv.

woensdag 29
Gespijbeld
Toen de man vanmorgen nog in zijn bed de regen alweer tegen het raam hoorde kletteren, besloot hij zonder aarzelen de kont vandaag dan maar eens tegen de krib van de dagelijkse discipline te gooien, het er maar eens een dagje van te nemen en zijn zoon lekker thuis te houden van school. Lekker spijbelen. Dat scheelde mooi weer het rituele drama van niet willen, het onsympathieke gehaast op de vroege ochtend en niet te vergeten tweemaal een rit op de fiets door wind en regen. Dan maar een watje. En tevreden draaide hij zich nog eens lekker om, terwijl hij zijn vrouw op de achtergrond de krant uit de brievenbus hoorde halen voor een eenzaam ontbijt.

dinsdag 28
Kopje thee?
Papa weet natuurlijk heus wel dat zijn puberdochter ook niet op haar achterhoofd is gevallen. Die hoort ook wel eens wat op school, ziet wel eens wat op tv, leest wel eens wat in een blaadje. Bovendien heeft papa het haar ook allemaal zelf wel eens verteld, al is dat alweer een tijdje geleden, en zijn we hier een modern gezin. Toch voelt papa een moeilijk te omschrijven soort ongemakkelijkheid wanneer hij samen met zijn dochter op de bank naar de tv zit te kijken, waar secondenlang met volle overgave, onbedaarlijk wordt gevreeën. Waarschijnlijk ongeveer hetzelfde soort ongemakkelijkheid dat je er vroeger op na hield wanneer het op tv over sex ging en je ouders zaten erbij. 
Hmm.

maandag 27
In zicht
Ik ben geloof ik een beetje te laat, dacht papa vanochtend haastig, terwijl hij zijn jongens in de fietsstoeltjes probeerde te worstelen zonder de controle over zijn fiets kwijt te raken, een gevecht dat hij soms wel drie keer per dag voerde maar waar hij op één of andere manier maar geen handigheid in wist te krijgen, ik ben geloof ik te laat, moet ik me weer uit de naad gaan fietsen. Maar een vlugge blik op zijn klokje leerde dat hij niet minder laat was dan anders. En toch was het al min of meer licht. Zo licht als normaal op de terugweg. Opgelucht en vrolijk vervolgde papa zijn weg, zingend dwars door de ochtendspits. 

zaterdag 25
Lekker dagje
Is de man een dagje vrij. Lekker een hele dag de deur uit, ver weg van het gezin. Een hele dag stevig wandelen, onder de blauwe hemel. In de zilveren zon. In louter volwassen gezelschap. Kan hij het, wanneer hij een paard op zijn rug over de grond ziet liggen rollebollen, vier beentjes vrolijk trappelend in de lucht, toch niet laten om even te denken: jammer dat de jongens er niet bij zijn. En zich precies te kunnen voorstellen hoe zij dit schouwspel later op de dag, aan tafel aan hun moeder, enigszins verward en over en door elkaar heen buitelend en pratend maar wel in geuren en kleuren en met veel expressief wijdse armgebaren verslag zouden doen. En daar stil van te genieten.

vrijdag 24
Schattig
Daar zit papa met zijn peuter comfortabel op schoot zijn zegeningen te tellen, lekker op de bank, in de zon, samen bladerend door het baby-album van zijn zoon. Favoriete bezigheid. En wie is dat? vraagt hij bij elke baby, telkens weer even nieuwsgierig. Dat ben jij, zegt papa dan knorrend, dat ben jij, hier moet je lachen. Dat ben jij, hier ben je blij. En bij elke foto doet zijn jongen zijn hoofd een beetje scheef, zet zijn gezicht met zorg op vertederd en vindt met warme stem van zichzelf: aaaach, wat schattig. Aaach, wat lief.  En dat vindt papa nou ook.

woensdag 22
De derde dag
Met grote tegenzin hees de man zijn jongens en zichzelf in de regenkleding vanochtend. Wat een beestenweer, moesten ze weer eens doorheen. Gek genoeg spoelde die tegenzin in het donker tegen de wind langzaam van hem af, om plaats te maken voor een merkwaardig soort wilskrachtige stemming. Niet zeuren maar fietsen. Vrolijk bijna. Opperbest. De man besloot daar gebruik van te maken en 's ochtends meteen alle boodschappen te doen die hij bedenken kon, zodat hij 's middags niet meer naar buiten hoefde. En zo geschiedde het. En de man zag dat het goed was.

dinsdag 21
Kleine genoegens
Een schouwspel waar ik een natuurlijk buitengewoon kinderachtig maar daarom niet minder uitbundig plezier aan beleef: dat daar zo'n man, gruwend en scheldend, met boze bewegingen zijn schoen aan de stoeprand staat schoon te schrapen, terwijl zijn twee enorme honden ongeduldig aangelijnde rondjes om zijn benen lopen te draaien. 

maandag 20
Bedonderd
Een enorme schop onder zijn kniezende kont, dat was wat de man nodig had. En dat wist hij ook wel. Dat wist hij ook wel. Dus dat had hij vandaag geprobeerd. Zichzelf een schop onder zijn kont te geven. En hij had er niet zo makkelijk bij gekund, waardoor het iets minder hard uitviel dan hij van plan was geweest, maar het was misschien toch wel een niet onaardig beginnetje.

zondag 19
De vraag
De hele dag, maar eigenlijk al langer, had de man steeds verder uit zijn hum lopen monkelen en mopperen en binnensmonds lopen hopen op een uurtje alleen. Een uurtje geen geluid. Geen vallende plastic auto's, geen kletterende houten zwaarden, geen ruziënde jongetjes, geen Britney bij de afwas. Geen geschreeuw en geschetter, geen gedraaf en getetter. Een uurtje helemaal niks. Alleen de man zelf. 
Maar nu de man dan helemaal alleen thuis zat, in de gewenste stilte, vond hij niet de rust waar hij op hoopte. Hij was niet het gezelschap dat hij nodig had. Er moest iets anders gebeuren. 
Maar wat?

vrijdag 17
Toch
Het blijft maar iets onlogisch houden om 's ochtends vroeg, in het pikkedonker, twee heerlijk slapende jongetjes wakker te maken.

dinsdag 14
Oefening
Voor hun trouwdag had zijn vrouw de man een petje gegeven. Een mooi zwart, ribfluwelen petje. Voor op de fiets. Tegen de regen op de bril en tegen de lage zon. En voor de sier. Vandaag had de man zijn petje voor het eerst opgezet. Voor de sier. En al heeft natuurlijk de halve mensheid voortdurend precies zo'n petje op het hoofd, de man had de hele weg het idee gehad dat iedereen hem nakeek. Meewarig, welteverstaan.

maandag 13
Hoogste tijd
Wel vaker had de man het gevoel voortdurend en bij alles wat hij van plan was, of van plan zou kunnen zijn, met een blik op de klok, het horloge in de hand tot de slotsom te komen dat het eigenlijk de moeite al niet meer loonde er nog aan te beginnen. Vandaag had hij daar geen klok meer bij nodig.

zondag 12
Elf
Ze noemde me 
liefste
dat was het begin
want ik was verstandig
en ging er niet tegenin

vrijdag 10
Devaluatie
Ik wil niemand tekort doen, daar niet van, maar ik voel me toch een beetje een zuurpruim als ik aan het eind van de zeer vermakelijke theatervoorstelling als enige in de zaal een welgemeend applaus zit te geven, terwijl de rest van het publiek nog vóór het licht goed en wel gedoofd is zonder aarzelen als één man uit zijn stoel opspringt voor een staande ovatie. Dat is natuurlijk geen gezicht, zo'n zittend eiland. Bovendien maak ik me grote zorgen wat er in vredesnaam zal gaan gebeuren als ik eens bij een theatervoorstelling terechtkom die ècht heel erg bijzonder goed was. Gaat er dan met vlaggetjes gezwaaid en met toeters gelawaaid? Ratels, aanstekers, spreekkoren? Of zou ik inderdaad een zuurpruim zijn?

donderdag 9
Alledaagse ergernissen nr 5
Zouden die automobilisten die je dan als voetganger of als fietser vóór laten gaan, die zowaar even voor je stoppen, om je over te laten steken of af te laten slaan, met je kinderen aan de hand of in het stoeltje, zouden die nou beseffen dat ze hun onverwachte beleefdheid méér dan teniet doen met dat irritant ongeduldige, gebiedend wapperende handje van schiet nou maar op en loop nou maar door? 

woensdag 8
Miskoop
Voor Sinterklaas had de man zichzelf een agenda gegeven. Had hij al jaren niet meer gehad, een agenda. Niet nodig gehad ook. Waarvoor, tenslotte? Dat de afwas nog moest gebeuren zag hij zo ook wel, daar had hij geen agenda voor nodig. Maar nu was hij op zijn speurtocht naar leuke cadeaux voor de anderen op een stapeltje zakagendaatjes gestuit en had hij gedacht en gehoopt dat dat misschien toch wel handig zou zijn, in de kinderachtige veronderstelling waarschijnlijk dat wanneer de agenda er eenmaal was, de interessante en belangrijke afspraken, het avontuurlijke leven vanzelf wel zouden volgen, en had hij er dus eentje gekocht. Een oranje. Maar toen hij die vanavond dan in gebruik wilde gaan nemen, drong het plotseling tot hem door dat hij, om te weten welke avonden en zaterdagen hij iets af kon spreken, hij er eigenlijk ook alle afspraken van zijn vrouw in zou moeten overnemen. En dat was nou net niet de bedoeling.

dinsdag 7
Judas
Radeloos, ben je ook wel eens. 
Dikke, dikke tranen van verdriet, huilde mijn zoon vanochtend, dat hij moest overblijven, dat hij alwéér naar school moest, dat papa niet weg mocht gaan, hem niet mocht achterlaten. Twee smekende armen om mijn nek, mijn wangen nat van zijn tranen. Het liefst had ik hem weer ingepakt en hup weer meegenomen, de vrieskou in en terug naar huis. Jij hoeft nooit meer naar school, hoor jongen, van papa.
Maar ja.. 
Dus papa rukte zich toch maar los, scheurde zijn zoon van zich af, met zware armen, met zwaar gemoed, een kus nog, de klas uit naar buiten, de kou in. Mijn wangen nat van mijn tranen. 

maandag 6
De aanhouder
Je koopt wat speelgoed voor die gasten. Kistenvol en kastenvol. Wat zeg ik, het past niet eens meer in de kasten en de kisten. Het slingert gewoon overal en nergens, door het hele huis, in elke kamer, onder iedere stoel. Het komt voor dat ik 's avonds het moede hoofd pijnlijk op een tractor te rusten leg, of op een werkauto, want het favoriete spel blijft jammer genoeg alles maar dan ook alles tevoorschijn halen en in en onder en tussen stoppen en opruimen ho maar natuurlijk. Ga lekker met je treinbaan, probeer ik wel eens voorzichtig, wil je met de lego? Zal papa je blokken pakken? Maar dat houden ze nooit zo erg lang vol, áls ze er al aan beginnen tenminste want meestal wordt papa alleen maar vermoeid meewarig aangekeken. Néé papa, wij zijn vuilnismannen, wij willen niet met de trein. Ach ja. Maar er is nog hoop. Want vanochtend heeft mijn zestienjarige puberdochter, met haar kleine broertje als excuus, meer dan een uur uitgebreid met de houten trein zitten spelen, die papa zeker veertien jaar geleden al voor haar had gekocht en waar ze tot papa's teleurstelling ook nooit naar heeft omgekeken en die nu dus alweer een jaar of vier in de kast van de jongens staat te wezen. Het is gewoon een kwestie van geduld.

zondag 5
Sneeuw
Zo. Nu papa gisteren de eerste sneeuwklokjes met eigen ogen het bewijs heeft zien leveren dat het ook dit jaar weer allemaal goed gaat komen en hij vandaag bovendien door vrouw en kinderen op een flinke portie sneeuwpret werd getrakteerd, is er eigenlijk geen enkele reden waarom hij morgen niet weer met frisse moed het dagelijks huismannenbestaan zou kunnen hervatten. Dus dat is wat hij gaat doen, verdorie.

vrijdag 3
Uitgewaaid
Vanmiddag besloot de man zijn opkomend somber onbehagen voortvarend te lijf te gaan met een stevige wandeling. Dat zou hem goed doen en het was ook best aardig weer, eigenlijk, dus daar liep hij: in straffe pas, in strakke kadans, alleen met zijn eigen chagrijn. Alleen en zonder gedachten. Kop in de wind, gedompeld in stilte, stilte in zijn hoofd. Een heerlijk soort van er niet zijn. Niets hoeven, niets willen, niets moeten. Alleen de volgende stap, de volgende hoek om, het volgende pad. En de man werd bezocht door de gedachte hoe het zou zijn om almaar door te lopen. Steeds verder van huis, van het eisend gezin. Steeds verder van zichzelf. Nooit meer iets moeten, nooit meer iets willen. Alleen lopen. Lopen met een leeg hoofd. Maar ach.. Dat gaat ook vervelen op den duur hoor, almaar lopen. Bovendien begon het nu ook wel flink te regenen. Misschien was de man al wel een heel end opgeknapt inmiddels, dacht hij. En hij kreeg ook wel trek in een kopje thee eigenlijk. Ach ja. Zo gaat dat dan. Maar hij nam wel de lange weg.

donderdag 2
Mwah
Zo, het nieuwe jaar was weer begonnen. Maar vanmorgen vroeg de man zich plotseling weer eens af of hij daar nou eigenlijk wel zo'n zin in had, in alweer een jaar.

©2003JosvanVenrooij