het bewijs
weblog van een huisvader
......................

 


uit het dagelijks archief:
februari 2004

 

 

 

 

 

 

vrijdag 27
Te laat
De hele vakantieweek hadden zijn jongens op sneeuw zitten wachten, met enthousiaste plannen van sneeuwpoppen maken, sneeuwballen gooien en sleetje rijden. Tevergeefs. De voorjaarsvakantie had niets dan chagrijn in de aanbieding, motregen en waterkou. Maar nu zijn jongens het weekend van huis waren, logeren bij opa en oma, lag er vanochtend opeens een dik pak sneeuw achter de gordijnen. En hoewel papa en mama een prachtige lange wandeling maakten, door de witte toverwereld, genietend van elkaar en zo goed als opnieuw verliefd, konden ze niet anders dan af en toe hardop bedenken hoe hun jongens hiervan genoten zouden hebben. En zij daar dan weer van.

donderdag 26
Oei
Zijn imago als huisman had blijkbaar wel opeens nogal te lijden onder zo'n weekje krokusvakantie. Vanmiddag vertrok zijn vrouw om hun jongens voor een paar daagjes naar opa en oma te brengen, er zelf ook een nachtje te logeren, en bij het afscheid, aan de straat, vertelde zij hem, voor de zekerheid misschien, dat zijn pizza in de diepvries stond. 

woensdag 25
Ideetje
Je hoort wel eens zeggen dat ze zo lief zijn als ze slapen. En dat is natuurlijk ook zo. Maar als je zelf vanwege de krokusvakantie 's ochtends lekker wat langer blijft liggen en ze zich bereidwillig dan maar zelf een beetje vermaken, zolang, dan zijn ze toch ook wel erg lief hoor. Vanmorgen hoorde papa zijn oudste kleuter bijvoorbeeld voorstellen: zullen we spelen dat ik de baas was?

zaterdag 21
Geschminkt
Het was gisteravond al besloten en beloofd dus het liefst waren ze er direct de dag mee begonnen, maar bij de koffie was het dan zover: twee gevaarlijke tijgers slopen grommend en grauwend de kamer binnen. Papa schrok zich natuurlijk een hoedje en probeerde nog weg te vluchten, maar tevergeefs, met huid en haar werd hij gillend en kermend uitgebreid verslonden. Later die ochtend zou papa even naar de visboer lopen, en allebei wilden ze mee. Dus daar liep papa, met zijn twee tijgers, één aan de hand en één op de step. Vertederde blikken waren zijn deel, van alle tegenliggers. Wat een schattige kindertjes, zag je de mensen denken, loopt die meneer daar mee te pronken. Maar zijn oudste tijger beviel dat niks, al dat welwillend geglimlach. Want, zo mopperde hij beteuterd, niemand is bang van ons. 

vrijdag 20
Niet gehaald
Hij ging even bij het buurmeisje spelen, meldde de oudste kleuter bij thuiskomst achteloos stoer en ja hoor, daar ging hij. Handen in zijn zakken, pet op zijn hoofd, neus in de wind. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Maar dat was het eigenlijk niet want het was de eerste keer, dat hij zo alleen op pad ging. Papa keek hem vol bewondering na. Hoe hij de straat uit liep, onderweg nog een praatje maakte met een meisje met een hondje, waar papa misschien ook wel een praatje mee gemaakt zou hebben als ze dat hondje maar niet had gehad, en papa dacht: wat wordt hij groot. Wat wordt hij een grote jongen. Niet veel later, papa was net binnen, had zijn jas nog aan, klonk een wanhopig papaaa door het portiek, en stond zijn grote jongen smartelijk te huilen, met een natte broek, en een vernederend plasje rond zijn schoenen. Opeens was hij weer klein.

donderdag 19
Groen
Wonderbaarlijk hoe onuitroeibaar sommige dingen zijn, dacht ik van de week, toen mijn zonen al een paar dagen dikke lol hadden met een grapje waarvan ik mij kan herinneren daar in mijn tijd ook al dikke lol mee gehad te hebben. Zonder er, net als mijn zonen nu, alteveel van te begrijpen trouwens. Je moest dan, en dat moet nu nog steeds, aan het slachtoffer vragen: ben je bang voor je vader en moeder? En dan meteen vlak voor zijn gezicht hard in je handen klappen. Wanneer het slachtoffer dan met de ogen knippert, wat iedereen natuurlijk doet, is het antwoord dus: ja. En dat is dan het leuke. Want wie is er nou bang voor zijn vader en moeder? Tenminste, zoiets zal het wel zijn. Een geruststellende gedachte eigenlijk, en iets leukers kan ik er ook niet van maken. Inmiddels is de lol hier in huis er gelukkig weer af. Maar nu kwam de oudste kleuter met zijn gezicht alvast op pret naar me toe lopen, zijn handen voor zich uit gestoken, zijn vingertjes in een bosje, met de ogenschijnlijk moeilijk te beantwoorden vraag: welke kleur? Maar ik wist meteen wat hij bedoelde. Het peper- en zoutstel! Al was ik die naam eerlijk gezegd wel vergeten. Het peper- en zoutstel. Een van papier gevouwen, bloemachtig ding dat je met je duimen en wijsvingers afwisselend tegen elkaar bewegend kruiselings open en dicht en open en dicht deed. Net zo vaak als je slachtoffer had opgegeven. De flauwsten zeiden dan duizend, of zoiets, kon ik mij ook meteen weer herinneren. En als je het gevraagde aantal bewegingen had gemaakt, hield je het peper- en zoutstel geopend omhoog en moest er een kleur gekozen worden, een klepje opengemaakt, waaronder tot grote hilariteit geschreven stond wat je slachtoffer dus was. Gek, natuurlijk. Of leip. Of een aap. Het bleek trouwens al gauw dat ik ook niet meer paraat had hoe je zo'n ding nou ook weer moest vouwen, maar na een kwartiertje gezellig heen en weer proberen had ik de slag toch weer aardig te pakken en konden mijn zonen de volgende ochtend trots hun peper- en zoutstellen op school laten zien. En toen ik vanmiddag bij het ophalen door wel zeventien vriendjes en vriendinnetjes besprongen werd met de vraag: hoeveel keer? en: welke kleur? begreep ik eigenlijk ook wel hoe het komt, dat sommige dingen onuitroeibaar zijn.

maandag 16
Altijd wat
En zo had papa vandaag toch nog behoorlijk onverwacht en plotseling zijn eerste werkdag zoals hij zich dat dan zo'n beetje had voorgesteld, voor als zijn jongens allebei naar school waren. Met werk dat zich makkelijk om de schooltijden liet plooien, voldoende ruimte liet voor andere zaken en voorlopig uitdagend genoeg voor hem was. De man had dus de hele dag gewerkt en haalde fluitend en zingend zijn jongens uit school, zonniger dan ooit. En verdomd als het niet waar is, dat kon hij dan toch ook weer niet helemaal uitstaan van zichzelf.

zondag 15
Het tandpastadopje
En wie heeft er eigenlijk verzonnen dat tandpasta in van die hardplastic tubes moet zitten tegenwoordig? Vroeger zat het in zo'n zachtmetalen knijptube, waar verf nog steeds inzit trouwens, en waaraan je bijvoorbeeld precies kon zien hoeveel tandpasta er nog inzat, of dat het al bijna tijd was om een nieuwe tube te kopen. En wáár je erin moest knijpen en hoe hard. En oftie wel vol was als je hem kocht en je kon hem, daar had je zelfs speciale dingetjes voor, helemaal maar dan ook echt hélemaal leegknijpen. Ook geen overbodige luxe, al is het vreselijk Hollands om dat te vinden. Dat kan allemaal niet met die harde tubes. Die zijn misschien al bijna leeg als je ze aanschaft, er komt bijna altijd veel teveel uit en die zitten als er niks meer uitkomt nog zeker voor de helft vol. Met peperdure tandpasta. En zie dat er maar eens uit te krijgen. Knijpen helpt niet. Hier in huis hadden we daar dan op bedacht dat je de dop er weer op moest schroeven, de tube aan de achterkant moest beetpakken, duim en wijsvingerwerk, en dan een paar keer stevig heen en weer wapperen. Dan kon je weer even vooruit. Blijkbaar zijn ze daar achtergekomen want nu is ook de schroefdop afgeschaft. De dop zit nu met een soort klikje aan de tube. En wanneer je dan een paar keer stevig heen en weer wappert, schiet die dop eraf. Op de muren van de badkamer, de spiegel, de vloer, de kast, het plafond en de raarste plaatsen kun je dan goed zien hóeveel tandpasta er nog in zo'n lege tube zit.

vrijdag 13
Onpech
Een man van plannen, was de man. Plannen, goede voornemens en dromen. Vanaf nu, en straks, en morgen, dit jaar, werd het allemaal anders en eindelijk beter. Voornemens, plannen, ideeën. Kastenvol. Het één nog ambitieuzer dan het ander maar allemaal even welgemeend. Véél meer dan de helft van al die plannen en ideeën kwam niet van de grond. Waar dat aan lag, de man wist het niet precies. Te weinig tijd, te hoog gegrepen, te lui ook wel misschien. Te weinig zelfvertrouwen. Pech. Geen geluk. Hoe dan ook, de man was er nu wel zo'n beetje aan gewend geraakt, dat zijn plannen vaak wat in de ontwerpfase bleven steken. Zo zat dat nou eenmaal, bij hem. Het was daarom een vreemde gewaarwording dat één van zijn laatste plannen nu plotseling scheen te gaan lukken. Dat hij uitgerekend op vrijdag de dertiende op gesprek zat, en de kans kreeg waar hij op hoopte. Héél vreemd. Maar hij fleurde er wel van op.

woensdag 11
Koeoel
Grmblhoekomjedaarnouweeraan, was papa's eerste behoudende reaktie toen zijn oudste kleuter opgewonden zwaaiend de klas uit kwam gehuppeld met wat toen hij het trots onder papa's neus duwde een stukje van zo'n rood rolletje klappertjespistolenklappertjes bleek te zijn. En de juf vond het ook al niks maar die had het niet afgepakt omdat het mocht van papa, volgens de kleuter. Nou goed, onderweg naar huis met zijn kop in de wind kon papa zich dan ook wel weer herinneren wat een geheimzinnig opwindend bezit zo'n rolletje was. Vooral omdat het juist door die half afkeurende houding van je ouders, dat eeuwig voorzichtig nou maar voor je vingers, ook iets verbodens en gevaarlijks had gekregen. Dus eenmaal thuis aangekomen was papa alweer zó benieuwd naar hoe dat ook alweer rook en voelde en klonk dat hij welwillend toekeek - voorzichtig nou maar voor je vingers - hoe zijn zoon zijn inmiddels opgedane deskundigheid demonstreerde. En genoot van de jubelende blijdschap van zijn jongens bij iedere keer dat het lukte. Koeoel men. Zelfs óók een keer mocht van zijn zoon. Maar papa kon het niet meer. Té voorzichtig voor zijn vingers, waarschijnlijk.

dinsdag 10
Ufcx
De hele dag had hij in zijn atelier, zijn knutselhok, energiek en daadkrachtig het ene na het andere projekt ter hand genomen, werkstuk zus en kunstwerk zo, geheel volgens voornemen, en toch kwam de man thuis met het chagrijnige idee dat hij nog altijd veel en veel meer níet dan wél had gedaan en de nog veel chagrijniger wetenschap dat dat dus altijd en altijd zo zou blijven.

maandag 9
Toegepast
Waar het nou opeens weer vandaan kwam wist de man eigenlijk niet zo precies. Nou ja, hij had dit weekend bezoek op zijn atelier gehad, en honderduit verteld over alle plannen en ideeën die hij daar nog had liggen, in stapeltjes van tien, en het stof er wat vanaf geblazen. En hij had dit weekend weer eens flink aan de borreltafel gezeten, waar dan ook altijd wel weer nieuwe ideeën opborrelen, voor op één of ander ander stapeltje. Op zondag had hij dan nog, uit duffigheid, wat in de kunstboekenkast zitten snuffelen en nu was het er dan weer, dat onrustig en ontevreden makende gevoel van iets wíllen. Scheppingsdrang, geldingsdrang, dadendrang. Drang, in elk geval. Gelukkig vertoonde het huis deze ochtend weer alle sporen die een weekend achterlaat, met een flinke afwas, een grote berg was en een lege koelkast, dus daarmee kon de man zijn ongerichte energie vandaag in praktischer banen leiden.

donderdag 5
Sukkels
Nu hij al die vrije tijd om handen had, met zijn jongens naar school allebei, dacht papa dat het misschien geen slecht idee was maar eens naar werk te gaan zoeken. Te gaan solliciteren, hier of daar, op zoek naar een nieuwe structuur. En verdomd, als een soort voorteken van zijn gelijk, de eerste de beste advertentie die hij tegenkwam was hem meteen op het lijf geschreven. Dat was nou echt een baantje voor hem. Niet meteen te hoog gegrepen, nee, onderop beginnen. Het was precies zijn baantje. De hele week had hij het al helemaal voor zich gezien maar vandaag kwam de afwijzing binnen. Helaas moeten wij u meedelen enzovoort. Papa is niet verdrietig, papa is boos.

woensdag 4
De wilde zwijnen
Een uitje met de klas had zijn jongste kleuter vandaag. Met de juf en de meest, bus in, tram uit, op reis naar het één of het ander. En of papa dan misschien meewilde, vroeg de juf, als extra begeleider. Want papa was wat je noemde een actieve ouder op school, al had dat bij dit soort uitstapjes ook veel met overbezorgdheid te maken. Als ik er zelf bij ben kan er met die van mij tenminste niks gebeuren, dacht papa dan, wat primitief. Maar omdat hij gisteren tot diep in de nacht aan zijn eerste nieuwe opdracht in jaren had zitten werken, sprak het idee om nu met achttien kleuters bus in tram uit naar een uitje te moeten hem deze ochtend niet zo aan. En leverde hij zijn zoon als het eerste de beste carrièrezwijn over aan de grillen van het lot. En zichzelf aan zijn doemscenario's.

maandag 2
Mannen onder elkaar
Wat je trouwens ook hebt, als huisman, is de constante strijd met de dingen. De stofzuiger, bijvoorbeeld, die niet over haar eigen snoer wil rijden, of het boodschappenwagentje dat altijd hardnekkig de andere kant op wil, de strijkplank die niet in één keer wil blijven staan, de koelkastdeur die niet goed sluit, de vuilniszak die juist niet open wil. En verpakkingen natuurlijk. Met koeieletters staat er hier openen, met een uitnodigend stippellijntje, maar wat je ook probeert, het eindigt altijd in ongecontroleerd geweld en de rotzooi op de grond of over het aanrecht. En de vloekende vraag welke halve gare dit in godsnaam bedacht heeft. Iemand die het zelf niet hoeft te gebruiken, zoveel is duidelijk. Een man dus, waarschijnlijk.

zondag 1
Soms
Eerst stootte hij al een tand door zijn lip, aan het wastafeltje in de wc, en nog maar net getroost bloedde drie minuten later zijn voet alweer, vanwege een losgetrokken korstje. Een dikke rode streep naar helemaal tussen zijn tenen. Prikspul erop, een kus en een pleister. Wát een doffe, dóffe ellende, zo op het eind van de dag. Luid snikkend gaf hij het op. Sóms, verwenste hij zijn bestaan hartgrondig, soms is het leven stóm. Héél erg stóm. En hoewel hij zelf nou juist doorstroomd werd door een buitengewoon warm en liefdevol gevoel, papa kon zijn oudste kleuter daar geen ongelijk in geven.



©2004JosvanVenrooij