»
het
dagelijks
archief
»
het
huismannenpraatjes
archief
|
uit
het dagelijks*archief
vandagtotdag
december 2003
dinsdag
30
Proost
De voorlaatste dag van het
jaar, was het al. En nog altijd had de man geen goed voornemen kunnen
bedenken. Zou dat nou een goed teken zijn, vroeg hij zich dan wel weer
meteen af, of betekende het alleen maar dat hij alweer een jaartje
cynischer was geworden?
maandag
29
Nou en of
Maar je zou ze
ook wel eens een dagje níet willen hebben. Niet omdat ze dan
vervelender zijn, die dag, of meer ruzie maken dan anders, zich
stierlijker vervelen of moeilijker met eten, maar gewoon, omdat je kop
er niet naar staat vandaag. Gewoon geen zin in. In al dat gedoe. Of je
je daar nou voor moet schamen weet ik niet zo goed, en of ik dat doe
eigenlijk ook niet, maar het zal wel want toen ik ze dan vanmiddag met
een zucht van verlichting uiteindelijk maar achter de video had geplakt,
ergerde ik mij veel meer dan normaal aan die eeuwige door niets of
niemand te ontregelen goedgeluimdheid van hun grote held, de immer
vrolijke Bob de Bouwer.
zaterdag
27
Zielig
Uit balorigheid misschien wel,
was papa dan zelf uiteindelijk ook maar een beetje ziek geworden. Beetje
hoesten, beetje rillerig, brrr. Maar hij vond er niet veel aan, op deze
manier. Telkens wanneer hij een zielig geluidje maakte om ook aan zijn
portie aandacht te komen, werd hij overstemd door inderdaad veel
indrukwekkender hoestbuien van vrouw en kinderen. En ging hij toch maar
weer zelf sinaasappeltjes persen.
donderdag
25
Kerstgewatte?
Om de algehele ziekigheid thuis
heel even te ontlopen, de hangerige lamlendigheid, het koortsig
gesnotter, was de man vanmiddag andermaal de duinen ingetrokken. Lekker
rustig, had hij gedacht. Ja, dat had hij gedacht, lekker rustig. Het was
er stervensdruk. Hele gezinnen liepen er uitgelaten zichzelf, elkaar en
hun hond uit te laten. Halve families liepen er even bij te komen van de
kerstborrel, vast naar adem te happen voor het kerstdiner. Allemaal
keurig nette normen en waarden mensen waren het, dat wel, maar de
kerstgedachte was niet aan ze besteed. Want hoe de man het ook aanlegde,
zijn groet bleef steevast onbeantwoord, zijn blik werd schichtig
ontweken.
Miskerst
Was er vanaf
het allereerste begin van de kerstvakantie al om de beurt een kleuter
ziek, vanochtend waren ze het allebei. Tachtig graden, samen. En ook
zijn vrouw had het nu definitief begeven. Zodoende was de familie
afgebeld en stond de kerstgroene huurauto vergeefs aan de stoeprand.
Neerhurkend bij een tot op de bodem leeggeschraapte koelkast, tegen een
achtergrond van driestemmige zieligheid, gehoest en gekreun, gejammer en
gesteun, voelde de man het langzaam maar erg zeker opkomen. En het was
bepaald géén welbehagen.
woensdag
24
Top
Het leven van zijn puberdochter
speelde zich op vakantiedagen als deze grotendeels achter gesloten
deuren af. Voor een kopje thee was ze dan nog wel zo goed om even in
gezinsverband te verschijnen, maar voor de rest zat ze het liefst zo
diep mogelijk in haar stoel in haar kamer, met voor de zoveelste keer de
zoveelste Harry Potter. Daar werd papa wel eens onrustig van. Kind,
dacht hij dan, dóe iets! Iets leuks! Iets met vriendinnen! En buiten de
deur! Dat zei hij trouwens ook wel eens hardop maar dan vertrok ze voor
straf helemáál meteen zuchtend en sloffend terug naar kamer. Ach ja.
Zo kwam het dat papa dan maar eens voorzichtig terugdacht aan hoe dat
dan ook al weer was toen hij zelf nog puber was, in de kerstvakantie.
Zat hij inderdaad ook maar het liefst op zijn kamertje, zonder al te
veel om handen. Maar wel de cassetterecorder binnen handbereik
natuurlijk. Voor de Top Honderd. Het hoogtepunt van een heel jaar elke
week de top dertig. Om zijn favorieten op te nemen, en in spanning
speculerend af te wachten wie er op één zou staan dit jaar. Vandaag de
dag was dat een top twééduizend. Vijf hele dagen én nachten duurde
dat, om naar te luisteren. Maar het stond ook al paginagroot in elke
krant, dus spannend was dat niet. En je favorieten haalde je
tegenwoordig van internet. Niks hele middagen met de vinger aan de recordknop.
Twintig seconden downloaden, cd-tje branden, klaar. En zie, nu hij dit
bedacht had, snapte hij zijn zuchtende puberdochter wat beter. Er was
inderdaad geen zak meer aan, op deze manier.
dinsdag
23
Zo zoon
Regen of geen
regen, een frisse neus moest er komen, had papa vanmiddag manmoedig
besloten. Dus hees hij zijn oudste kleuter, die zo te horen wel weer
zo'n beetje beter was, in capuchon en laarzen en regencape, op de fiets
en naar de duinen, voor een avontuurlijke wandeling dwars door weer en
wind. Mannen onder elkaar. Stoer vond zijn jongen dat wel. Wij met zijn
tweeën, hè papa? Maakt ons niet uit of het regent. Dus om het nog
extra spannend te maken, dacht papa, gingen ze eens fijn van het pad af,
achter de hekken, dwars door het bos en de struiken, heuveltje op en af
je neus achterna. Normaalgesproken durfde papa dat niet. Achter de
hekken. Dat hek staat er niet voor niets, dacht hij dan. En als iedereen
maar over de hekken gaat klimmen.. Maar zijn zoon leek hem een mooi
excuus dat vandaag nou eens helemaal anders te doen. En misschien wel
net op tijd want in plaats van het verwachte enthousiaste yes,
vroeg zijn zoon hem zorgelijk aarzelend af wat de boswachter daar van
zou vinden.
Lekker griepen
De oudste kleuter nog een
beetje aan het uitzieken, de jongste kleuter sinds gisteren geveld en
met veertig graden te bed, zijn vrouw en dochter de stad in voor nieuwe
jurken, en jasjes en tasjes en bloesjes en schoenen, bleef er voor papa
dus niet veel anders over dan welwillend ongeschoren in ochtendjas tussen
zijn jammerende en zeurende jongens heen en weer te dribbelen, met
slokjes water, gepelde mandarijntjes en duffe spelletjes, en de hoop dat
het allemaal maar snel weer voorbij mocht zijn. Want dit leek nergens
op, als vakantie.
zondag
21
Frisse lucht!
Met buiten niets beters dan
waaierige, chagrijnige grijsheid om binnen bij te blijven en binnen een
treurige, lamlendige kleuter met koorts in zijn bed, op schoot op de
bank, was het kerstgevoel dit jaar al een paar dagen te vroeg over de
man neergedaald.
vrijdag
19
xxx-mas
Kijk papa, de kerstvrouw, zag
mijn jongste zoon verbaasd op een wel heel groot reclamebord. Dat kan
toch niet, vond hij het maar raar. Maar ze heeft wel een echte kerstmuts
op. Het was inderdaad een vrouw, dat had papa snel gezien want die
kerstmuts was ongeveer het enige dat ze droeg, samen met een rood
onderbroekje dat zó klein was dat papa in de gauwigheid ook nog even te
zien kreeg dat ze niet alleen haar baard had afgeschoren, de
kerstvrouw.
Maar ze heeft het wel een beetje koud, besloot mijn zoon. Omdat ze haar
borsten in haar handen hield waarschijnlijk, in voor hem nog niet verleidelijke pose. Ja
jongen, zei papa dus maar, dan moet ze ook maar niet in haar blootje in
de kou op straat gaan staan. En hij vond dat hij daar groot gelijk in
had.
donderdag
18
Gezinsgeluk
De man was naar de film
geweest. Een film over een man en een vrouw en een kind. Een film over
de liefde, het leven, en de dood, zoals een film hoorde te zijn. En de
vrouw uit de film deed hem denken aan zijn eigen vrouw. En aan de tijd
dat zij elkaar nog niet zo lang kenden. De eerste tijd, de roze tijd, de
dampende, onbezonnen tijd. De tijd dat ze elkaar liefhadden op het
strand, in het bos, tussen de weilanden onder de zon, op de motorkap van
de auto, die ze toen ook nog had. De tijd die eigenlijk nooit voorbij
zou mogen gaan. Zijn vrouw léék trouwens ook wel een beetje op de vrouw
uit de film, vond de man. En vervuld van geluk en blijdschap dat hij
zo'n mooie vrouw had, en twee van die mooie jongetjes, een dochter nog
erbij, en dat zijn vrouw níet doodging, zoals de vrouw in de film,
fietste de man naar huis, waar zijn vrouw op hem wachtte. Waar zijn
vrouw alvast naar bed was gegaan. Waar zijn vrouw al lag te slapen. En
niet wakker wilde worden, voor al zijn warme gevoelens.
woensdag
17
Los
Nog geen maand zat hij op de
kleuterschool, papa's jongste, en nu al was hij een gevierde bink. En
uitgenodigd op zijn eerste echte verjaardagsfeest, met alles erop en
eraan. Met nog negen andere kleuters vertrok hij, met vriendjes moeder
en oma, vastgesnoerd in de auto, naar één of ander klim&klauter en
ballenpretparadijs, even buiten de stad. En papa stond hem, met
natuurlijk weer bezwaard gemoed en tot aan de nok toe gevuld met
doemscenario's, aan de stoep uit te zwaaien en los te laten. Dag jongen,
veel plezier. En zul je goed uitkijken, jongen? Zul je voorzichtig zijn?
Hoewel hij het niet uit kon staan van zichzelf, was papa er de hele
verdere middag niet gerust op. Ten onrechte natuurlijk want tegen
zevenen stuiterde er met veel geraas een wel zéér tevreden kleuter de
gang in, tadaaaa, daar bén ik weeeeer, die zijn volledige
verzameling moeilijke en stoere geluiden en gezichten moest aanspreken,
en er ook zijn armen en benen nog dubbel en dwars bij nodig had om al
zijn spannende avonturen en belevenissen zoveel mogelijk tegelijk te
vertellen. Waar papa, even ademloos als opgelucht, met open mond en
wazige ogen naar luisterde.
dinsdag
16
Met flinke pas
Al twee weken liep de man een
beetje halfzacht te kwakkelen en te gammelen. Gedver wat was hij moe en
krakkemikkig. Maar ja, meld je maar eens ziek, als huisman. Kan niet.
Behalve vandaag, op dinsdag, als mama een dagje vrij heeft. Dus was de
man de dag tevoren al lekker vroeg naar bed en kwam hij er vandaag pas
onhuismannelijk laat weer uit. Heerlijk, daar knapte hij al lekker van
op. En de rest van de dag besteedde hij aan een ferme, frisse wandeling
door die goeie ouwe duinen, langs het immer geduldig strand. Uitgewaaid
en opgeruimd kwam hij net voor het donker weer terug, vervuld van nieuwe
energie en bruisende levenslust. Zoveel zelfs, en zo bruisend, dat hij
zich 's avonds een beetje beduusd met een rolmaat in de keuken
terugvond, waar hij het aanrecht stond op te meten, en plannen stond te
smeden om nou eindelijk de verbouwing eens af te maken. Oh oh, als dat
maar goed afliep.
maandag
15
Z'n gangetje
Zuchtend zette de man zich
vanmorgen dan maar weer eens aan de zoveelste afwas en geheel volgens
verwachting werd hij ter hoogte van alweer het aangekoekte melkpannetje ook
weer aangevlogen door de volstrekte nutteloosheid van al dit gedoe, de
treurigmakende oneindigheid, het geestdodende steeds maar weer opnieuw
hetzelfde. Veel
voorspelbaarder moest het toch ook niet gaan worden, dacht de man nog,
maar
goed, dat was ook al niet echt voor het eerst.
donderdag
11
Donkere dagen
Na een hele dag waarop alles
wat de man beetpakte op de grond viel maar er verder niets uit zijn
handen kwam, wat hij begon niet lukte, niet wilde of niet ging, waarop
hij in de regen en de kou zijn jongens uit school moest fietsen, door
het opspattend verkeer, waarbij het hem trouwens opviel dat er steeds
meer mensen met zo'n belachelijk kerstmannenmutsje over straat gaan,
gekledder met regenpakken, natte schoenen en gedurig chagrijnig
kibbelende jongetjes, werd de man vanmiddag overvallen door een diep
verlangen naar een lange, ongestoorde winterslaap, dat hij probeerde te
bestrijden met kaarslicht, warme chocolademelk met slagroom en een
spelletje ganzenbord, zoals dat hoort in deze dagen. Maar ook weer
vergeefs natuurlijk.
woensdag
10
Bergen
Zonder nou meteen op te willen
scheppen, zou ik willen beweren dat wij een hoop spullen in huis hebben.
Erg veel. Zoveel dat het regelmatig voorkomt dat wanneer je een kast
opentrekt, op zoek naar het één of het ander, er van alles en nog wat
naar buiten komt stuiteren en buitelen. Met een hoop lawaai. Dat is dan
overigens ook nooit het één of ander waar je naar op zoek bent, wat
het nog erger maakt. Want erg is het wel. Wat is het hier toch ook
altijd een verschrikkelijke bende in dit huis, toeterde ik dan ook
geërgerd door de kamer, toen er vandaag vijf plastic bordjes, twee
chocoladeletters en een beker vol kleurpotloden en wat stiften over de
vloer kletterden bij een zoektocht naar een schaaltje voor de toetjes.
Mijn vrouw hield wijselijk haar mond maar ik zag en hoorde haar zich
spottend afvragen wie hier nou eigenlijk de huisman was. En ja, dat wist
ik zelf natuurlijk ook wel, verdomme, dus morgen zou ik die hele kast
leeghalen en alles wat er niet in thuishoorde ging genadeloos de
vuilnisbak in. Voor eens en voor altijd orde op zaken! Mijn vrouw gaf
nog altijd geen krimp en zelfs mijn jongens, toch rijkelijk
vertegenwoordigd in de bewuste kast, waren niet onder de indruk. Het zou
er ook inderdaad wel weer niet van komen.
dinsdag
9
Nog niet gewend
Van alles zou papa vandaag
hebben kunnen gaan doen, met allebei zijn jongens op school. Jaja. Hij
had er ook van alles voor op stapel staan trouwens, voor deze nieuwe
hele dagen. Hij hoefde er alleen maar aan te beginnen. Alles was in
huis, zogezegd. Maar in plaats daarvan liep de man in de supermarkt.
Boodschapjes te doen. Litertje melk, pondje kaas, halfje gesneden bruin.
Appeltjes, mandarijntjes. Net als anders, maar dan anders. Want het was
maar een stille boel, vond hij. Zo zonder peuter die overal opklom en
aanzat, onderdoor kroop en achter verstopte en maar door en door
ouwehoerde, over van alles en niks en nog wat. Die het karretje voor hem
terugbracht, het muntje in papa's portemonnee, de flessen in de automaat
en gaan we nog een bokkinkie kopen? Tja. Het zou heus wel weer komen,
wist papa ook wel, maar vandaag liep hij toch weer een beetje met zijn
ziel onder zijn arm.
maandag
8
Wonder
Als de man
ergens een hekel aan had was het aan honden. Dat wil zeggen: mensen met
honden. Daar kon je hem midden in de nacht voor wakker maken, om daar
eens lekker op te mopperen en er ging geen dag voorbij of er viel wel
een onvertogen woord op die types die hun hond maar overal lieten
schijten en er nog beschaafd bij bleven kijken bovendien. Zo ook
vandaag. Vanuit het raam zag de man een heer zijn hondje uitlaten. Een
keurige heer met een keurig, damesachtig hondje. En omdat de heer
zichzelf duidelijk ook heel keurig vond, liep hij op de rijweg, met zijn
hondje, want om de een of andere voor mij niet begrijpelijke reden
schijnen mensen met honden te denken dat wij het niet erg vinden wanneer
wij bij het oversteken in hun stront stappen, of er doorheen fietsen. Of
er bij het uit de auto stappen in wegglijden. Maar het hondje wilde toch
liever op de stoep poepen en dat deed het dus ook. Terwijl de keurige
heer op de rijweg stond te kijken alsof het hondje dat niet deed. Geen
gezicht. Maar wel vlak voor de deur van de man. En hoewel hij dat
normaalgesproken liever niet deed, omdat het altijd vergeefs was en vaak
tot ruzie leidde waar hij zich dan nog dagenlang over op bleef winden,
vond hij vandaag dat hij dit nou toch ook weer niet over zijn kant kon
laten gaan, dus vroeg hij door het geopende raam aan de keurige heer of
die het misschien ook zelf even wilde opruimen. Nou wilde de keurige
heer dat natuurlijk niet, en zoiets mompelde hij ook, maar toen de man
aanhield dat zijn kinderen daar straks weer in moesten spelen, beloofde
de heer, zich schielijk uit de voeten makend, dat hij even een zakje zou
gaan halen. Jaja, dacht de man. Maar hij had het in elk geval
geprobeerd. Toen hij een half uurtje later zag dat wat het hondje had
gedaan inderdaad keurig was opgeruimd, kon de man zijn ogen niet
geloven. En eerlijk gezegd, hij wilde zijn ogen ook helemaal niet
geloven. Want hij geloofde niet in wonderen.
zondag
7
Nada
Zijn
puberdochter deed mee aan uitwisselingsprojekt, van school. In het
voorjaar zal ze een week naar st Petersburg vertrekken, maar deze week
logeerde er dan een russisch meisje bij haar. En bij de man. En al twee
weken liep de man met het misschien ouderwetse en onrustige idee dat hij
dan dus wel zijn hele huis op orde moest hebben, en aan kant. Opgeruimd
staat netjes spik en span. Maar steeds kwam het er niet van daar nou eens
echt mee te beginnen. En nu was het dan bijna zover en nu liep de man de
laatste anderhalve dag volslagen stuurloos hieperdepiep door het huis te
stuiteren, zonder dat dit er nou veel opgeruimder of schoner van werd.
En moest hij het weer eens onder ogen zien: eigenlijk was hij een
huisman van niks.
vrijdag
5
Heerlijk
Hoewel wij
ieder jaar weer opnieuw afspreken dat we het dit jaar echt minder gek
moeten maken dan het jaar ervoor, lag er vanmiddag toch weer een stapel
cadeaux voor de deur waar we duidelijk tot ver na elven mee bezig zouden
zijn, om dat allemaal rond te delen en voor te lezen en uit te pakken.
Zakken dozen manden vol. Toch vleiden wij ons nog met de gedachte dat
onze jongens met hun eerste de beste cadeautje al zó gelukkig waren dat
ze naar het overgebleven onuitgepakt gebergte al niet meer taalden, omdat hun buit al
binnen was. En ze dus nog niet helemaal verpest waren.
Sinterbells
Toch blijf ik het aanstootgevend vinden dat ik met mijn jongens,
nauwelijks bekomen van het Sinterklaasfeest op school en zingend van
stoomboot en kapoentje nog op weg naar het heerlijk avondje, toch alweer
opeens door een haag van kerstbomen naar huis moet fietsen. Waarom dat
dan niet één dagje kan wachten. Daar snap ik helemaal niks van en daar
wil ik ook helemaal niks van snappen. Van die flauwekul.
woensdag
3
Quality sticks
Rokertjes, hadden zijn jongens
in hun schoen gekregen. Van Sinterklaas. Die wist dat ze dat wilden,
heel graag. Hun moeder was het er niet zo mee eens want als het
niet-roken nog niet had bestaan, had zij het vandaag nog uitgevonden en
ze vond dat je die kinderen niet op verkeerde ideeën moest brengen. Ach
ja. Papa vond het wel geinig. En nu hij ze zo trots rond zag lopen, met
die sigaretjes in hun mondhoekjes, kijk papa, ik steek hem aan, tsjik
tsjik, kwam bij papa ook weer even dat geweldige gevoel boven dat alleen
een chocoladesigaretje je kan geven. Dat onbegrijpelijk stoere. En hij
kwam even in de verleiding er eentje te bietsen, bij zijn zoons. Maar
toen herinnerde hij zich ook plotseling weer dat ze eigenlijk niet te
vreten waren.
dinsdag
2
Djinglesint
Het zal toch
niet waar wezen hè? begon de man zich alweer op te winden in het
populairste warenhuis van ons land: liep hij op twee december gewoon nog
wat Sinterklaasinkopen te doen, chocoladeletters, een aardigheidje,
inspiratie, werd de sfeer alweer nóg voortijdiger verpest door die
amerikaanse nepkabouter met zijn arreslee. Hoor maar, uit de
luidsprekers klonk al duidelijk het regelmatig rendier-ritme:
dzjingdzjingdzjingdzjing. Gadver. Maar wat de man pas écht in het
verkeerde keelgat schoot, was dat het vervolgens, bonnebonnebonne, tóch
een Sinterklaasliedje bleek te zijn, waar de kerstgedachte van overzee
alvast een beetje speels doorheen was geweven, dzjingdzjingdzjing, om er
zo een soort vlees noch vis allround kant nog wal decembermuzakworst van
te maken. Ja hoor, dacht de man, daar zal je hem dan toch nog hebben, de
recessie.
Me
neus
Dapper ging de
man vandaag op pad om Sinterklaasinkopen te doen. In de stad. Vreselijk
vond hij het, ieder jaar weer. Niet alleen met Sinterklaas trouwens.
Daarom koos hij er meestal een onopvallende, grauwe doordeweekse,
doorsnee dinsdagochtend voor uit. Dan was het nog niet zo druk. Maar al
gauw kon hij zijn kont niet meer keren tussen het winkelend publiek.
Moest hij steeds verder achteraan aansluiten in hele lange, langzame
rijen, want alles moest ingepakt. En de man achtte het bewezen:
Sinterklaas bestond weldegelijk, ondanks hardnekkige geruchten die het
tegendeel beweerden, maar de recessie, waar je in het journaal dan wel
eens over hoorde, in de krant wel eens iets van las, die bestond niet.
Die was van hogerhand verzonnen, door de grote mensen, om ons bang te
maken.
©2003JosvanVenrooij
|
|