» het
 dagelijks
 archief


»
het
huismannenpraatjes
archief

 

 

 

 

 

 

uit het dagelijks*archief

vandagtotdag
augustus 2003

vrijdag 29
Jump to the left
Nadat mijn puberdochter, die toen trouwens nog geen puber was maar een lief tienjarig meisje, haar vóór aanschaf felbegeerde maar daarna vooral verwaarloosde hamster met een wel zeer eenvoudige en plichtmatig opgevoerde plechtigheid in de tuin had begraven, stond mijn besluit vast: géén huisdieren meer. Niet dat dat wat uitmaakte want daarna is er tot twee keer toe een kat in huis gehaald omdat de stemming nou eenmaal twee tegen één was. De één die ook de kattenbak schoon moest maken inderdaad. Omdat híj toch de huisman was. Maar toen de laatste kat de deur uit was gedaan omdat hij het niet zo op babies had, besloot ik opnieuw: nóóit meer een huisdier! Nou ja goed, als de kleuter dan eens een slakje vindt op straat dan mag hij dat beest natuurlijk best even in een potje houden, maar als we op vakantie gaan, laten we hem weer vrij hoor, want anders is het niet leuk voor het slakje. En als een paar weken later hetzelfde potje met twee liefdevol door de kleuter uit het portiek geadopteerde pissebedden op de ontbijttafel staat, ach, dat kan dan ook nog wel. Bovendien waren die na twee dagen dood want wat eten die beesten eigenlijk? Als de kleuter deze week een enorme wijngaardslak vindt, in het bos, die hij op school wil laten zien, en die hij de hele weg terug naar huis geruststellend en bemoedigend toespreekt, wordt het al.. tja, nou ja, vooruit dan maar, al is het wel zielig in zo'n klein potje. Maar als mijn vrouw dan vandaag thuiskomt met een klein op straat gevonden aquariumpje, waar de slak dus inmiddels in rondkruipt, over wat gezellig grind en een rustiek stokje, een blaadje sla om te eten, dan begin ik te vermoeden dat de stemming inmiddels wel eens vier tegen één zou kunnen zijn. En dat we dus een huisdier hebben. Hij heet George Baker.

donderdag 28
..en een vat met rum
Na zes lange weken vakantie met zijn grote broer te hebben gespeeld, geruzied en gekeet, valt het de peuter helemaal niet mee dat hij het nu weer halve dagen met alleen zijn vader moet stellen. Al leest papa nog zoveel verhaaltjes voor, al mag hij nog zo lekker helpen met de afwas in het sop, de boodschappenwagen duwen of de handdoeken opvouwen, elke vijftien minuten komt wéér de vraag hoelang het nog duurt voor we zijn broer op gaan halen. En hij zit dan nu wel zo'n beetje te kleien, in godsnaam dan maar, omdat papa dat zo graag wilde, maar eigenlijk wil hij iets anders. Zeerovertje spelen. Met zijn broer. De zwaarden heeft hij al klaar gelegd. Hoelang gaan we nou, papa? En als we dan eindelijk gaan, krijgt papa vanuit het voorstoeltje de hele weg breeduit van alles te horen en te zien over zeerovers en piraten en wat die straks zoal zullen kunnen en durven en doen. Op de terugweg worden zijn niet aflatende avonturen, nu vanuit het achterstoeltje, steeds meer overstemd door langsrazend verkeer en de schoolverhalen van zijn broer, tot ze aan het begin van de straat zijn stilgevallen en papa zijn slapende zeerover uit het stoeltje de trap op moet tillen, naar binnen, waar hij op het grote bed zijn roes uit mag slapen. Johoho.

woensdag 27
Korte metten
Zo, nu het gewone dagelijkse leven dan eindelijk maar weer eens zo'n beetje begonnen was, en iedereen zijn allerlaatste restje vakantie had uitgezeten en opgenoten, besloot de man vandaag onmiddellijk een begin te maken met een karwei dat hij zich eigenlijk vóór de vakantie al had voorgenomen en waar hij zich ook wel een beetje op verheugde, eerlijk gezegd. Alle overbodige, versleten, half vergeten, om onduidelijke redenen bewaarde en opgespaarde rotzooi waar veel en veel te veel van in huis lag opgetast en weggestouwd dat de kasten er niet meer van sloten zou hij er kastplank voor kastplank uitfilteren en wegmieteren. Ontslakken dat huishouden. Korte metten. En omdat dit weekend het nieuwe stapelbed voor zijn jongens bezorgd zou worden, leek de linnenkast hem een mooi begin. Alle kleine hoeslakentjes en dekbedovertrekjes konden nu om te beginnen natuurlijk weg. Hopla. En hoeveel tweepersoons overtrekken hadden ze eigenlijk wel niet? Alle mensen, wat een overdaad, moest je nou eens kijken. Jaren niet gebruikt en geen gezicht. Dat ligt daar maar ruimte in te nemen, in een toch al te kleine kast: weg ermee. Verwassen versleten hoeslakens, met foute verschoten kleuren en overgeschoten slopen, armoedig kleine handdoeken, het kon allemaal de deur uit, zeker een vuilniszak vol. Hè, dat ruimde lekker op. Tevreden toonde de man zijn vrouw dat ook híj niet had stilgezeten, deze eerste werkdag van het nieuwe jaar.
Zijn vrouw bekeek de stapel linnengoed welwillend, maar vroeg toen toch, terwijl ze het bovenste overtrek uitrolde: vind je dat nou niet zonde? Deze is toch best nog leuk? En dit kunnen we toch wel repareren? Of iets anders van maken? En die kleine handdoekjes zijn nou juist zo hándig, voor mee naar het strand! Ik doe mijn haar er mee! En terwijl de man zich zuchtend aan de afwas zet, legt zijn vrouw haar verloren zonen en dochters weer liefdevol terug in de linnenkast.

©2003JosvanVenrooij