»
het
dagelijks
archief
»
het
huismannenpraatjes
archief
|
uit
het dagelijks*archief
vandagtotdag
april 2003
woensdag 30
De botel
Nu zijn
vrouw en jongens een paar daagjes weg zijn, zijn dochter bij haar
moeder, en de man het huis en de tijd aldus voor een groot deel aan
zichzelf heeft, heeft hij de kans weer eens een paar daagjes iets heel
anders te zijn dan de huisman. En zoals wel vaker bij dat soort
gelegenheden weet hij dan alleen niet zo gauw wát. Of ook wel: de
voornemens, plannen en mogelijkheden buitelen en stuiteren weer in zulk
hoogdravend tempo over elkaar heen en weer zijn hoofd in en uit dat het
de man de grootste moeite kost dat deze keer allemaal in goede banen te
leiden.
maandag
28
De afwas
m/v
Wie gekookt heeft, hoeft niet
af te wassen, is bij ons thuis de regel. Vooral als mijn puberdochter
kookt, één keer per week dat ze er is, wordt daar strikt de hand aan
gehouden. Nog geen theelepel brengt ze dan naar de keuken en ze heeft
gelijk ook, je bent zestien of je bent het niet. Maar ook als mijn vrouw
heeft gekookt, wordt er niet snel een uitzondering gemaakt en is de
afwas na afloop mijn taak. En dan blijkt maar weer eens dat de rollen in
dit huishouden inderdaad geheel zijn omgedraaid: voor ieder peentje,
ieder boontje, ieder erwtje lijkt het, is een apart schaaltje, bakje of
kommetje uit de kast gehaald. Voor iedere aardappel een nieuw mesje,
voor iedere hap vlees een verse snijplank. Alles waar iets in kan is
gebruikt. Pannetjes waarvan ik niet eens wist dat we ze hadden, staan nu
in slordige rotten van drie aangebakken te wezen op aanrecht en fornuis,
in gootsteen en vensterbank. De puinhoop kortom, waarvan in damesbladen
wel eens beweerd wordt dat alleen mannen die kunnen maken en waarmee in
ons huishouden dus is bewezen dat vrouwen, wanneer ze de kans maar
krijgen, inderdaad alles kunnen wat een man ook kan. Maar dan beter.
vrijdag
25
Gemiste
kans
Toen de man vanmorgen wat te
laat en iets gehaast de voordeur uitstapte om zijn peuter van school te
halen, stonden er twee onbekende dames in zijn portiek te schutteren en
te haspelen. Omdat ze zich blijkbaar betrapt voelden, bekende de oudste
van de twee aarzelend dat ze op sentimental journey waren en dat
haar moeder dus op dit portiek had gewoond, vroeger. In het huis van de
man, om precies te zijn. Nu was de man dol op dit soort dingen, dus bood
hij de dames onmiddellijk aan om ook binnen even een kijkje te nemen, nu
ze elkaar nu eenmaal toch zo getroffen hadden, een aanbod dat de dames
schoorvoetend maar toch gretig aannamen. En zo kwam het dat de man twee
zenuwachtige en steelse traantjes plengende onbekende dames rondleidde
door zijn huis, het huis uit hun verleden, het huis van hun moeder en
oma. Een verleden waar de man wel sporen van was tegengekomen tijdens
zijn verbouwing. Muntjes, sigarettendoosjes, kranten. Verstopte
knipsels. Zoekgeraakte ansichtkaarten. Stokoude, steeds kleiner wordende
stukken zeil, op de vloer gespijkerd. Restjes behang op de muur, een
krabbel in potlood. De geur van petroleum. Pas toen de dames alweer
vertrokken waren en de man zich naar het schoolplein haastte, besefte
hij dat dit een eenmalige kans was geweest. En dat hij nu voor zolang
als hij hier woonde met alle niet gestelde vragen zou blijven zitten.
donderdag
24
Groeit
en bloeit
In een poging zijn jongens een
onvergetelijke jeugdervaring mee te geven was papa een tijdje terug met
ze naar het slootje gereden, na school, met een potje in de fietstas. Om
kikkerdril te vangen. Maar omdat papa, hoe hij ook tuurde en speurde,
geen kikkerdril kon vinden, zijn jongens zich allang weer met andere,
spannender zaken bezig waren gaan houden en er bovendien eentje
aankondigde dat hij het nu écht niet meer kon ophouden, had papa, om
nou ook weer niet helemaal met lege handen thuis te komen, maar snel en
in het wilde weg zijn potje volgeschept en dichtgeschroefd. En nu was
dat potje water, dat dagenlang vergeten in de vensterbank had staan
wachten op wat er nou verder mee zou gaan gebeuren omdat papa het ook
raar had gevonden het onmiddellijk bij thuiskomst maar weer leeg te
gooien, plotseling tot leven gekomen. Ontelbare piepkleine doorzichtige
wezentjes wemelden op en neer door het water. Wat is de natuur toch
prachtig, had papa gedacht, en sterk. En ook zijn jongens hadden een
zeer kortstondige hechte band met het onverwachte broed: aaaah, wat
schattig. Maar verder hadden ze er natuurlijk niet meer naar omgekeken
en ook papa kreeg een steeds grotere afkeer van het hersenloze
gewriemel, dus vandaag had hij het wonder der natuur maar eens door de
wc gespoeld.
woensdag
23
Toch
niet
Daar kwam de man zijn buurvrouw
tegen, in de supermarkt, bij de dagelijkse boodschappen. Zijn buurvrouw
die niet eens kinderen had om de boel met zandschoenen en yoghurtvingers
op stelten te zetten, maar die, blijkens het praatje, even een fles
allesreiniger moest halen. Voor de werkster. Ja, dacht de man toen, ja,
zó kan ik het ook. Maar later bedacht hij dat dat misschien wel
helemaal niet waar was.
dinsdag
22
?
Soms
begrijpt de man zichzelf ook wel eens niet zo goed. Zo kan het gebeuren
dat hij de hele ochtend verlangend, of ongedurig zelfs, uitziet naar het
moment dat hij zijn peuter 's middags óók voor twee uurtjes op school
kan afleveren, zodat hij even alleen met zichzelf kan zijn, en dat hij,
wanneer het dan zover is en hij nog even achterom door het raam kijkt om
zijn peuter tevreden aan tafel te zien aanschuiven, hij plotseling door
zo'n hevig gevoel van leegheid wordt overvallen dat hij hem het liefst
meteen weer mee terug zou nemen.
woensdag
16
Hocuspocus
Vanavond
was het sprookjesfeest, op de school van zijn kleuter. En papa zou de
loterij presenteren. Als tovenaar. Leuk. Wel had de man zich voorgenomen
daar nou niet zo'n overdreven vormgegeven, uitgedachte act van te maken
als hij eigenlijk wel moest van zichzelf. En dat had hem dan zo'n moeite
gekost, dat hij allang weer reuzenspijt had van zijn zelfoplegde
gemakzucht.
zondag
13
Doormodderen
Vanochtend,
op zijn fietstocht naar zijn atelier met een rugzak vol verse ambitie,
zag de man, bij een bushalte of zo, zo'n sjofele grotestadsbewoner
genietend zijn misschien wel niet eens eerste halve liter bier van de
dag beëindigen. En opeens, zonder de zaken nou te willen romantiseren,
dacht de man heel even dat dat misschien toch ook wel veel lékkerder
was, om de hele zooi maar gewoon schaamteloos te laten hangen zoals het
nou eenmaal hing. In plaats van altijd maar dat moeilijke iets willen.
vrijdag
11
Stadsmens
De
buurvrouw had een schaal vol kikkervisjes op het dressoir staan. Of mijn
jongens dat misschien ook leuk vonden. Of ik er niet ook een paar wilde.
En óf mijn jongens dat leuk vonden, reken maar van jes, ze waren er
niet bij weg te slaan, bij dat vrolijke miniatuurgespartel achter glas.
Maar papa dacht dat het misschien wel leuker zou zijn wanneer ze zélf
kikkerdril uit het slootje zouden vissen, als échte jongens, en het
proces educatief verantwoord van het begin af aan mee zouden maken. Dus
daar zat papa, met zijn jongens opgewonden leergierig in zijn kielzog,
over het slootje gebogen, met een potje in de aanslag in het riet te
turen. In het water te roeren. En hoe langer papa zocht maar niks vond,
hoe duidelijker het besef tot hem doordrong dat hij eigenlijk helemaal
niet zo precies wist hoe kikkerdril er dan uitzag. En waar je dat nou
het beste zou kunnen zoeken, in zo'n slootje. En of hij niet misschien
al weken te laat was. Want dat had papa zelf vroeger dus nooit gedaan,
kikkerdril scheppen. Tja. Voor de vorm en zijn houding liet papa na een
tijdje speuren zijn potje maar vollopen met iets waarvan hij wel zéker
wist dat het géén kikkerdril was en waarmee hij ook zijn jongens niet
echt kon overtuigen: is dát kikkerdril, papa? Die witte puntjes? Ook
gek. Hm. Morgen toch maar even wat visjes bij de buurvrouw halen.
woensdag
9
Dag plan
drie
Dat je een
middagje met je puberdochter op pad bent, als een ondernemende leuke
jonge vader, gezellig een beetje door het zonnetje kuieren, in een
onbekende stad, terrasje babbeltje plekje, winkelstraat biertje uit eten
en 's avonds een concert, en dat je dan halverwege de wandeling zó
ongenadig door je knie gaat dat je na afloop als een oude man terug naar
de trein moet strompelen, ondersteund door je doortastend zorgzame
dochter. En dat je je dus met recht kunt afvragen of het nog ooit wat
gaat worden, deze week?
Dag
plan twee
Dat je
net terug bent van de kleuter naar school fietsen, elke dag toch weer
een tocht van zeker drie kwartier onderweg, dat je juist je eerste kopje
koffie voor jezelf hebt neergezet, een bekertje limo voor de peuter, dat
je net de deur gaat opendoen voor de andere helft van je duo, voor een
muzikaal ochtendje samen spelen en dat dan de telefoon gaat. Met de juf
van school. En dat je zoon een ongelukje heeft gehad met gym. En of je
hem maar weer op wilt komen halen. En dat je dan dus voor de tweede keer
deze week al vóór tienen weet dat je dag niet volgens plan zal
verlopen.
maandag
7
Dag plan
Dat je denkt dat je je jongens
maar een lekker makkelijk dagje thuis houdt van school, omdat ze van het
weekend te laat naar bed zijn gegaan, slecht hebben geslapen en dus wel
moe zullen zijn. En dat ze dan inderdaad wel íets later dan normaal
wakker worden, te laat in elk geval om ze nog zonder overdreven haast en
stresspartijen op tijd op school te krijgen, maar wel nét zo wakker als
altijd. Dat ze, geheel in strijd met jouw plan, juist blaken van
luidruchtige levenslust en energie en dat dat middagdutje, waar je je op
had ingesteld, er dus waarschijnlijk ook wel niet in zou zitten, zo te
horen. En dat je eigenlijk zèlf ergens erg moe van bent geworden, dit
met visite, spijs en drank gevuld weekend. En dat je dus vóór tienen
al weet dat je dag niet volgens plan zal verlopen.
vrijdag
4
Advies
Geniet
van het leven, groette de meneer de man bij het afscheid, aan de kassa
van de supermarkt, nadat hij hem in het gangpad al gefeliciteerd had met
de rijkdom van zijn twee jongetjes, die inderdaad aanstekelijk vrolijk
babbelend door de winkel stuiterden en buitelden. En al was het
natuurlijk een beetje een platgetreden advies, toch besloot de man het
ter harte te nemen. Want zo'n dag was het nou eenmaal, vandaag.
woensdag
2
Troost
Eén van
de dingen die het huishouden soms zo onuitstaanbaar maken is dat je 's
ochtends om zeven uur al je bed uitkomt om je jongens wakker te maken,
aan te kleden, ontbijt te geven, eet nou door en schiet eens op, toeten
wassen tanden poetsen, jassen dassen tassen en hup hup hup op de fiets,
naar school, tegen de wind de ochtendspits door, onder de grijze lucht,
en weer terug, via de bakker, om weer thuis de ontbijtboel weg te
ruimen, de afwas van gisteravond, het wasgoed her en der vandaan, de
slaapboel gefatsoeneerd, en dat je dan wanneer je om tien uur je eerste
kopje koffie drinkt, met het ochtendblad, het gevoel hebt dat je
eigenlijk nog niks gedaan hebt.
dinsdag
1
nr 1
Dit weekend had de man een vrolijke overwinningsroes opgedaan,
met de zangvereniging. Een uitbundig gevoel van succes en saamhorigheid,
liefde en geluk, jawel. Een opper- opper- opperbeste stemming waar hij
de maandag ook ruimschoots mee door kwam. Gelukkig was hij er vandaag
weer in geslaagd zijn atelierdag ouderwets doelloos leeg te laten lopen
zonder dat er ook maar iets uit zijn handen kwam. Zo. Dat zou hem leren.
©2003JosvanVenrooij
|
|