woensdag 30 november
Pikding
Zwarte Piet was op school geweest, bij zijn zonen vannacht. En
zoals ieder jaar had hij alle deuren van de klassen op slot gedaan, en
de sleutel verstopt. Het was dus een drukte van belang in de gang,
vanmorgen. Zogenaamd radeloze juffen en meesters, de handen theatraal in
het haar, want hoe moesten ze nou in de kring? En in de bouwhoek? Vaders
en moeders die dit ritueel opgetogen voor het eerst meemaakten, vaders
en moeders die het ritueel gelaten voor de tweede of derde keer over
zich heen lieten komen en vaders en moeders die duidelijk eigenlijk
nodig naar hun werk moesten. En héél véél drukke kinderen. Gillend en
springend van opgewonden plezier. Op de deuren bonkend van laat ons
binnen stoute Piet! Zijn jongste zoon kon er ook wat van. Vol overgave
stond hij tegen de deur van de klas te bonken en te springen en te
schoppen. Samen met zijn roodaangelopen vriendje. Zó vol overgave dat
papa het eigenlijk een beetje te gek vond worden. Juist wilde hij naar
voren stappen om zijn zoon tot kalmte te manen toen een moeder tegen hem
zei dat ze de testosteron bijna kon ruiken. Toen bedacht papa zich
opeens. En liet zijn jongen net zo lang zijn gang gaan tot de meester er
iets van zei.
zaterdag 26 november
Gooi wat in
mijn laarsje
Negentien jaar, was zijn dochter. Volwassen, zou je kunnen zeggen.
Ze was dit jaar met studeren begonnen en vol enthousiasme op zoek naar
een kamer, in een andere stad. Ze was klaar om uit te vliegen, het
ouderlijk nest te verlaten. Steeds meer werd er ook afgeweken van de
ooit afgesproken week om week bezoekregeling. Het was de man wel eens
een raadsel of ze er nou wel of niet was, die week, die dag, dat
weekend, met het eten. Hij vond het dan ook wel iets attents hebben dat
zijn dochter hem vandaag vroeg of er op haar gerekend was. Natuurlijk
was er op haar gerekend, sprak de man zijn dochter liefdevol toe, er was
eten genoeg in huis. Maar dat bedoelde zijn dochter niet. Want het was
immers zaterdag? En dan werden de schoentjes toch gezet? Was er daarbij
op haar gerekend? Wilde ze graag weten. En de man was zowel vertederd
als verbaasd.
donderdag 24 november
Applaus
De kleuterklas van zijn jongste zoon gaf vandaag een
dansvoorstelling, op school. Nou ja, relativeerde zijn zoon het zelf
maar alvast een beetje, het was geen echt dansen, maar gewoon spelen.
Dansen is namelijk voor meisjes en helemaal niet stoer, vandaar. En of
de papa's en de mama's dus maar wilden komen kijken, was vorige week met
een briefje gevraagd. En het was dan wel midden in de toch al niet zo
lange maar wel erg drukke werkdag en het was bovendien weinig
aantrekkelijk weer om twee keer extra doorheen te fietsen, papa had zich
nou eenmaal voorgenomen dit soort dingen altijd belangrijker te vinden
dan zijn werk, dus daar zat hij, in de gymzaal, op een veel te laag
houten bankje, te kijken naar zijn zoon. Die met veel lawaai en drukke
gebaren en bewegingen rondjes liep te rennen en over de grond lag te
slierten en zich vreselijk uitheinig gedroeg. Net als thuis. Alleen
moest papa er nu voor klappen.
woensdag 23 november
Hallo?
Eén van de vele dingen waar de man een afschuwelijke hekel aan
had was mobiel telefoneren. Vreselijk vond hij dat. Al dat gezwets en
geblaat en gewauwel over meestal helemaal niks. Over ik ben hier en waar
ben jij en ik zie je in vijf minuten. Mensen ook, die je ongegeneerd
midden in een zin met een gehaast sorry afkappen om hun telefoontje op
te nemen, cassieres die eigenlijk geen tijd hebben voor je boodschappen
omdat ze zitten te bellen. Laat staan dat ze je groet beantwoorden.
Sneue types die druk telefonerend naast hun gelaten gezin in het bos
lopen te wandelen, en dan waarschijnlijk nog in de veronderstelling zijn
dat ze heel modern werk en gezin lopen te combineren. Of mannen die voor
de koeling hun vrouw bellen om te vragen welke margarine ze mee moeten
nemen. Blue Band of Zeeuws Meisje. Brrr. Nóoit zou de man zó diep zinken.
Nooit. Dus àls hij zijn mobiele telefoon dan al eens bij zich had, stond
hij meestal uit. En àls hij dan eens een keertje moest bellen dan zocht
hij besmuikt het stilste hoekje op dat hij maar kon vinden. Maar nu was
de man in zijn volkstuin aan het werk, en speelde zijn oudste zoon bij
een vriendje. De moeder van het vriendje had zijn mobiele nummer
gevraagd, om hem te kunnen bellen wanneer hij zijn zoon weer kon komen
halen. En nu stond hij bovenop een ladder een boom te snoeien en ging
zijn telefoon. De moeder van het vriendje. Die hij bovenin de boom
mobiel en al te woord stond. En toegegeven, hij vond het best wel stoer
inderdaad.
maandag 21 november
Zes
Soms vergeet je wel eens even hoe belangrijk sommige dingen
eigenlijk zijn voor je kinderen. Omdat je met je kop zo bij je eigen
getob en gepieker bent, je eigen volwassen gezeur. Bij hoe druk je het
deze week toch weer krijgt, en hoe weinig zin je daar maar in hebt. Hoe
de nieuwe medicijnen zullen vallen bij je vrouw. Je chagrijnige humeur
niet te vergeten, dat toch nog plots de kop op steekt. Maar als je dan
je jongste zoon zijn bed uit ziet springen, na het ochtendlijk gezang
van lang zal hij leven in de gloria, zijn cadeautjes tegemoet, vol
verwachting roepend: Joepie! Nu ben ik Zes!, ja, dan weet je het
opeens weer. Zó belangrijk is eigenlijk verder niets. Helemaal niets.
woensdag 16 november
Geheim
Aan het eind van het tandartsbezoek mochten zijn jongens zoals
gewoonlijk iets uitzoeken uit de la met plastic dingetjes. Een
belangrijk werkje waar ze altijd veel tijd voor nodig hebben want ze
willen niet alleen alles eerst goed gezien en bekeken en vastgehouden
hebben, en dan het leukste kiezen, ze willen hun keuze ook op elkaar
afstemmen. Dat het allebei even leuk is wat ze hebben, en ze niet met
scheve ogen naar elkaars dingetje hoeven kijken, omdat ze dat bij nader
inzien toch leuker vinden. Meestal namen ze dan ook allebei hetzelfde.
Een autootje of een bootje, of zoiets. Zijn jongste had zijn oog al
laten vallen op een rode superauto. Maar de oudste had deze keer een
ander idee. Hij nam een ringetje. Voor aan zijn vinger. Een
zilverglimmend ringetje met een zilverglimmend hartje. In een
doorzichtig ei. Met verliefde ogen liet hij het zien. Mooi, vond papa
het ook, maar dat het natuurlijk wel een beetje voor meisjes was,
eigenlijk, probeerde hij toch ook een beetje voorzichtig te voorkomen
dat zijn zoon straks eenmaal weer buiten toch liever ook een superauto
had gehad. Dat probleem had zijn jongen blijkbaar ook al aan zien komen
en daar had hij wat op bedacht: Papa, ik doe hem gewoon alleen thúis
aan. Wat natuurlijk een hele goede oplossing is. Niet iedereen hoeft
alles te weten tenslotte.
dinsdag 15 november
Lekker
Een beetje vreemd was het wel, dacht de man. Het was toch al
aardig aan het novemberen en nog altijd had de jaarlijkse herfstdip,
normaal ieder jaar klokslag oktober stipt op tijd, zich niet bij hem
aangediend. Nu was het de laatste weken natuurlijk ook nog weinig
herfstachtig weer geweest. Eerder een beetje lente. Misschien dat het
daar aan lag. Aan de andere kant deden de omstandigheden toch behoorlijk
hun best hem eronder te krijgen. De wasdroger, bijvoorbeeld, was
bezweken, net als de reesbaan van zijn jongens. De kat was weggelopen.
En weer teruggekeerd, en had vanochtend, recht onder zijn ogen, midden
in de kamer, hondsbrutaal op de vloer zitten schijten. Morgen moest hij
naar de tandarts. Zijn spiksplinternieuwe computer was er afgelopen week
gewoon mee opgehouden. Kapot. Niks meer. Vlak voor twee deadlines, ook
nog. En de op stel en sprong geleende laptop, waar hij nu op zat te
tikken, vertoonde ook al kuren. Om van de computer van zijn dochter maar
te zwijgen. En nu zal de man niet beweren dat hij dit allemaal met een
glimlach heeft doorstaan, zeker niet, de ruiten hebben getrild. Maar
somber? Nee, dat niet. Vreemd.
dinsdag 8 november
Zij wel
Not everything in Holland is flat, stond er vandaag op het
t-shirt van de stagejuf van zijn oudste zoon. En inderdaad was het
t-shirt van de stagejuf allesbehalve plat. De letters vervormden er
zelfs een beetje van, zo goedgevuld was het t-shirt van de stagejuf. En
de man wist zeker dat hij daar net nog iets over te zeggen had, maar hij
was het glad vergeten. Iets zuurs was het geweest, dat wel.
dinsdag 1 november
Lul
De man was dan zo langzamerhand wel weer aan het werk gegaan, hij
had wel weer wat opdrachten, zo af en toe, en daar was hij ook wel blij
mee, maar hij had zich, na al het voorafgaande, heilig voorgenomen
altijd te blijven onthouden wat nou echt het belangrijkste was. En dat
steeds voorop te blijven stellen. Zijn gezin, zijn kinderen, zijn vrouw.
Het leven. De mensen om hem heen. En dus nooit zijn werk. Want dat zijn
dan van die dingen die je je voorneemt als de zaken eens voor altijd
flink op zijn kop worden gezet. Vanochtend zat de man aan de telefoon.
Hij deed een telefonisch interview, voor zijn werk. Over een onderwerp
waar hij zo één twee drie maar weinig van begreep. Hij moest zich er
flink op concentreren. En dat viel niet mee want, omdat de bel kapot
was, stond er iemand aanhoudend en doordringend en steeds harder met de
brievenbus te klepperen. De man probeerde het heel lang niet te horen
maar uiteindelijk verontschuldigde hij zich even bij de geïnterviewde en
poeierde snel de buurvrouw af, want die was het. Een lieve buurvrouw,
van de overkant. Maar dat hij aan de telefoon zat. Voor zijn werk. Zich
verontschuldigend droop zij af. Asgrauw, bedacht hij pas later, toen hij
's avonds hoorde dat zij aan de deur had gestaan met vreselijk slecht
nieuws. Zo'n beetje hetzelfde slechte nieuws als dat van zijn vrouw en
de man, zeven maanden en twaalf dagen geleden. En met de hoop op een
luisterend oor, een schouder. Een warme arm om zich heen. Wat een lul,
had ze gedacht, vertelde ze de man, toen het allemaal was besproken. Wat
een lul, dacht de man nog steeds.
©2005JosvanVenrooij