het bewijs
weblog van een huisvader
......................
uit
het dagelijks archief:
maart 2005
|
donderdag
31
Chemo
Vijf maal
schreef de man het woordje in de agenda. En was het onderdeel van hun
leven geworden. Iets waar ze rekening mee moesten houden, afspraken
omheen zouden plannen, dingen voor moesten laten schieten, voor af
moesten zeggen of regelen. Natuurlijk wist de man al meer dan een
week dat het ging komen. Toch was hij geschokt.
woensdag
30
Opnieuw
Ging hij mee,
onder de douche? vroeg zijn vrouw de man. En dat was een dappere vraag
want in de dertien jaar dat zij elkaar nu kenden was dat zo'n beetje
gaan betekenen dat zij wel zin had om te vrijen. Dus daar stonden zij
onder de douche, de man en zijn vrouw, en daar lagen zij in bed.
Stilletjes naast elkaar. Allebei verdrietig, en samen geen idee hoe en
waar te beginnen.
dinsdag
29
De l'escalier
Of hij een borstenman was, werd hem opeens gevraagd. Was hij een borstenman?
Tja. De man had de uitdrukking wel eens eerder gehoord hoor, daar niet
van, maar dat was dan waarschijnlijk in de kroeg geweest, en járen
geleden alweer. In het verkeerde gezelschap. Je was een borstenman, of
een billenman, heette het in die dagen, in die kringen. Andere
mogelijkheden waren er blijkbaar niet. Het was het soort gesprekken waar
de man altijd maar liever een beetje buiten was gebleven, blij dat hij
geen vrouw was maar ook niet echt tevreden met het man zijn. Als het zó
moest.. En hij had de vraag steeds handig weten te ontduiken. Te
schijterig ook om er iets geëmancipeerders tegenover te zetten
trouwens. En dat laatste was hij dus nog steeds. Want hij dácht er
wel aan de bijtende wedervraag te stellen of het voor een billenman dan
makkelijker zou zijn zijn vrouw te zien rouwen om haar verloren borst,
maar pas toen het al te laat was. En hij dacht er wel aan de
vragensteller op zijn bek te slaan, maar dat deed hij niet. Daar was hij
dan toch weer te weinig een borstenman voor, misschien.
zondag
27
Afleiding
Omdat zijn jongens er tenslotte
ook niks aan konden doen dat zij er maar weinig van begrepen, dat hun
drukke lawaaiige leventje van wat gaan we doen en holladiejee gewoon
dóórging, en omdat zij hun opgepotte energie toch ergens kwijt
moesten, zette papa zich met tegenzin over zijn tegenzin heen en ging
hij vanmiddag dan maar even met ze naar de speeltuin. Waar het, vanwege
de pasen natuurlijk, een vrolijke drukte van belang was. Zijn jongens
kon dat niet schelen. Die stortten zich, goedgemutst vanwege de
onverwachte meevaller, uit volle borst in het gekrakeel en hadden zich
binnen de kortste keren onmisbaar gemaakt in een onduidelijk maar
druk gedoe. Papa daarentegen, die er nu normaalgesproken voor zou zorgen
per ongeluk in gesprek te raken met een leuke allene moeder, had vandaag
helemaal geen zin in al die onbezorgde vrolijkheid. De luchtigheid stond
hem tegen. De blije gezichten, het lachen, het spelen.. het stuitte hem
tegen de borst. Het liefst was hij meteen weer doorgelopen, maar ja, de
jongens, nietwaar. Zuchtend zette hij zich op een boomstam, een beetje
achteraf, en wachtte gelaten tot hij met goed fatsoen weer naar huis
kon. Een ijsje, daar had hij dan misschien nog wel trek in gehad. Maar
zijn portemonnee lag nog thuis.
donderdag
24
Sterkte
Schichtig word
je er ook van, trouwens. Steeds meer buren en overburen, en mensen van
een straat verderop komen het te weten. De meesters en de juffen, de
vaders en moeders op school. Vage bekenden. Vrienden van vrienden van
vrienden. En allemaal willen ze je sterkte wensen. En weten hoe het gaat
en wanneer de uitslag komt. En hoe we eronder zijn. Hoe erg ze het voor
ons vinden. Wat heel aardig is, natuurlijk. Een hele steun, wat u zegt.
Toch trekken wij regelmatig de stekker van de telefoon er even uit.
Steek ik iets vaker de straat over. En de jongens waren vanmorgen tot hun
verbazing alwéér als éérsten op school.
woensdag
23
Mooi
Gisteren was zijn vrouw weer
thuisgekomen, uit het ziekenhuis, en sindsdien hing er toch iets van een
opgetogen sfeer in huis. Ondanks alles. Want echt een reden om blij te
zijn hadden ze dus niet, zijn vrouw en de man. Helemaal niet zelfs. Een
zware en onzekere tijd lag in het verschiet. Maar ze hadden elkaar, en
dat was mooi. Dus daar hielden ze zich voorlopig maar even aan vast.
zondag
20
Troost
Vijf uur in de
ochtend. De man was al wakker, of had nog niet geslapen, hij wist het
niet precies. Zijn hoofd gonsde van vermoeidheid. Donkere, bange
gedachten. Buiten zongen de vogels al, de lente was begonnen. De man
zette het raam wat verder open, en luisterde. En putte troost uit de
gedachte dat zijn vrouw, in het ziekenhuis drie straten verderop,
misschien naar dezelfde vogels lag te luisteren.
vrijdag
18
Het lot
Met nou eenmaal menselijke
arrogantie waren de man en zijn vrouw de afgelopen week steeds meer gaan
hopen, nee, denken, bijna zeker gaan weten dat het hierna, na de
operatie, beter zou worden. Dat het ergste dan achter de rug zou zijn.
Dat nog erger ze bespaard zou blijven. Vandaag werd die hoop met een
kort telefoontje ijdel verklaard. Maar door wie? Of door wat? En:
waarom?
donderdag
17
Niets
Nooit had hij zijn vrouw
eenzamer gezien dan liggend op deze brancard, in dit naargeestige
halfduistere kamertje in de krochten van het ziekenhuis. Onder dit
apparaat. Met ontbloot bovenlijf steeds vijf minuten wachtend tot de foto's genomen waren,
stilletjes huilend van angst. Twee mannen in witte jassen achter het
beeldscherm in de hoek keken emotieloos naar de onheilspellende zwarte
vlekken en voerden fluisterende gesprekjes over de dingen van de dag.
Nooit had de man zich machtelozer gevoeld dan in deze stoel, op twee meter
afstand van zijn vrouw. Hoeveel hij ook van haar hield, in dit kamertje
had dat niets te betekenen.
dinsdag
15
Niet waar
De wekker was
al een paar keer gegaan, het was de hoogste tijd. Maar de man en zijn
vrouw lagen warm en dicht tegen elkaar aan. Als wij gewoon niet opstaan,
dachten zij samen, als wij hier maar stil en zacht blijven liggen, dan
zal de dag niet beginnen. Dan blijft het altijd nu. En is er niks aan de
hand.
maandag
14
Samen
De dagelijkse dingen, daarvan
verwacht je dan toch dat ze je steun geven. Afleiding, op z'n minst.
Vastigheid. Dat wordt tenminste beweerd. Het leven moet doorgaan, heet
het. Dus de man haalde een stofzuiger door het huis en deed de afwas,
ruimde de boel een beetje op. Maar in de slaapkamer stuitte hij op de
trui die ze aan had gehad, zijn vrouw, de dag van het slechte nieuws. De trui waar
haar tranen op waren gevallen, en de zijne. En in de wasmand kwam hij de
nieuwe pyama tegen, die ze maar vast gekocht had, voor straks in het
ziekenhuis. Dus steun? Nee, dat kon hij niet zeggen. Wat wel hielp waren
de bezoekjes en de mailtjes, de kaarten en de telefoontjes. Het praten
en samen eten en het ondanks alles lachen met vrienden en familie. Ja,
dat hielp dan weer wel.
zaterdag
12
Stom!
Bij al je eigen verdriet, en
dat van je vrienden, vriendinnen, ouders en familie, zou je dat van je
kinderen nog bijna over het hoofd zien. Zo klein als ze nog zijn, ben je
geneigd te denken dat ze het toch nog niet zo heel erg begrijpen
allemaal. De oudste kleuter maakte vandaag korte metten met dat
misverstand. In twee korte maar hevige buien schreeuwde hij het van zich
af. Ik ben boos op mama! Zij verpest mijn hele dag! Zij verpest alles! Tja. Nu was het
papa's beurt om te troosten.
vrijdag
11
Alweer
Moet je nóu alweer huilen,
vroeg zijn oudste kleuter vanmorgen verbaasd, maar sloeg toch, wat
onhandig nog, nog niet aan die rol gewend, zijn al wat stakige armpjes
om papa heen. Klopjes op zijn schouder, bemoedigende woordjes. En al
moest papa er bijna nog harder van huilen, hij voelde zich toch ook
getroost.
donderdag
10
Troost
En toch.. Volkomen verslagen waren zijn vrouw en de man thuisgekomen,
uit het ziekenhuis. Verslagen en verpletterd. In en in verdrietig. Boos.
Opstandig. En in en in verdrietig. Huilend van ellende kropen ze tegen
elkaar, schreeuwend van woede en onbegrip, schoppend tegen de muren en
jankend van machteloosheid. Blind van tranen haalde de man hun jongens
vanmiddag uit school, en huilend vertelden zijn vrouw en de man het hun
kinderen, wat er moest gebeuren. Welk duister en onrechtvaardig lot hen
had getroffen. Met serieuze gezichten hoorden zij het aan, een
aangeslagen stilte viel. Dan vroeg de oudste kleuter of wij wel wisten
dat Kimberlie morgen ging trakteren. Op grote chocolade hazen nog wel.
En dat is dan toch al weer de eerste keer dat je samen heel even een beetje
lacht.
Het
onheil
In dit soort
gevallen is het advies altijd om de borst te amputeren, sprak de dokter
zijn kort en zakelijk vonnis. En in een oogwenk zou niets ooit nog hetzelfde worden.
woensdag
9
Heer
Dat vind ik nou eens leuk, zei
de in kleurige zelfgebreide truien gestoken vrouw met een woeste bos al
even kleurige en zelfgebreide rastakrullen en een vervaarlijke piercing
in haar bozige wenkbrauw toen de man de deur voor haar openhield en haar
hoffelijk voor liet gaan. Een man die de deur voor haar openhield, en
haar zo hoffelijk voor liet gaan, dat maakte ze dus nooit meer mee,
vertrouwde ze de man niet al te onvriendelijk toe, maar ze kon het
eigenlijk wel waarderen. Bijna had de man gezegd dat ze er dan ook niet
bepaald uitzag als het soort vrouw dat dat dan zou waarderen, als een
man de deur voor haar openhield. Maar net op tijd beet hij zijn tong af.
Had hij het bijna alsnog verpest, met zijn seksisties gelul.
dinsdag
8
1 €
Het was lang
geleden dat de tandenfee bij papa langs was geweest, bij zijn
puberdochter welteverstaan, maar zijn jongens zagen er alweer een tijdje
erg naar uit. Vooral de oudste kon bijna niet wachten, op dit definitief
bewijs van zijn groot zijn: een tand eruit. Een grote-mensen-tand ervoor
terug. En een muntje van de tandenfee dus, als welkome bijkomstigheid.
Hij was dan ook heel even een heel klein beetje beteuterd dat de derde
kleuter, papa's verstekeling, een half jaar jonger bovendien, plotseling
een bloederig tandje tussen zijn halfgekauwde appel uit wurmde. Een
beetje vals spel was het wel, ja. Maar toen de verstekeling 's ochtends
glimmend van trots zijn muntjes onder zijn kussen vandaan haalde, van de
tandenfee, was de oudste kleuter zomaar blij voor zijn tijdelijk
broertje. Leuk voor je hoor, klonk het welgemeend, zonder een spoortje
afgunst. En dat maakte het dan toch ook weer een beetje papa's eigen
mijlpaal.
woensdag
2
Sneeuwzaam
Zijn dochter
zou oppassen bij vrienden vanavond. De man besloot haar erheen te lopen,
en er daarna meteen een fijne avondwandeling door de sneeuw van te
maken. Om er toch ook van genoten te hebben, al was hij dan alleen. In
het park, waar hij zich onbespied waande, nam de man een handvol sneeuw
en kneedde een mooie bal. Goeie paksneeuw was het. Hij gooide de
sneeuwbal. Zomaar ergens naar toe. Naar niemand. Om het gedaan te
hebben. Maar echt leuk vond hij het toch niet.
Sneeuwzaam
Omdat het maar
zo hard bleef sneeuwen had zijn vrouw besloten er nog maar een dagje aan
vast te knopen, bij opa en oma, met de jongens. De man stond voor het
raam, de telefoon stil in zijn hand. Hij keek naar de sneeuwpret op
straat. Sneeuwballen, sneeuwpoppen, sleeën. Hij begreep het wel, maar
hij voelde zich opeens een beetje eenzaam.
dinsdag 1
Dan niet
De man was
alleen thuis met zijn puberdochter, deze dagen. Zijn vrouw was met de
jongens op stap, voorjaarsvakantie, naar opa en oma, zodat hij rustig
kon werken. Maar zijn werk had hij af voor vandaag en het leek hem een
goed idee zijn dochter mee uit te nemen. Ergens eten, naar de film,
misschien zelfs wel wat drinken. Nu kon het nog tenslotte. Zuchtend keek
zijn dochter op uit haar boek. Lauwtjes nam ze de mogelijkheden met hem
door en voor de vorm bestudeerde ze het filmaanbod op internet. Mwah,
was het allemaal. Mwah, en niet echt boeiend. En eigenlijk had ze ook
niet zo'n zin om nog naar buiten te gaan, met die kou. Dus kookte de man
zelf maar een maaltijd, en keek de hele avond tv met zijn dochter.
Desperate Housewives. Want hij liet zich niet kisten.
©2005JosvanVenrooij
|
|