donderdag 29 december
Spijbelen
Eigenlijk had de man zijn werk deze
week nog af willen hebben, de opdracht die hij nog had liggen. En dat
was ook wel verstandig geweest want vanaf morgen was hij een paar dagen
op pad, met zijn gezin. Vrienden bezoeken, oud en nieuw vieren, logeren.
Een paar daagjes eruit en uithuizig. Daarna zou het maar
laatste-nippertjes-werk worden en daar hield de man niet van. Maar echt
zin om eraan te beginnen had hij dan weer niet. Helemaal niet zelfs. Hij
had, vond hij zelf, verschillende goede redenen er niet aan te willen
beginnen en zonder al teveel tegenstand won de recalcitrantie het van
het plichtsbesef: Vandaag werd er niet gewerkt! Ze konden mooi zijn rug
op! Met het blijmakend gevoel dat hij vandaag lekker spijbelde klapte de
man de strijkplank uit en streek neuriënd ál het achterstallig wasgoed
weg. De hele berg. Fluitend en zingend pakte hij zijn gereedschap en
plaatste nu eindelijk eens, met veel geduldig passen en meten,
goedgeluimd schaven en schuren de kastdeurtjes die daar al vele weken op
stonden te wachten, schuin tegen de muur. Stofzuigde na afloop meteen
even de rest van het huis. Want als je spijbelde, moest je het goed
doen.
woensdag 28 december
Tante Betje
Dat hij het er gewoon niet mee eens
was, ook niet begreep waarom, maar dat voor hem de lol er wel vanaf
ging, op deze manier. En dat hij het dan net zo goed kon laten want hij
werd er ook al niet al te best voor betaald. Zat hij vanavond als een
echte man tegen zijn vrouw over zijn werk te mopperen. Bij de thee op de
bank. Dat hij dan wat assertiever moest zijn, zei zijn vrouw, en het
zijn opdrachtgever moest zeggen. In plaats van te blijven mopperen en
monkelen. Precies wat hij zelf al had bedacht. Daar had hij dus óók al
niks aan. Dat durfde hij namelijk helemaal niet.
dinsdag 27 december
Derde kerstdag
Het was misschien dat de kerststemming
nog niet helemaal was opgetrokken, of dat hij helemaal geen zin had in
het werk dat hem nog te doen stond, de opdracht die er nog lag, of toch
een tikkeltje de winterblues, dat kon allemaal, maar als de man zijn
jongens vandaag zo bezig hoorde, met heel veel moeilijke, destructieve
en vooral harde geluiden en een zo goed als ononderbroken slap en
wezenloos tweestemmig gegiechel, dan leek hem de rest van de
kerstvakantie nog wel erg lang.
maandag 26 december
Kerstverhaal
Ze waren nauwelijks thuis van het
familiebezoek, hij sloop de kinderkamer nog uit, waar hij zijn jongens
had voorgelezen voor het slapen gaan, en waar de man precies op gehoopt
had wist hij eigenlijk ook niet, maar wat het ook was, het ging niet
door want zijn vrouw en zijn dochter hadden zich al uitgebreid op de
tweezitsbank geïnstalleerd met de zoveelste herhaling van Grease.
Teleurgesteld droop de man af. Voor hem was geen plaats in de herberg.
zondag 25 december
Kerstboodschap
Onwillekeurig zat je
toch altijd een beetje terug te blikken, deze laatste dagen van het
jaar. Daar was nou eenmaal weinig aan te doen. Iedereen deed het. Overal
zag je lijstjes en overzichten. De man en zijn vrouw hadden een bizar
jaar om op terug te zien. Een hel, eigenlijk. Geen jaar om naar terug te
verlangen, zeker niet. Toch was het misschien goed te bedenken, bedacht
de man, dat hij tien maanden geleden, in maart, toen het allemaal begon,
nog dacht dat niets ooit nog hetzelfde zou worden. En dat hij nú wist
dat het jaar zijn sporen had achtergelaten, natuurlijk, maar dat de
dingen die er werkelijk toe deden, de echt belangrijke zaken, niet
veranderd waren.
donderdag 22 december
ZT
Gister had de man voor het eerst in
járen een personeelsfeest meegemaakt, bij één van zijn opdrachtgevers.
Vanaf twaalf uur 's middags tot zo goed als middernacht had hij onwennig
en op zijn tenen rondgelopen in de wonderlijke wereld van het
bedrijfsleven. Strak in het pak, het gezicht in de plooi omzichtige
praatjes makend, handen schuddend, beleefde vragen stellend en
behoedzaam lachend om grapjes. Hapjes en drankjes, buffet en foute
muziek. Zich voortdurend bewust van zichzelf en zijn onmiskenbaar
buitenstaanderschap. Uitgeput kwam hij thuis. En nadat hij zich
vanmorgen al had verslapen, zijn jongens te laat op school, kwam de man
er met een kopje koffie weer thuis al gauw achter dat het vandaag in elk
geval wel helemaal niks meer zou worden. Te duf, te moe, te geen zin.
Hij besloot daar dan maar eens een dagje niet al te moeilijk over te
doen. Voor deze keer. Maar zelfs dat was blijkbaar teveel gevraagd, want
hoewel er volgens plan inderdaad niets van de dag terechtkwam, niets
kwam er uit zijn handen, zelfs de heerlijke wandeling die hij zichzelf
half bedacht had werd niet gemaakt, aan het eind ervan was de man niet
alleen duf en moe, maar ook nog behoorlijk ontevreden.
dinsdag 20 december
Brak
Nu de man dan weer wat meer
deelnam aan het maatschappelijk verkeer, werd hij ook zo hier en daar op
kerstrecepties en nieuwjaarsborrels uitgenodigd. Hij had er nu twee van
achter de rug. En hij kon écht niet meer.
donderdag 15 december
De kerstgedachte
Ieder jaar weer was het raak. Zijn vrouw kocht een kerstboom met hun
jongens, haalde de kerstspullen tevoorschijn uit een kast, een
koffervol, en daar stond dat ding weer op tafel. De kerstmobiel. Een
ingenieus geval met heel veel gouden propellors die aangedreven door de
warmte van de kaarsen eronder zouden moeten gaan draaien waarna een
piepklein ministoetje van herders en wijzen met ezels en geschenken zich
in beweging zou moeten zetten, almaar rond en rond en rond, op weg naar
Bethlehem ongetwijfeld, waar ze dus nooit aankwamen omdat de techniek ze
in de steek liet. Want ieder jaar had de man herinneringen aan een
vrolijk draaiend kerstmobiel, vorig jaar, maar ieder jaar kreeg hij het niet voor
elkaar. Wat hij ook draaide en frunnikte en toch weer een beetje
terugdraaide aan de gouden propellors, ze kleine, bemoedigende zetjes gaf,
steeds weer kwam het ding tot stilstand. De gouden propellors gingen
schroeien, verspreidden een giftige stank en de man vroeg zich na een
half uurtje verbeten blijven proberen af waarom hij dat klereding vorig
jaar in Godsnaam niet in de afvalbak had geflikkerd.
dinsdag 13 december
Goddelijk overspel
Op weg, op de fiets, vroeg zijn jongste zoon om een kerstliedje en zo,
al zingend van kerststallen en engelen, herders en kindekes teer, kwam
het gesprek op religieus terrein. Zijn jongste zoon was daar nogal in
geïnteresseerd. Dat Jezus écht bestaan had, wist hij bijvoorbeeld wel
zeker En zijn moeder, Maria, ook. Maar hoe heette die vader ook weer?
Dat was hij even vergeten. En de man, die de interesse van zijn zoon
graag serieus wilde nemen al wist hij niet waar het vandaan kwam, legde
hem uit dat dat een beetje moeilijk was omdat Jozef met Maria getrouwd
was, maar dat God de vader van Jezus was. Maar ja, wat is moeilijk, in
deze moderne tijden. Dus God heeft Maria van Jozef afgepikt, vatte zijn
zoon de nieuwe kennis samen. En ja, of het theologisch verantwoord was
wist de man ook niet, maar het kwam er uiteindelijk wel op neer, dacht
hij.
zondag 11 december
Eigen tijd
Zijn vrouw was een weekendje op stap, om de zinnen te verzetten, dus
papa en zijn jongens hadden het rijk alleen. Net als vroeger, was het.
Al konden ze zich dat tot papa's lichte teleurstelling nou ook weer niet
zó goed herinneren. Ooh jaa, zeiden ze vaagjes, welwillend op de
gok, toen papa er naar zat te vissen. Ooh jaa, toen ging mama werken.
In ochtendjas smeerde papa hun boterhammetjes, schonk een bekertje melk.
Papa deed ze in bad, papa waste hun haren en droogde ze weer af, poetste
hun tanden en legde hun kleren klaar. Hij deed de boodschappen met ze,
een spelletje, zette de verfspullen op tafel, papier en oude kranten,
kwasten, potje water. Ruimde en dweilde alles weer op toen het verven
weer klaar was, schilde een lekker appeltje. Hij ging met ze naar de
tuin, las een verhaaltje voor, luisterde naar die van zijn zoons en
bakte pannenkoeken. Een prima weekendje, alles bij elkaar. Best
lekker hè, pap, meende zijn oudste zoon ook te weten hoe de vork in
de steel zat, dat mama er even niet is. Dan heb je mooi alle tijd
helemaal voor jezelf. En zo zat het maar net.
zaterdag 10 december
Teen of tander
God, wat was het leven toch
eigenlijk ook ingewikkeld, vond de man. Zó hadden zijn vrouw en hij zich
heilig en definitief voorgenomen de stad deze keer nu toch echt voorgoed
te verlaten, te verruilen voor rust, ruimte, frisse lucht en een minder
opgefokt slag mensen, en zó besefte de man opeens weer dat
hij dan bijvoorbeeld zijn vrienden en vriendinnen, die ook allemaal in
de stad woonden, toch ook wel weer erg zou gaan missen. De mogelijkheid
die zomaar eens op te zoeken, voor een avondje bier en muziek en mooie
toekomstdromen. Of tegen te komen op straat, met een gezapig praatje. En
vroeg hij zich weer serieus af of ze zich nou niet een beetje vergisten,
met zo'n grote stap naar buiten. Of ze daar nou geen spijt van zouden
gaan krijgen. Dat de stad toch ook zo zijn voordelen had. En zijn
bekoringen. En dan stond hij vandaag weer in zijn volkstuin, bomen te
snoeien, en een houtwal op te werpen, zijn jongens op de achtergrond ook
druk in de weer met iets waar ze een gezond kleurtje van op de wangen
kregen, een af en aan vliegend roodborstje als onbevreesd gezelschap..
en bedacht hij zich weer dat hij daarvoor op het platteland dus niet
eerst tien minuten zou hoeven fietsen, en drukke straten over te steken.
Maar dat het het eerste zou zijn dat hij zag als hij 's ochtends de
gordijnen open deed. En dat hij daar dan trouwens ook niet het
ononderbroken langsrazend stadsverkeer op de achtergrond zou horen. En
zo hinkte de man maar door, op zijn twee benen. Eerst het ene, dan het
andere. Goed, er waren ergere problemen in de wereld, maar hij zat er
dan toch maar mee.
vrijdag 9 december
Service
Drie tot vier weken, zou de reparatie van zijn computer duren,
zijn nieuwe computer. Zijn gloednieuwe computer, beter gezegd, want drie
tot vier weken? Dat was al langer dan hij het apparaat in huis had! Nota
bene! Maar ja, daar kon de juffrouw van de grootste servicebalie van de
regio ook niet veel meer aan doen dan zo vriendelijk mogelijk blijven
glimlachen. Drie tot vier weken, en dan zou hij keurig netjes een
briefje krijgen, dan was zijn computer weer voor hem. En tot die tijd
moest hij maar zien hoe hij het redde. Bij de eerste de beste
fietsenmaker krijg je een vervangende fiets, voor zolang, maar daar kon
de grootste servicebalie van de regio niet aan beginnen. Had hij maar
geen kapotte computer moeten kopen. Vier weken lang had de man zijn ziel
in lijdzaamheid bezeten, met in schaamte geleende laptops, om toch zijn
deadlines nog te halen, zijn werk te blijven doen, maar vandaag waren ze
om, tot op de laatste dag. En nog altijd was het keurig nette briefje
niet gekomen. Blazend van opgepotte assertiviteit greep de man de
telefoon, om op hoge poten zijn computer terug te eisen! Of beter nog:
een nieuwe, of anders zijn dure geld terug! En wel nu meteen! Desnoods
van de directeur! Toen de juffrouw die hij aan de lijn kreeg hem
vertelde dat zijn computer klaar was meneer, en afgehaald kon worden
meneer, was de man bijna teleurgesteld. Bijna hoor.
donderdag 8 december
Wel goed
Negen maanden geleden was het alweer zo'n beetje, dat het leven
van zijn vrouw en de man overhoop werd gehaald. En hoewel het nooit meer
hetzelfde zou worden, de dingen leken toch alweer aardig, hoe gek het
ook klonk, normaal. Werd hem echter, steeds minder wel hoor, zoals dat
nou eenmaal ging, gevraagd hoe het was, alles goed?, begon de man nog
steeds volautomatisch over zijn vrouw te vertellen. De pillen, de
injecties. De bijverschijnselen, de vermoeidheid, het verdriet. De
berusting en de veerkracht. En, om positief te eindigen, dat haar haar
alweer zo aardig gegroeid was. Dat ze er zelfs al mee naar de kapper was
geweest. En de meeste mensen leken dat ook wel te bedoelen. Maar vandaag
wilde iemand, na zijn hele verhaal, weten hoe het dan nu met hém ging.
En ja, niet dat de man daar nu zielig over wilde gaan doen, maar dat
ontroerde hem dan opeens. En hij vond het eigenlijk ook wel prettig om
dat een keer te vertellen.
donderdag 1 december
Van de goede
Sint
Wekenlang had de man er alweer tegenop gezien. Sinterklaasinkopen
doen, gedverdemme, wat had hij daar toch elk jaar weer een afschuwelijke
hekel aan. Al die mensen op een hebberig kluitje en wat moest je in
vredesnaam kopen. Hij stelde het dan ook altijd het liefste uit tot het
allerlaatste moment, wat het er natuurlijk ook niet beter op maakte.
Maar goed, vandaag had hij er tijd voor dus moest het maar gebeuren.
Dapper sjouwde hij van winkel naar winkel, in de frisse winterkou, gaf
geld uit als water, maakte vrolijke praatjes met kassajuffrouwen en oude
bekenden en kwam 's middags thuis met tassen vol cadeautjes, voor
iedereen iets leuks. En met een werkelijk uitstekend humeurtje.
Luidkeels zat hij zijn vrouw bij de thee te vertellen wat een lekker
dagje hij gehad had vandaag. De man begreep er zelf ook niks van. Maar
het was wel weer eens iets anders.
©2005JosvanVenrooij