het bewijs
weblog van een huisvader
......................

 


uit het dagelijks archief:
juni 2007
 





 

 

 

 

 

vrijdag 29 juni
Linnen, zijde, katoen
Of zijn vrouw er ook was, vroeg het nieuwe buurmeisje, want er moest iets gestreken worden. De man was op bezoek bij de buurman. En voor strijken, ging hij meteen op zijn geëmancipeerde strepen staan, moest je niet bij zijn vrouw zijn, maar bij hém. Híj was de huisman tenslotte. Zijn vrouw bakte daar niet veel van hoor, van strijken. Kom maar op met dat strijkijzer. Nu bleek het geen snoezig jurkje kant en klaar te zijn dat gestreken moest worden, maar een knutselwerkje van plastic kraaltjes. Heel vroeger had de man dat wel eens gedaan, voor zijn dochter die toen nog klein was, maar ja, hoe heet moest dat dan ook weer? En hoelang? En moest daar dan niet een soort doekje tussen? Aarzelend ging de man aan het werk, kritisch belangstellend gevolgd door de buurman, twee buurmeisjes en weer een andere buurvrouw, die inmiddels ook aan was komen lopen, want zo ging dat op een dorp. Na een tijdje voorzichtig en niet al te heet heen en weer gestreken te hebben zag hij dat de kraaltjes inderdaad aan elkaar vast waren gesmolten en opgelucht wilde hij al aan het volgende knutselwerkje beginnen toen de buurvrouw een afkeurende blik op zijn strijkwerk wierp. Dat was nog lang niet goed, wist zij wel heel erg zeker. Dat zat nog maar nauwelijks vast, dat ging binnen de kortste keren kapot, snibde ze nog even verder. Dat leek nergens op. De man liet ondertussen het tweede knutselwerkje van de vier íets te hard op de tafel landen, waardoor de kraaltjes alle kanten op rolden en stuiterden en er niet veel meer te strijken overbleef. Onbeholpen priegelend probeerde hij de schade weer te herstellen maar met een vriendelijke glimlach nam het buurmeisje hem het werkje vastberaden uit handen. Dat zou ze verder zelf wel doen. Net als het strijken. Hij werd bedankt voor zijn moeite.

donderdag 28 juni
Nat
Vanochtend had de man zijn nieuwe tuindeuren afgelakt. Strakgroen glanzend stonden ze vers in de verf toen zijn jongens thuiskwamen uit school. Pas op voor de verf, had hij ze buiten op de stoep alvast indringend gewaarschuwd. Pas op voor de verf, riep hij angstvallig iedere keer dat er één ook maar een béétje aanstalten maakte de tuin in of uit te rennen. Pas op voor de verf, pas op voor de verf. Honderdduizend keer. Jahaaa, zuchtten zijn jongens steeds opstandiger dat ze heus wel uitkeken en zelf kreeg de man er uiteindelijk ook een punthoofd van. Hij leek verdorie zijn vader wel, al riep die het ook bij reeds jaren volledig uitgeharde verf. Hij besloot zich dus verder in te houden want op zijn vader lijken, dat was wel het laatste dat hij wilde. Een foute beslissing, weet iedereen die kinderen heeft, want de eerste de beste keer dat hij zich dan inderdaad tandenknarsend inhield greep er eentje zonder een spoor van aarzeling voluit in de verf. En eigenlijk was de man niet eens verbaasd. Kon hij niet boos worden ook. Het was zijn eigen schuld. Sommige dingen kon je niet te vaak zeggen. Alleen maar één keer te weinig.

dinsdag 26 juni
De plak
Gistermiddag had zijn oudste zoon huiswerk meegekregen, van de meester van groep vier. Zijn taalschrift. De meester vond het niet hard genoeg gaan, met zijn oudste zoon en het taalschrift, en wilde op deze manier proberen de achterstand een beetje weg te werken, hoewel de vakantie over anderhalve week begon. Nou was papa daar helemaal niet zo heel erg op tegen, al vond hij het een beetje overdreven, hij vond alleen dat de maandag daar niet zo'n geschikte dag voor was. Niet alleen moesten zijn jongens dan naar judo, en bleef er met boodschappen doen en eten koken en al maar weinig tijd over, vóór het naar bed gaan, papa vond ook dat áls zijn jongens dan al huiswerk meekregen dat dan maar op de dinsdag en de donderdag moest gebeuren, de twee extra dagen dat zijn jongens 's middags al om half één vrij waren omdat de school waar ze op zaten vond dat het anders te vermoeiend voor ze zou zijn en dat er voor onderbouwkinderen ook nog tijd over moest blijven om te spelen, naast het leren. En dát zou papa de meester vanochtend wel eens eventjes vertellen. En dat zijn zoon zijn huiswerk dus pas vanmiddag zou maken. Om zijn zoon zelf daar niet mee op te zadelen. Oh, nam de meester het hele verhaal als kennisgeving aan, maar had zijn zoon zijn schrift dan nu wel bij zich? En kon papa dat dan niet even na komen brengen, want zijn zoon had dat straks wel nodig. Dus daar fietste papa een keer extra op en neer naar school vanochtend, door de plenzende regen. Voor straf. Had hij maar niet zo assertief moeten zijn.

dinsdag 5 juni
Begrepen
Het was een warme dag. De man fietste heen en weer van de bouwmarkt naar de supermarkt met zijn jongens, via de bibliotheek, en omdat het dus een warme dag was, hadden zijn jongens nu al een stuk of vijf keer gedacht, moesten ze maar een ijsje gaan eten. Nu was zeuren één van de dingen waar de man gewoon te ouderwets voor was, daar had hij een enorme hekel aan. Als het bij één keertje vragen bleef wilde hij dan nog wel eens het al even ouderwetse "nou, vooruit dan maar weer" brommen, maar vijf keer was echt teveel. Bovendien hadden zijn jongens vandaag ook al zéker vijf keer zéér hooglopende ruzie gehad om de futielste aanleidingen dus de kansen op een milde dag waren wat de man betreft ruimschoots verkeken. Het was tenslotte ook nog eens elke keer vijf euro, even een ijsje eten. Elf gulden zoveel! Daar kocht je vroeger een beker ijs voor waar je een week misselijk van was. Maar goed.. De jongste was redelijk genoeg zich er bij neer te leggen maar de oudste zette het op een mokken alsof hij nou nóóit eens een ijsje kreeg. Nóóit! Een ijsje, probeerde de man er dan toch maar weer een leermoment van te maken, was een extraatje. Dat kreeg je af en toe, op een zonnige dag, wanneer papa in een goed humeur was omdat zijn jongens bijvoorbeeld al de hele dag geen stompzinnige ruzietjes om niks hadden gehad. Ja, lekker! riep zijn zoon verontwaardigd. Lekker! Dat is dus nóóit hè? Pap! En héél even vleide de man zich met de gedachte dat zijn zoon het tóch begrepen had.

 

©JosvanVenrooij