vrijdag 24 november
Vrijstaand
Het nieuwe fornuis zou vandaag worden
bezorgd. Dat zou zo lang maar even in het schuurtje moeten staan, had de
man gedacht, dus daar had hij er van de week een plekje voor
vrijgemaakt. Vandaag had hij de flinke stapel hout, die hij tijdelijk in
de gang had neergesmeten en gestald, en de bos elektriciteitsbuis die
daar ook lag opgeslagen, een betere plaats gegeven, om het fornuis
onbelemmerde doorgang te geven. Zelfs had hij de deurklink uit de deur
naar het schuurtje gehaald omdat die doorgang hem nogal smal leek, voor
het fornuis. En de bundels hout die in het schuurtje stonden had hij
uiteindelijk ook nog maar even een andere plek gegeven, de draai naar
binnen werd er net een beetje lastig van. Toen de vrachtwagen voor de
deur stopte was hij er helemaal klaar voor. "Zullen we hem maar even
achterom rijden?", vroegen de bezorgers, en wezen op het betonnen paadje
dat langs het huis naar het schuurtje liep. En dat leek de man inderdaad
ook een stuk handiger dan binnendoor over al die drempeltjes heen. Hij
was er duidelijk ook nog niet aan gewend dat hij nu een vrijstaand huis
bewoonde.
donderdag 23 november
Stadsbewoner
Hardnekkig bleef de man het hebben
over balkondeuren, waar hij in zijn nieuwe huis natuurlijk tuindeuren
bedoelde.
woensdag 22 november
Volle kracht vooruit
De boerderij waar de man met zijn
gezin was neergestreken op het platteland was een tijdelijk onderdak.
Binnenkort zouden ze naar hun eigen droomhuis verhuizen en de man
probeerde alle zeilen bij te zetten om dat vóór die tijd een beetje
bewoonbaar te krijgen. Vandaag bijvoorbeeld, had hij ook weer de héle
dag geklust. Nou ja, eerst zijn jongens naar school gebracht natuurlijk,
maar daarna, vanaf negen uur. Tot hij ze tussendemiddag weer op moest
halen dan, om half één. En zijn jongste had met een vriendje afgesproken
dus die moest hij daar eerst even heen fietsen. Een praatje maken met de
moeder van het vriendje, meteen maar even wat boodschapjes doen voor het
eten, had de man gedacht, met zijn oudste, snel een boterhammetje eten,
een mandarijntje, en dan weer aan het werk. Twee uur, was het inmiddels.
Af en toe moest hij zijn trappetje misschien wel weer even af om zijn
zoon met een nieuw karweitje op gang te helpen of erger te voorkomen,
maar hij was dan tenminste aan het werk. Tot kwart voor vier. Want zijn
jongste moest om vier uur weer opgehaald worden, had de moeder van het
vriendje gevraagd, dus dat was de hoogste tijd de kwasten schoon te
spoelen, het gereedschap op te bergen en het stof van de kleren te
kloppen. Eenmaal weer thuis met kinderen en boodschappen, het eten
gekookt, de jongens in bed, zat de man rond half negen onderuitgezakt op
de bank te bedenken dat hij dus eigenlijk maar nauwelijks vijf uur
geklust had, in zijn hele dag. Een halve dag, net aan. En niet eens
aaneengesloten, niet eens ongestoord. Hij snapte dan ook niet waar hij
zo uitgeput van kon zijn.
dinsdag 21 november
Zeven
Of hij er niet gezellig even bij wilde
blijven, vroeg de juf van zijn jarige jongste. Bij het zingen in de
kring en het uitdelen, het verjaardagsritueel. Maar papa had gedacht dat
dat voor zijn grote zoon niet zo leuk zou zijn. Dat het zíjn verjaardag
was, tenslotte. Zíjn klas, zíjn vriendjes, zíjn juf. Zíjn feest. Dat hij
zijn pappie daar niet meer bij nodig had. En dat wás ook zo natuurlijk.
Maar toen papa even later vanaf de gang, door het raam van de klas, zijn
jongen op de stoel zag staan, in zijn verjaardagscape, glimmend
toegezongen door de klas, had hij eigenlijk wel weer spijt van zijn
saaie verstandigheid.
zondag 19 november
Langs de lijn
De man stond op zijn laddertje de
plafondbalken in de grondverf te zetten. Van tevoren had hij bedacht dat
hij dat dus niet keurig netjes met een kaarsrechte lijn langs het
plafond hoefde te doen, zoals zijn aard hem ingaf, omdat hij er later
immers nog nieuwe houten delen tussen zou nieten. Al zou hij twéé
centimeter van het plafond af blijven, daar zou je straks niks van zien.
Het kon gerust een keertje huphup. Goeie oefening, dacht hij nog. Maar
het lukte niet. Hoe slordig de man ook probeerde huphup een flink end
uit het plafond te blijven en lekker op te schieten, hij kon het niet.
Hij kon het alleen keurig netjes met een kaarsrechte lijn. Zoals zijn
aard hem ingaf.
zaterdag 18 november
Opgefrist
Nu woonde hij dus al drie maanden
buiten, op het platteland, maar ondanks al zijn goede voornemens,
waarvan hij dan in zijn naïviteit misschien gedacht had dat het hem in
zijn nieuwe leven geen enkele moeite zou kosten die ook na te komen, had
hij sinds het dagelijks leven van halen, brengen, boodschappen doen weer
begonnen was eigenlijk geen enkel ander wandelingetje of fietstochtje
gemaakt om van zijn omgeving te genieten dan het onvermijdelijke
tweemaal daags langs de dijk naar school op en neer. Maar vandaag was
zijn dochter op bezoek en had hij haar en zichzelf weten te porren voor
een ferme wandeling langs de weilanden. Prachtig herfstweer was het.
Lekker fris, met een tikkeltje winter al in de lucht en een schitterend
laaghangend zonnetje dat alles in een betoverend tegenlicht zette. Een
heerlijke wandeling was het geweest en de man had vaderlijk genoten van
het gezelschap van zijn dochter. En van het feit dat hij nu dus buiten
woonde. En nu mag u raden wat de man zich dus maar weer eens heeft
voorgenomen. Sommige dingen veranderen niet.
vrijdag 17 november
Thuis
Een maand, was de man nu aan het
klussen in zijn droomhuis. Vier weken sinds hij de sleutel kreeg. Hij
had het tapijt van de grond getrokken, hardboard van de deuren,
gipsplaat van de muren en zachtboard van het plafond. Zo goed als heel
de elektrische bedrading had hij verwijderd en vele meters oud
schilderwerk had hij geschuurd. Maar al die tijd was het huis hem
eigenlijk vreemd gebleven. Het leek hem net of hij in het huis van een
ander stond te klussen. Een leuk huis, dat zag hij wel, maar het voelde
niet als van hem. Tot hij vandaag de eerste grondverf op de
plafondbalken stond te kwasten. Een heerlijk zonnetje viel van de
stralend blauwe hemel door de ramen naar binnen en vulde zijn kamer met
een prachtig, huiselijk licht. Voor het eerst voelde de man zich thuis
in zijn eigen huis.
dinsdag 7 november
Onverbeterlijk
Zo lang was het toch nog niet geleden,
dat hij dágen was bezig geweest zijn verzameling oud en gevonden hout
uit te zoeken, op te ruimen en af te voeren. Dat hij het mikpunt was
geweest van de vrolijke maar welgemeende spot van zijn vrienden, die hem
geholpen hadden al die latten en planken en balken zijn atelier uit te
sjouwen. Stoel- en tafelpoten. Dat hij ook bij zichzelf wel een beetje
gedacht had dat het eigenlijk wel jaren eerder weggegooid had kunnen
worden allemaal. Of helemaal nooit opgeraapt, helemaal niet bewaard. Dat
hij het immers al die jaren ook voor niks had bewaard. Dat er van al die
plannen die hij er ooit mee had toch niks terecht was gekomen. En nu
moest de man bekennen dat zich in zijn droomhuis op het platteland, zijn
nieuwe klushuis, het eerste stapeltje onooglijke plankjes en latjes
alweer gevormd had. Met de bijbehorende plannen, dat spreekt.
maandag 6 november
Déjà vu
Het was een onvermijdelijke
gewaarwording, zo aan het prille begin van alweer een nieuwe verbouwing:
het déjà vu. Daar stond hij weer, dacht de man, in zijn ouwe kloffie. Op
een laddertje met een hamer in een ongemakkelijke houding en met
viezigheid in zijn nek. Stof tussen zijn tanden. Zand in zijn oog. Hij
had het allemaal al eens, meer dan eens meegemaakt. En hij wist dan ook
precies wat er allemaal nog volgen zou.
»
©2006JosvanVenrooij