donderdag 30 maart
Ziet gij reeds iets
komen?
De eerste stap in hun grote plan de
stad de rug toe te keren, en te kiezen voor een rustiger leven ergens in
de provincie, was een nieuwe baan voor zijn vrouw. Daarna kwam pas de
rest. En nu zij weer volledig was hersteld, was de tijd gekomen om
daaraan te beginnen. Twee weken geleden had ze de eerste sollicitatie de
deur uit gedaan. En toen de man vandaag als eerste thuis kwam, met de
jongens uit school, lag er een brief op de mat. Voor zijn vrouw. Het was
lang geleden dat hij zó op haar thuiskomen had gewacht. Er niet op had
kúnnen wachten, eigenlijk. Telkens weer dribbelde hij nerveus van zijn
kopje thee met de jongens naar het raam, om te zien of ze er al aan
kwam. Tenslotte besloot hij de was er dan maar bij te gaan vouwen, een
werkje dat hij altijd op die plek aan het raam deed. En na het laatste
krat de strijk. En toen zijn vrouw dan eindelijk de straat in draaide
was hij daar al aardig mee opgeschoten.
zondag 26 maart
Op de koffie met
gestolen melk
Tot voor kort was zij hun puberdochter geweest. Die zich niet anders dan
op uitdrukkelijk bevel tot iets huishoudelijks zette. Omdat zij liever
op de bank bleef liggen. Met Harry Potter. Vandaag debuteerde zij dan
wat onwennig als gastvrouw. Voor het eerst waren de man en zijn vrouw,
met hun jongens, uitgebreid echt op visite geweest bij hun grote
uithuizige dochter. Een kopje zelfgezette koffie met zolang van een
huisgenoot gestolen melk, met zijn allen in de kussens op het bed en in
kleermakerszit op de vloer gezeten en boterhammen met hagelslag en een
gekookt eitje in de plakkerige gemeenschappelijke keuken. Ook voor de
man was een beetje wennen geweest. Misschien té opgewekt en ongedwongen
probeerde hij dit vreemde en onverwachte ijs te breken. Zonder
resultaat. Ja hoor, antwoordde ze braaf, toen hij het bij het weggaan
niet na kon laten te vragen of ze hun bezoek nou wel leuk had gevonden.
Ja hoor. En in haar ogen meende hij al een voorzichtig beginnetje te
zien van de opluchting die ze later zou gaan voelen wanneer het
ouderlijk bezoek er godzijdank weer op zat.
zaterdag 25 maart
Te veel
In zijn plotseling opgelaaide
opruimwoede, waarbij álle kasten in het héle huis opnieuw werden
ingericht, leeggehaald en uitgemest, struikelde de man zelfs even over
zijn verzameling cassettebandjes. Die nam nogal wat ruimte in, namelijk.
Bovendien was het cassettedeck al een tijdje kapot dus hij kon ze alleen
in de keuken nog spelen. Bij het koken, en het afwassen. En dan draaide
hij eigenlijk altijd cd's. Maar nee. Hij kon het niet over zijn hart
verkrijgen. Er zaten bandjes bij van zeker 25 jaar oud. Live concerten
van de radio opgenomen, obscure elpees, singletjes en epees,
gelegenheidscompilaties. Van de meesten wist hij nog wel ongeveer
wanneer hij ze had opgenomen, of wie dat voor hem had gedaan. En hoe
blij hij er toen mee geweest was. Dus nee, dat kon niet weg. Dat mócht
niet weg. En al zou hij de rest van zijn leven waarschijnlijk niet vaak
genoeg meer afwassen en koken om ze allemaal nog een keer te kunnen
draaien, hij nam zich voor dat tóch te gaan proberen. Dit hád hij
tenminste nog.
Te snel
Wat natuurlijk ook onvermijdelijk was,
wanneer je kasten uit ging ruimen, rotzooi uit ging zoeken, ordenen,
dozen en mappen en kratten, versjouwen en verplaatsen: dat je weer eens
oog in oog kwam te staan met je verleden. En met hoe voorbij dat
allemaal was. Melancholiek werd de man daar altijd een beetje van, van
al die fotoalbums vol afgesloten hoofdstukken. Zijn jongens als peuter,
zijn dochter als kleuter, als meisje met staartjes en vlechtjes. Uit het
oog verloren vrienden en vriendinnen van weleer. Zijn vrouw, toen hij
haar leerde kennen. En niet te vergeten de jonge man die hij zélf ooit
was geweest. Het had geen zin je af te vragen of je het goed had gedaan,
of je de juiste beslissingen had genomen en of je er wel genoeg van had
genoten toen het er nog was, want het was allemaal voorbij. Toch de deed
de man dat weer.
Te laat
Met het in gebruik nemen van zijn
nieuwe kamertje was er dus aardig wat ruimte vrij gekomen in de kamer. Ruimte
genoeg voor nou eindelijk eens een fatsoenlijke boekenkast, waar álle boeken in
konden, dacht de man. Boeken die nu nog in allerlei kasten en kastjes
verspreid over het huis waren opgeslagen. Kasten en kastjes die daarmee
dan weer vrij kwamen om ook andere zaken een betere plek te geven. Enzovoorts.
Vóór
hij het wist was de man verzeild geraakt in een enorme heen en weer
sjouwerij van spullen en spulletjes, dingen en dingetjes en diverse van alles en
nog wat. Dé grootscheepse "en nou ga ik álle kasten uitruimen en
helemaal opnieuw inrichten zodat we eindelijk eens een keer in een
normaal ordelijk huis komen te wonen waar je iets gewoon kunt pakken als je het
nodig hebt" actie die hij al jarenlang bijna wekelijks met enig misbaar
aankondigde, maar tot nu toe zorgvuldig had weten te vermijden.
vrijdag 24 maart
Kastenvol
kratten en dozen
Onderweg van school naar huis vroegen
zijn jongens zich af wat ze vanmiddag nou eens zouden gaan doen. Of ze
misschien bij hun vriendje op bezoek konden gaan, was onverwacht het
idee. Nou had papa niet zoveel zin in het vriendje, dus in afwachting
van een écht argument mompelde hij alvast maar iets vaags over nog wel
eens zullen zien en thee met iets lekkers erbij, dat blijkbaar toch al
afkeurend genoeg klonk voor het opstandig teleurgesteld oooooo, dat zijn
oudste zoon tegenwoordig graag door het huis en over straat liet
schallen, voorafgaand aan een lange litanie van ik mag nóóit iets en
áltijd krijg ik de schuld en meer van dat soort stellige kreten. Ze
moesten en ze zouden per se naar het vriendje want het vriendje had
tenminste pleemobiel. Nu was het de beurt aan papa, met zíjn al
veelgehoorde litanie. Mismoedig begon hij eraan. Dat de kasten verdorie
uitpuilden van het peperdure speelgoed waar nooit naar omgekeken werd.
Kisten en kratten vol lego, koffers en dozen vol knex en oh, oh, oh wat
wilden ze graag clickit hebben: nóóit werd er mee gespeeld. Om van de
reesbaan nog maar te zwijgen. Ach ja, het was een oud en vaak verteld
verhaal, en hij had ook eigenlijk helemaal geen zin om hier nou
eens lekker op door te gaan. Bovendien leek het wel of hij zijn moeder
hoorde. Alledrie in hun eigen wrokkige stilte vervolgden ze hun weg.
Ik wéét wat ik ga doen, zei zijn jongste, toen ze even later met een
appeltje aan tafel zaten. Ik ga lekker met de lego.
En ik ga lekker met de knex, sprong zijn oudste op, trots op zijn goede
idee, en wilde meteen aan de slag. Maar eerst gaf hij zijn vader een
dikke zoen. Lieve papa, zei hij erbij, met nog een kusje extra. Verbaasd
dronk papa zijn thee uit. Hij snapte er niks meer van.
donderdag 23 maart
Superpapa
Hij had er een
grondige hekel aan, maar zo af en toe kwam het tóch over de vloer. De
familie gaf het cadeau, of Sinterklaas of de Kerstman, maar ook zijn
vrouw wilde nog wel eens over haar tere moederhart strijken. Goedkope
rotzooi! Liefdeloos in elkaar gerammelde plastic troep! Van dat grote
glimmende speelgoed waaraan je meteen kon zien dat het al kapot zou gaan
als je het uit de grote glimmende doos probeerde te krijgen. Of anders
wel als je ermee ging spelen. Dolblij, waren zijn jongens altijd als ze
het kregen, omdat het zo groot was, en glom. En omdat het altijd precies
de dingen waren waar ze in de speelgoedwinkel kwijlend en lonkend zo
lang mogelijk bij bleven dralen, al zei papa nog zo vaak en
onverbiddelijk nee. En ontroostbaar waren ze hóóguit vijftien minuten
later. Als het, precies zoals papa voor de lieve vrede op zijn tong
bijtend dan maar niet hardop had voorspeld, meedogenloos kapot ging.
Kinderverdriet met een strik erom. Hij háátte het. Oók omdat hij dan
natuurlijk tóch altijd weer, zij het vloekend en mopperend, met
schroevedraaiertjes, boortjes en tangetjes, ijzerdraadjes, elastiekjes
en tubetjes lijm in de weer ging. Om het zo'n beetje te repareren, zijn
jongens toch te troosten. En die waren altijd reuze trots wanneer het
hem weer eens gelukt was hun vederlichte zwaardjes terug in elkaar te
schroeven, hun wrakkige autootje weer op de wielen, hun reesbaan weer
aan de praat. Zo trots zelfs dat papa vandaag van een moeder op school
een roze plastic poppenpoezenmandje in zijn handen gedrukt had gekregen.
Waarvan bij het uitpakken het deurtje kapot was gegaan. Of hij dat wilde
maken. Want dat zíjn vader dat wel kon, had zijn jongste zoon haar
dochter namelijk beloofd. Want die kon álles maken. Een beetje beduusd
stond papa vandaag dan dus maar een roze plastic poppenpoezenmandje te
repareren. Al wist hij eigenlijk nog steeds niet precies waarom.
zondag 12 maart
Met de kippen van stok
Hoewel hun jongens op
doordeweekse
dagen niet uit hun warme bedjes te bránden waren om zeven uur 's
ochtends, om fatsoenlijk aangekleed en met een verantwoord ontbijt
achter de gepoetste kiezen en een gewassen toet op tijd op school aan te
komen, in het weekend stonden ze vaak vóór hálf zeven al aan papa en
mama's bed te kraaien dat ze wakker waren en dat ze wilden spelen. Iets
waar ze dan duidelijk hoorbaar al ruim een half uur mee bezig waren
geweest trouwens. Daarom hadden papa en mama, die ook wel eens één
ochtendje rustig wat langer wilden blijven liggen, een digitaal klokje
voor ze gekocht. En ze uitgelegd dat ze geen geluid mochten maken
voordat de acht vooraan stond. Een paar keer ging dat goed, en was het
inderdaad pas om acht uur stipt gedaan met de rust. Vandaag niet.
Vandaag kwam de jongste om kwart over zeven, mede namens en
waarschijnlijk ook in opdracht van de oudste, met veel misbaar de
slaapkamer in zuchten en steunen dat het klokje warschijnlijk kapot was
omdat, hoelang ze ook wachtten, de acht zich vanochtend niet liet zien.
vrijdag 10 maart
Een vreemde heimwee
Voor een opdracht moest de man vandaag
twee stadjes verderop zijn, met de trein. Een leuk, oudhollands stadje,
was het. En omdat hij na gedane zaken nog wat tijd overhield voor hij
zijn jongens weer uit school moest halen, besloot hij er nog een beetje
rond te wandelen, door de steegjes en langs de grachten, de pleintjes,
de antieke geveltjes, al goot het ook van de regen. En onwillekeurig
gleden zijn gedachten daarbij af naar zijn vrouw, met wie hij dit soort
uitstapjes graag maakte, gearmd onder één paraplu. Naar de vele
wandelingetjes en uitstapjes vooral, die ze het afgelopen jaar gemaakt
hadden. Hoe ze zich, door het lot getroffen, meer samen hadden gevoeld
dan ooit tevoren. En vandaag, het gewone leven al geruime tijd weer op
gang, had de man daar ook opeens een merkwaardig soort heimwee naar.
Naar dat gevoel.
donderdag 9 maart
Goed idee
Later neem ik óók twee kinderen,
vertrouwde zijn jongste jongen hem toe, van voorop de fiets. Hij vond
dat zijn vader het wel goed had geregeld. Die was al de hele middag met
zijn twee jongens door de miezer en tegen de wind door de eeuwige spits
onderweg van school naar huis naar zwemles en weer terug via de
supermarkt. Want dan laat ik ze samen spelen, vervolgde hij zijn
toekomstvisie, onverstoorbaar, en dan kan ík lekker werken. Goed idee,
wilde de man zijn zoon nou ook weer niet meteen ontmoedigen. Maar waar
had hij dat meer gehoord?
woensdag 8 maart
M/V
Zijn jongste zoon, zijn laatste kleuter, was een druistig ventje.
Een levenslustige druktemaker. Een gangmaker ook. Het beweeglijke type.
De man had in het verleden dan ook wel eens klachten gekregen, van een
moeder, dat haar dochter door zijn zoon werd gepest. Seksueel werd
geïntimideerd zelfs wel een beetje, want samen met zijn al even
druistige vriendje rende hij haar dan achterna, en dan pakten ze haar
beet. Tja. Het was dezelfde moeder die later nog eens van zijn zoon had
beweerd, toen die wat erg enthousiast reageerde op een bezoek van de
rommelpiet op school, dat ze de testosteron kon rúiken. Maar nu,
vertelde ze de man, ging het stukken beter. Want haar dochter en zijn
zoon en het al even druistige vriendje waren inmiddels dikke maatjes
geworden. Dat kwam, legde de moeder hem uit, omdat haar dochter een
goede invloed had, op die jongens. Op zijn zoon dus ook. Tenminste, dat
was wat de man dácht dat ze zei want terwijl ze het zei werd hij
aangevallen door haar dochter, die hem luid schreeuwend vol overgave in
zijn maag en zijn kruis begon te stompen. Maar toen de man daarop een
opmerking over testosteron maakte, wuifde de moeder zijn bezwaren
lachend weg. Want dáár kon hij toch zeker wel tegen? Als vent? En de man
begreep: méisjes met testosteron, dát was juist weer góed. Tjongejonge,
dacht hij vermoeid, wat was het toch ook ingewikkeld, dat hele
mannen-vrouwen-gedoe.
donderdag 2 maart
Toch waar
Je krijgt er zoveel voor terug, zeggen ze vaak, van kinderen. Nou, de
man moest eerlijk toegeven dat hij zich wel eens mismoedig afvroeg wát
dan. En wannéér dan. En dat die bakken herrie, rotzooi en viezigheid die
ze overal om zich heen verspreidden het toch hopelijk niet waren. Maar
vandaag was er dan ineens weer zo'n moment waarvan hij wíst dat dát het
moest zijn. De man en zijn vrouw hadden hun jongens vanwege de vakantie
namelijk een dagje meegesleept naar Naturalis. En hoewel ze aanvankelijk
liever met hun riddertjes waren blijven spelen, ook de man zelf had nog
héél even geprobeerd het programma in iets luiers om te zetten, waren ze
snel om. En toen de jongste in de verte het skelet van een mammoet zag
staan maakte hij zelfs een luchtsprong van vreugde en jubelde het uit:
Aaah! Dit wordt het leukste dat ik óóit heb gedaan! Nou kijk, en daar
kon papa dan weer een tijdje op vooruit.
woensdag 1 maart
Zonderdraadloos
Nu zijn dochter was uitgevlogen en op
zichzelf was gaan wonen, zou de man haar kamertje in het ouderlijk huis
overnemen. Als werkkamer. Hij hoefde eigenlijk alleen te zorgen dat er
een internetaansluiting kwam, dan kon hij zijn computer erheen sjouwen
en beginnen, met werken. In zijn eigen kamer. Probleem was wel dat
daarvoor het hele huis maximaal diagonaal overbrugd moest worden. Met
kabel dus, had de man eigenlijk in zijn achterhoofd. Want íets, ervaring
waarschijnlijk, waarschuwde hem dat het boren van een stuk of zes,
zeven, acht, maakt niet uit hoeveel gaten door zijn bikkelharde
dubbelsteens muren en het zo strak en onzichtbaar mogelijk langs plint
en plafond wegwerken van vijfendertig meter helblauwe 5mm dikke kabel
hem misschien een halve dag zou kosten maar evengoed een stuk
makkelijker zou zijn dan het tot stand brengen van een draadloze
internetverbinding. Hetzelfde gezonde boerenwantrouwen fluisterde hem in
dat zijn computer nú tenminste probleemloos werkte maar dat iedere
verandering daar meedogenloos korte metten mee zou maken, en hem in een
verstikkende brij van foutmeldingen en vastlopers zou terugwerpen waar
hij dan door anderen weer uit bevrijd moest worden, als die anderen daar
tenminste nog tijd en energie voor hadden. Vandaag besloot de man echter
dat hij zich daar nu maar eens over heen moest zetten, over die rare
angst voor nieuwe dingen. Die ouwemannenachterdocht altijd. Dat hij eens
een beetje met zijn tijd mee moest gaan. Iedereen had tegenwoordig
draadloos internet, dus hoe moeilijk kon het zijn? Kijk: Easytoolkit,
stond er geruststellend op de peperdure doos. En ook: One Touch Setup
Button. Tien minuutjes, schatte de verkoper vriendelijk glimlachend
bij het afrekenen. Kon niet misgaan, succes meneer. En inderdaad hoor.
De man had gelijk gehad. Het verliep precies zoals hij zich in zijn
stoutste behoudende angstdromen had voorgesteld. Hij raakte hopeloos
verstrikt in onbegrijpelijke venstertjes, ondoorgrondelijke afkortingen,
sleutels en wachtwoorden van dan eens 16 en dan weer 26 tekens en een
tot razernij brengend soort encrypted engels waar hij vrijwel
geen woord van begreep. In niets leek ook maar iets op wat hem in de
flinterdunne gebruiksaanwijzing aan eenvoud werd voorgespiegeld. Na een
lange dag van ploeteren en heen en weer stampvoeten, van razen en tieren
tegen zijn steeds vastlopende computer, tegen de weigerende cd's en de
niet ondersteunde drivers, zijn kinderen die teveel lawaai
maakten en niet te vergeten de gewetenloze op geld beluste teringhufters
die hem deze waardeloze veel te dure rotzooi verkocht hadden, was de man
tegen middernacht eindelijk zo ver dat hij dus allang blij was dat hij
dan in elk geval mét draad het internet weer opkwam. Wát een
vooruitgang!
©200
6JosvanVenrooij