vrijdag 28 juli
Verjaarscadeau
Om zijn verjaardag te vieren liepen de
man en zijn voltallig gezin vandaag door de dierentuin. Sinds enige
jaren deden ze dat zo en het was een traditie geworden waar de man van
was gaan houden. Dit jaar liep er echter nóg iemand mee: de makelaar van
hun droomhuis. Die zou vandáág van zich laten horen, vanmorgen nog
plechtig beloofd, met een tegenbod. En als de man het een ander zag doen
ergerde hij zich luidruchtig, maar gezinsuitje of niet, vandaag keek hij
om de haverklap op het heilig schermpje, of hij niet een oproepje gemist
had. Of hij nog wel aanstond. En ander neurotisch gedrag. En ter hoogte
van de tijgers voerde hij, terzijde van zijn gezin, het bevrijdende
telefoontje. Even voorbij de pinguïns nog een tweede en voor hij het
zelf goed en wel door had, had hij als de eerste de beste permanent
bereikbare doorgewinterde carrièrepapa, tijdens een gezinsuitje in de
dierentuin, tussen de flesjes limonade en de ijsjes door, per mobiele
telefoon een huis gekocht.
donderdag 27 juli
Stap drie
Gistermiddag was de man nog
vastbesloten in de trein gestapt, na twee zéér enerverende dagen op
huizenjacht te zijn geweest, dwars door zijn planning heen, om door de moordende hitte naar huis te
rijden en dan in elk geval vandáág nog een hele dag wat aan zijn
opdrachten te kunnen werken. Maar hij kwam nergens toe. Als een gekooid
dier liep hij door zijn nog onverkochte huis, draaide rusteloze, opgejaagde rondjes om
de telefoon, zijn kansen overwegend en opnieuw overwegend, het ene
scenario verwisselend voor het andere en toch maar weer terug naar het
eerste, zichzelf tot rust en kalmte manend maar telkens toch weer
opspringend uit zijn stoel, vanachter zijn computer, zichzelf aansporend
toch iets te gaan dóen maar uiteindelijk alleen maar wachtend. Wachtend
op het bevrijdend telefoontje van de makelaar waar hij gisteren met het
hart in de keel een eerste bod op hun droomhuis had gedaan.
zondag 23 juli
Weekendje weg
met een kniesoor
Wat was het toch
vreselijk allemaal, dacht de man dat hij Gerard Reve zo ongeveer
citeerde terwijl hij de ontbijtzaal van het hotel rondkeek. Al die
fatsoenlijke mensen die zwijgzaam met elkaar aan tafel gekookte eitjes
zaten te eten. Met gewijde aandacht kuipjes doorzichtige jam en waterige
margarine zaten open te peuteren. Kleffe witte puntjes en een plakje
zweetkaas met mes en vork. Alsof het goddelijke traktaties waren, manna
uit de hemel. Het servet uitgevouwen op schoot en omstebeurt opstaan om
nóg een croissantje te halen, of een glaasje vieze jus d'orange, want
stel je voor dat iemand anders aan je tafeltje gaat zitten. En maar
malen met die kaken, en mekaar in de gaten houden. En de wetenschap,
inmiddels, dat hij hier en nu dus op geen enkele manier afstak bij deze
mensen.
vrijdag 21 juli
Mierenneukertje
Hoewel de man de afgelopen dagen weer lekker bezig was geweest in zijn
atelier, met twee leuke en betaalde opdrachten te gaan, lekker knutselen
en prutsen, muziekje op de achtergrond, beetje meezingen, kopje koffie
met een ateliergenoot, een praatje, had hij toch ergens weer dat aloude
bezwaarde gevoel dat hij zich hier dus zomaar aan de
verantwoordelijkheid van het
gezinsvakantieleven onttrok om in zijn atelier zogenaamde kunst te gaan
zitten knutselen. En dat dat eigenlijk niet mocht. Van wie het niet
mocht, dat wist hij niet. Maar hij kon er maar één bedenken.
donderdag 13 juli
Droomhuis gezocht
Met een op funda gesprokkeld lijstje
kandidaat-droomhuizen waren zijn vrouw en de man deze dagen op zoek
geweest naar een nieuwe plek onder de zon. De meeste huizen van het
lijstje vielen af. De beloofde vrijstaande stenen schuur, waar de man
zijn atelier al in had gepland, bleek dan bijvoorbeeld niet veel groter
dan een niet al te groot konijnenhok te zijn. En wat op funda nog de
vrijstaande stenen schuur had geleken, was in werkelijkheid het huis van
de buurman, de veel kleinere achtertuin tegelijk ook díens vrije
uitzicht. De geheel naar eigen inzicht in te delen zolder-etage liet
slechts de keuze tussen één kléin kamertje, of twee píepkleine
kamertjes. Het huis stond naast de plaatselijke boerenkroeg, met vrij
uitzicht op het parkeerterrein en de vuilniszakken tegen het tuinhek of
anders lag het bij nader inzien wel té ver weg van waar hun jongens op
school gingen. En negentig vierkante meter bleek in het echt toch ook
écht héél weinig te zijn. Eén huis bleef over. Eén huis dat steeds
terugkeerde in de gesprekken, de dromen over de toekomst. En daarvan
bleek dan dat er zeven landhuizen achter gebouwd gingen worden. Terzijde
van het vrije uitzicht. Een domper dus. Maar later gingen ze zich toch
afvragen, zijn vrouw en de man, of ze daar dan weer niet een beetje te
stads mee omgingen. Te arrogant, te veeleisend. Dat het uiteindelijk wél
een vrijstaand huis met een flinke tuin midden in de polder bleef. Héél
wat meer dan de tussenwoning met balkon en rondom buren op je lip en in
je nek. Kortom, het grote twijfelen was begonnen.
woensdag 12 juli
In de kring
Vandaag waren zijn jongens voor het
eerst een dagje op hun nieuwe school, in hun nieuwe klas, met heel veel
andere nieuwe kinderen bij hun nieuwe juffen. Om alvast een klein beetje
te wennen, aan al die nieuwigheid, voor straks, na de vakantie. Papa zat
met zijn oudste in de kring. Zijn oudste jongen, waarvan hij zich nog zo
goed kon herinneren hoeveel tijd en geduld het had gekost hem met een
gerust hart en zonder huilen in groep één achter te laten. Hoelang het
had geduurd voor hij echt met plezíer naar school ging. Hoe hij hem
daarvóór nog, jaren geleden alweer, dan maar weer van de peuterschool
mee naar huis terug had genomen, omdat hij het niet meer aan kon zien,
al dat bange verdriet. En nu zat hij daar, in die vreemde kring, naast een
vreemde juf met allemaal vreemde ogen op hem gericht. Het kostte hem,
zag papa, de grootste moeite de vragen van de juf te beantwoorden. Hoe
hij heette, en waar hij vandaan kwam. Korte, nauwelijks verstaanbare
antwoorden gaf hij. Hij vuurde ze af als pistoolschoten. Maar hij gáf
ze. Papa was trots als een pauw op zijn knul. En toen hij hem wat later
op de ochtend voorzichtig lachend aan een spelletje mee zag doen, liep
papa met tranen in zijn ogen zijn gesprek met de schooldirecteur
tegemoet. Want papa was misschien wel nét zo zenuwachtig geweest.
In de kring 2
Zijn jongste zoon had het
trouwens, volgens verwachting, heel anders aangepakt. Die kwam luid
toeterend zijn klas uitrennen dat hij al víer nieuwe vrienden had, en
twéé nieuwe vriendinnen. En dat het állemaal druktemakers waren. En dat
wilde papa best geloven. Dat verbaasde hem niks.
dinsdag 11 juli
Het groene, groene
gras
Daar stapte de man de trein uit, met
zijn jongens, na een lange, warme reis. Daar wandelden ze van het
perron, het station, het stadje uit, de polder in, langs uitgestrekte
weilanden naar de boerderij van hun vrienden. Al veertien jaar kwam hij
hier, zo af en toe, om een paar daagjes tot rust te komen. Zich te laven
aan het groen, de ruimte en de stilte. Al veertien jaar kwam hij hier
vrienden bezoeken. Nu liep hij hier voor het eerst in de wetenschap dat
hij er straks zou wonen. Dus ja, hij liep er toch een beetje anders dan
normaal. Met een andere kijk op de zaak. Een ander gevoel in zijn bast.
En al had hij er dan nog geen huis, voor het eerst kwam hij er thuis.
maandag 10 juli
Op orde
Het hele weekend waren zijn vrouw en
de man hard aan het werk geweest hun huis voor te bereiden op de komst
van de eerste kijkers. Met vereende krachten probeerden zij hun huis er
nog net op tijd zoveel mogelijk uit te laten zien alsof er keurig nette
mensen woonden die alles precies als het hoort voor elkaar hadden. Maar
tóch gezellig, ontspannen en sfeervol. Een hoognodig nieuw couponnetje
vinyl in de keuken, vegen, stofzuigen, dweilen en poetsen en een klein
overschot aan grote meubelstukken plus een laatste restantje
bouwmateriaal het huis uit, naar het atelier. Een pontificaal boeket
verse bloemen uit eigen tuin. Kasten die de afgelopen week in grote
haast waren volgestouwd met allerlei rotzooi waarvan ze hadden gedacht
dat het beter was dat de makelaar het niet zag en waarvan ze daarna
zéker hadden geweten dat het beter was dat het niet op funda kwam,
werden uitgeruimd en opnieuw ingericht, keurig netjes volgens een
systeem waar de man en zijn vrouw al vele jaren profijt van hadden
kunnen hebben als ze maar niet altijd te lui waren geweest het in te
voeren. En vanochtend stonden ze óndanks de vakantie op de gewone tijd
op, om voor negenen, wanneer de eerste kijker stond gepland, nog snel
even de laatste kruimeltjes van de grond te rapen, het aanrecht leeg te
ruimen en droog te maken, het vatendoekje te verstoppen, een handdoek
over de wasmand te gooien, een vergeten hoekje schoon te vegen, de
bloemen recht te zetten en na een allerlaatste kritische blik met licht
bezwaard gemoed het huis te verlaten. Want het huis zou wel denken..
zaterdag 8 juli
Het gum van de juf
Er werd ontzettend
veel afscheid genomen en van alles voor het laatst gedaan, deze weken.
En de man had het er moeilijk mee. Er werden hartelijke woorden
gesproken, lieve kaartjes en mails, cadeautjes. Herinneringen opgehaald,
aan hoe leuk het was met de man, met zijn vrouw, met hun jongens. Wat
een leuk gezin men hen vond. En hoe het nu verder moest zonder. En ja,
dat dééd de man nogal wat. Dat men zich dat afvroeg. Want zelf zou hij
daar niet zo op komen, eigenlijk. Tja. Ook zijn jongens hadden
cadeautjes gekregen, van hun juffen en meesters en vriendjes.
Vriendinnetjes. Zo had zijn oudste van zijn juf het gum van de juf
gekregen, een zeer bijzonder cadeau. En twee pootjes en twee vleugeltjes
van een kanarie, in een sigarendoosje. Die had de vader van de juf
speciaal voor hem afgeknipt, omdat hij de
zijne was
kwijtgeraakt aan de kat. Zijn jongste had van zijn vriendinnetje een
trui met een broek gekregen die hij onmiddellijk bij thuiskomst had
aangetrokken en het hele weekend niet meer had uitgedaan. Hij ging er
zelfs in naar bed. Dus kon de man het toch weer niet nalaten zich af te
vragen waar ze eigenlijk aan begonnen waren. Met hun wilde plannen van
het moet allemaal anders en beter. Dat het zo terugkijkend toch helemaal
nog zo slecht niet leek.
vrijdag 7 juli
Huis te koop
Het bord hing nu een paar dagen aan
het raam en het bijpassende liedje kreeg hij níet meer uit zijn hoofd.
Zijn huis stond inmiddels op funda, al was het zonder badkamer, en
langzaam rijdend omhoog kijkende vreemdelingen waren ook al
gesignaleerd. Maandag zouden de eersten de portiektrap beklimmen. De man
vond het een vreemd idee. Hij kende iedere vierkante centimeter ervan,
maar het voelde nu al een beetje als niet meer zijn huis.
donderdag 6 juli
Doet lijden
Vandaag namen zijn jongens afscheid
van hun school. Hun meesters en hun juffen, hun klasgenootjes en
vriendjes. Vriendinnetjes. Het was de laatste normale schooldag in twee
hectische laatste weken van zomerfeesten, sportdagen, schoolreisjes,
picknicks en circusvoorstellingen en vooral maar hálve daagjes naar
school. Beladen met grote zakken chips en snoep, koeken en bonbons voor
de meesters en juffen, kaarten met het nieuwe adres voor hun allerbeste
vrienden en een cameraatje om de laatste schooldag mee vast te leggen,
betraden ze hun lokalen. De juf van de oudste had een afscheidsboekje
gemaakt, met foto's van zijn zoon op school. De jongste zat kraaiend een
kadootje uit te pakken, van een zeer beteuterd vriendje dat hem, had
zijn moeder op de kaart geschreven, héél erg zou gaan missen. De
afgelopen weken had de man dat al heel vaak gehoord, dat men hem en zijn
vrouw en zijn jongens heel erg zou gaan missen. De man had het daar
moeilijk mee. Het maakte hem aan het twijfelen, omdat hij zag dat het
wáár was, al kon hij zich dat niet goed voorstellen. Daarom sloot hij
zich er een beetje voor af, probeerde hij nuchter, en flegmatiek te
blijven. Maar nu hij het vriendje van zijn jongste zoon in de ogen keek,
lukte dat plotseling niet. Met zilte ogen en een dikke keel, een hart
vervuld van twijfel, stapte hij op de fiets. Naar huis.
maandag 3 juli
Nieuw begin
Wat zijn beroep was, vroeg het
formulier, het aanmeldingsformulier voor de nieuwe school van zijn
jongens. Tja. Wat zou hij dáár nou weer eens invullen, draalde de man.
Op de opdrachtbevestiging van de makelaar stond hij als beeldend
kunstenaar vermeld. De makelaar had dat blijkbaar overgenomen uit de
koopakte van zeven jaar geleden. Toen durfde de man dat nog nét als
beroep op te geven. Tegenwoordig hield hij het liever op een aarzelend
freelance tekstschrijver. En dan schepte hij daar in noodgevallen zo'n
beetje een soort van carrière als zelfstandige bij op. Nu twijfelde hij.
Hij stond voor een nieuw begin tenslotte. Toen viel zijn oog op de
schooltijden die de nieuwe school hanteerde. En zag hij dat zijn jongens
het komend jaar niet alleen de wóensdagmiddagen vrij zouden hebben,
zoals nu het geval was, maar óók de dinsdagmiddagen en zélfs de donderdagmiddagen! Dat
was nieuw voor hem. Dat wist hij nog niet. Dat veranderde de zaak. Even
stokte zijn adem. Toen vulde hij berustend en opgelucht zijn huisman in, op het
stippellijntje.
zondag 2 juli
Het laatste
moment
Ondanks de dampende hitte had
de man besloten dat het vandaag de hoogste tijd was om een aantal
laatste klusjes in huis te doen. Straks stond de boel op internet en
konden ze ieder moment de eerste kijkers verwachten. En niet dat hij er
nou een veel hogere opbrengst van verwachtte, het was eerder een
merkwaardig soort eergevoel dat hem dreef, het zou toch aardig zijn
wanneer er dan weer dorpels onder de deuren lagen, wanneer er geen blote
peertjes meer aan stoffige snoertjes uit het plafond hingen, wanneer er
een fatsoenlijk zeiltje op de keukenvloer lag. Allerlei details waar
hijzelf al járen met liefdevolle vergevingsgezindheid overheen keek maar
die hem nu, nu hij zijn huis met de kieskeurige blik van anderen bekeek,
opeens storend in het oog sprongen. Dus terwijl het zweet van zijn
aangezicht gutste, zaagde hij eindelijk zijn dorpels op maat, hing de
lampen op die hij zijn vrouw vier jaar geleden voor haar verjaardag had
gegeven, een lamp in de keuken, de spiegel in het halletje. Het
medicijnkastje in de badkamer. Klusjes van niks, stuk voor stuk, maar
allemaal enorme verbeteringen. En het lag voor de hand dat de man zich
af zou vragen waarom hij dat allemaal niet eerder had gedaan, op een
koelere dag lang geleden. Maar ja, wat kocht je daarvoor?
zaterdag 1 juli
De schone
schijn
De dag voordat de makelaar
langs zou komen, om wervende en flatteuze foto's te maken van het huis,
had de man redderend en ontredderd door de kamers gedwaald. Om te redden
wat er te redden viel. Om zoveel mogelijk rotzooi achter de discrete
deuren van overvolle kasten te proppen en te stouwen, onder het bed en
onzichtbaar boven op andere kasten weg te werken. En om wat niet weg te
werken víel in elk geval af te stoffen, recht te leggen of netjes op te
stapelen. Om zo in de brochure maar vooral op internet de schijn van het
aangeprezen ruimbemeten vierkamer appartement een beetje op te houden.
Dáár zag hij bijvoorbeeld nog een flinke streep witte vogelschijt op de
dubbele beglazing van één van de openslaande stolpdeuren naar het zonnig
balkon aan de gezellige serre van de ruime kamer en suite met
schuifdeuren voorzien van origineel glas in lood. De man haalde een nat
lapje uit de keuken en poetste de witte streep fluitend van het glas.
Een werkje van niks. Alleen zat er nu dus een vrij grote ovaalvormige
wel zéér schone vlek op het glas, waardoor het vrije uitzicht op de
gezellige achtertuinen van de rustige onderburen er een heel stuk
helderder uitzag dan door de rest van het dubbel glas in de hardhouten
pui van 1996. De man besloot het grondiger aan te pakken, tenslotte was
hij huisman. Hij maakte een emmertje warm sop, vond na enig zoeken een
zeem en een rubberen trekker en waste voortvarend binnen- en buitenzijde
van de openslaande stolpdeuren én de ramen ter linker- en rechterzijde
daarvan. De hele benedenboel, zogezegd. Binnen een kwartier was het
gepiept. Streeploos schoon meneertje. Wel viel het nu weer erg op hoe
smerig de bovenlichten eigenlijk waren, zag de man. Dat was vast ook te
zien op de foto. Een beetje geërgerd haalde hij de keukentrap uit de
diepe gangkast naast de ruime entree, om ook de bovenboel dan in
godsnaam maar te zemen. Waarbij ondanks zijn mopperende pogingen dat te
voorkomen zóveel vuil water naar beneden liep dat hij zich méér dan een
beetje geërgerd genoodzaakt zag de benedenboel nog eens opnieuw te doen.
Zo was hij dus uiteindelijk meer dan een uur bezig geweest een
vogelpoepje van het raam te poetsen. Op de foto's van de makelaar zijn
de zonbeschenen ruiten van de hardhouten achterpui uiteraard zó
overbelicht dat je van al die goedbedoelde inspanningen helemaal niets
ziet.
©2006JosvanVenrooij