het bewijs
weblog van een huisvader
......................

 


uit het dagelijks archief:
april 2006
 





 

 

 

 

 

zondag 30 april
Augurken
En vandaag dus ook weer. Had de man zich eigenlijk voorgenomen, zoals hij zich dat trouwens wel vaker voorneemt, om de ochtend dan maar eens aan de kunst en de poëzie te wijden, hij was dit weekend alleen thuis tenslotte, en had er dus mooi de rust en de gelegenheid voor, maar op de één of andere manier werd hij zijn keuken in getrokken om verder te gaan waar hij gisteren was gebleven. Luid zingend wederom. En hij was lekker opgeschoten, dat moet gezegd. Toch was de man uiteindelijk niet tevreden. Want eigenlijk zou hij dus willen dat de kunst en de poëzie nou eens net zo hard of nog iets harder aan hem zouden trekken als zijn keuken. Of al die andere dingen die hij altijd maar voor liet gaan.

zaterdag 29 april
Eindsprint
Moest je hem nou zien, de man, moest je hem nou horen. Luid zingend van Aunt Dinah en Sir Duke klom hij zijn trappetje op en af, met gipsplaat en met stuc. Met schroefboor, rolmaat en plekspaan. Om na jaren van dralen en uitstel zijn keuken op te knappen. Het leek verdorie wel of hij er plezier in had.

vrijdag 28 april
Stap 2a
Zeven jaar al, woonden zijn vrouw en de man in dit huis. En al even lang duurde de verbouwing. Nou ja, de eerste vijf jaar was er het meeste gedaan. De laatste twee jaar had de man het er om allerlei redenen bij laten zitten, en was er een ontmoedigende waslijst ontstaan van onafgemaakte klusjes en dingen die eigenlijk ook nog altijd eens moesten gebeuren. Bovenaan deze lijst stond zonder enige twijfel de keuken. De keuken was als enige nog altijd zo goed als geheel in de oorspronkelijke staat. Alleen het schrootjesplafond had de man er op een actieve dag een keer zo'n beetje uitgetrokken, wat er aanvankelijk een paar weken als een verbetering uit had gezien, omdat die vreselijke schrootjes nu weg waren en er tenminste weer wat leek te gebeuren, maar wat de boel er ná die paar eerste weken eigenlijk alleen maar armoediger op had gemaakt, vanwege de links en rechts nog uitstekende restanten afgezaagd en afgebroken en losgetrokken schroot- en rachelhout dat de man er zo gauw niet helemaal af had kunnen krijgen, en het door vocht aangetaste en afbladderende kalkplafond dat onder de schrootjes vandaan was gekomen. En vanwege het feit dat er uiteindelijk dus nog altijd niks gebeurde. De muren gebladderd, een barst in de ruit en kapotgeslagen tegels. Het schilderwerk half afgebrand. De elektriciteit voor zolang met een snoertje onder het zeil weggewerkt, het couponnetje rood goedkoop vinyl dat de man er zeven jaar geleden handig in had versneden en dat inmiddels zó was versleten en vervuild en omgekruld dat zijn vrouw en de man zich er wel eens stilletjes voor schaamden, zelfs wanneer ze geen gasten te eten hadden. Zijn vrouw schaamde zich er trouwens ook wel eens hardop voor, zo af en toe, maar ook dat kon de man er niet toe brengen zijn verbouwing af te maken. Maar nu, nu hun plannen de stad te verlaten plotseling wel erg concreet begonnen te worden en ze hun huis misschien wel snel zouden willen verkopen, nú kreeg de man het op zijn heupen en nú moest de keuken er opeens op zijn mínst een beetje toonbaar uitzien. En dus was hij vandaag de hele dag met gipsplaten en laddertjes in de weer geweest, om een keurig nieuw plafonnetje te installeren en zat hij 's avonds met zware armen en zware benen op de bank niks meer waard te wezen en had hij vergevorderde plannen de komende week zijn laatste vrije dagen aan de rest van de keuken op te offeren. Dat een eventuele nieuwe bewoner de hele zooi er meteen de eerste de beste week weer uitrost kon hem niet deren. Hij had nou eenmaal het tevreden stemmende gevoel dat hij hiermee een grote bijdrage leverde aan het welslagen van hun plan. Dus dat liet hij maar zo.

donderdag 27 april
Wobbit
In de vijver in de tuin liet de man een nieuwe lichting kikkervisjes los omdat het nog steeds wel erg druk was in het plastic bakje op de schoorsteenmantel. Zijn jongens, voor wie dit uiteindelijk allemaal bedoeld was, hadden het té druk met hutten bouwen en takken slepen, dus papa mocht het wel doen. Met een nergens op slaande mengeling van trots en bezorgdheid zag hij de zwarte speldeknopjes de pot uit de vijver in zwemmen, de wrede natuur tegemoet. Dag kikkervisjes, voorzichtig maar hoor.

woensdag 26 april
Stap 1
Zijn vrouw was vanochtend wat giechelig van huis vertrokken voor haar eerste sollicitatiegesprek. En vanmiddag had de man haar in de tuin in een uitgelaten stemming aan de telefoon: het was heel goed gegaan. En zo léék het erop dat hun grote plan om de stad te verlaten binnenkort wel eens werkelijkheid zou kunnen worden. Dát was even wennen voor de man. Grote plannen had hij wel vaker. Werkelijkheid werden ze vrijwel nooit.

zondag 23 april
Ontsnapt
Vanochtend had papa dan eindelijk zijn zin en had hij zijn jongens een aardig tijdje aandachtig aan het aanrecht rond de kikkervisjes. Ze zouden er wat nieuw slootwater bij doen, met een nieuw plantje, en omdat het inmiddels wel héél erg veel kikkervisjes waren geworden, in dat kleine bakje, zouden ze er een aantal vangen om ze later ergens vrij te laten. Met een theekopje probeerde papa de kikkervisjes uit het bakje in een pannetje over te scheppen om ze tenslotte weer over te gieten in een weckpot, voor een veilig afgesloten vervoer terug naar de vrije natuur. Alles wat hij deed werd nauwlettend bewonderend gadegeslagen en van commentaar voorzien door zijn oh-ende en ah-ende jongens. Precies het soort vaderlijk tafereel waar papa zo dol op was en dat hij voor ogen had gehad. Hij genoot dan ook met volle teugen. Heel even leek het nog mis te lopen toen er een visje in de gootsteen terechtkwam. Plotseling werden papa's redderende pogingen het hulpeloos spartelende miniatuurvisje te pakken te krijgen gevolgd door twee verontwaardigd verschrikte gezichten, het oh en ah veranderde van toon. Wat dóe je nou, papa? Wat nog erger werd toen het beestje, door zíjn onhandigheid, bijna in het putje verdween, alles behalve de vrije natuur tegemoet. Maar gelukkig slaagde papa er nog net op tijd in dit te voorkomen, en het visje en de ochtend te redden.

zaterdag 22 april
Prioriteiten
Toen hij zich omdraaide van de flessenautomaat waren zijn jongens verdwenen. Nergens meer te zien. Nou hadden ze nogal achterop gelopen omdat papa geen zin had om steeds op ze te wachten en hij bovendien een tikkeltje geërgerd stevig doorliep vanwege het aanhoudende slap tegen elkaar aan giechelen en trekken en duwen dat dan ook weer zeer regelmatig werd afgewisseld met het maar níet af te leren op zéér hoge toon uitgesproken "wat dóe je?", gevolgd door een scheldwoord naar keuze, waar dan weer verder of opnieuw slap om gegiecheld kon worden. Maar nu waren ze dus weg. En dacht papa eerst nog even dat dát ze misschien zou leren wat beter op te letten, wat beter naar hem te luisteren wanneer hij riep van kom nou mee en loop eens door, al snel nam de bezorgdheid het over en toen hij ze na twee keer paniekerig de hele supermarkt rondrennen met zijn lege karretje bij de eieren weer terugvond was hij té opgelucht om echt boos op ze te zijn. Toen hij ze later vroeg of ze niet bang waren geweest beaamden ze dat gedwee. Vooral, was het maar goed dat papa dat niet eerder had geweten, toen ze elkáár ook nog waren kwijt geraakt, omdat de jongste eerst even een plakje kaas was gaan halen, op zijn vaste adresje.

Nepvlees
Bijna had hij het in zijn karretje gegooid. De man was nog even wat boodschapjes aan het doen want zijn dochter at mee vanavond en hij had wel kippepootjes en gehakt, maar geen vegetarische sojatroost in huis, en zijn dochter was al levenslang overtuigd vegetariër dus dat vond hij nou ook weer een beetje sneu, vandaar. En in het koelvak met nepvlees: de sojaschnitzels, de tofuburgers en de quornsteaks, had hij dus iets nieuws zien liggen. Ook zo'n wat waterige plak onbestemdheid in een groen plastic schoteltje met plastic folie en een milieuvriendelijk kartonnetje eromheen met een plaatje waarop je kunt zien hoe lekker het is, en hoe erg het op vlees lijkt. Quart heette het, zag de man en in de gauwigheid dacht hij dat het dan vast iets nieuws met quorn was, en dat het misschien best lekker kon zijn en in elk geval weer eens iets anders. Bijna had hij het in zijn wagentje gegooid. Toen zag hij op het milieuvriendelijke kartonnetje plotseling waaróm het Quart heette: het bevatte 25 procent vlees. Varkensvlees, ook nog. De andere 75 procent was van champignons gekleid. Nog nooit was minder vlees eten zó lekker lulde het milieuvriendelijke kartonnetje uit zijn nek. Er zullen vast halve garen zijn die dat dan weer gingen kopen, maar die betaalden dan dus wel dríe euro voor nauwelijks een half onsje varkensvlees dat dan ook nog eens was aangelengd met champignonneprut. Nog nooit was minder vlees eten zó lucratief voor de varkensvleesindustrie, schold de man, en gooide het schaaltje demonstratief terug in het koelvak. Dát was pas nepvlees.

zaterdag 15 april
Alles wat groeit
en bloeit
Na de succesvolle zoektocht naar kikkerdril, vorige week, stond er nu dan een plastic bakje slootwater op het balkon. Een miniatuurbiotoopje met flink wat modder op de bodem, piepkleine door het bruinige water heen en op en weer neer schietende beestjes, een paar waterplantjes met wortel en al, een flinke kluit kikkerdril en, sinds een paar dagen, de eerste dikkopjes. Dat was leuk voor de jongens, had papa gedacht. Kunnen ze eens vlak onder hun stadse neusjes meemaken hoe mooi de natuur wel niet in elkaar zit. En inderdaad vonden ze het, toen papa ze erbij riep voor de eerste visjes, enthousiast achgut en watlief en heel bijzonder. Maar toen papa vanochtend voorstelde de kikkervisjes te verzorgen, met wat versgehaald slootwater en een mespuntje tubifex, wees zijn oudste zoon al meteen naar zijn broertje. Dat díe daar vandaag voor aan de beurt was. En de jongste zuchtte er nog net niet bij, maar drukte zijn vader wel maar meteen op het hart dat hij de visjes alleen zou verzórgen. Hij ging er niet ook nog naar kíjken, want hij wilde meteen weer verder spelen, met zijn broer. En met de plastic dino's.

vrijdag 14 april
Geen reet aan
Hoewel hij heus zijn best wel deed, kon de man maar weer zeer moeizaam met het leven door één deur vandaag. Hij zette zich aan het tekenen met zijn jongens, voor mama's aanstaande verjaardag, maar ergerde zich vooral aan hun niet te stoppen slappe gegiechel. Hij ergerde zich ook aan de rotzooi in huis, de herrie bij de buren en de verpakking van de koffie. Op straat en in elke winkel werd hij, dankzij het mooie weer, vreselijk voor de voeten gelopen door ergerlijk luidruchtige en lelijke mensen, en hij zag niets dan hondenstront en veel te grote auto's. Zelfs bij de leuke jonge moeders in de speeltuin, die hun billen voor hem blootbukten, dacht hij alleen maar geërgerd: trek je broek omhoog!

donderdag 13 april
Elk nadeel
Van vroeger kon de man zich wel herinneren dat er dagen waren die maar niet óm wilden. Die wel weken leken te duren. Op de middelbare school had je trouwens zelfs zulke uren. Uren van vijftig minuten, waren dat dan ook nog. Van die dagen dat je al van alles en nog wat gedaan had, een boek uitgelezen, je kamertje opgeruimd, nieuwe boeken uit de bieb gehaald en bij oma op bezoek, en dan was het pas half elf. Van die dagen ook dat je helemaal níks deed, je tot ergernis van je ouders drie slagen in de rondte verveelde en dat het maar géén tijd voor de tv wilde worden. Die dagen bestaan niet meer. Dat zijn allemaal uren geworden. Van hooguit drie kwartier. Zelfs zo'n dag waarvan je bij het opstaan al merkt dat het helemaal niks gaat worden, met dit humeur, en die vroeger zeker een maand had geduurd, is voorbij vóór je het weet. Dus dat is dan wel weer een voordeel.

dinsdag 11 april
Pesies pesas
Al timmerend in zijn atelier ontdekte de man een vreemd trekje bij zichzelf. Nou ja, vreemd was het eigenlijk niet, het kwam hem zelfs wel bekend voor. Als hij geconcentreerd bezig was vertrok zijn gezicht zich telkens ongemerkt in een grimas waarbij zijn boventanden over zijn onderlip naar buiten schoven, met bijbehorende moeilijke blik. Net als hij zijn vader vroeger altijd had zien doen, bij klusjes en karweitjes. Zulke ontdekkingen maakten het er allemaal niet beter op.

zaterdag 8 april
Spijt
In de nieuwe buurt-Hema, waar zijn oudste zoon hem mee naar binnen had gevoerd, om er eens te kijken, stuitte de man op een goedkoop cdtje van Supertramp. Crime of the century. Ooit was dat één van de eerste elpees geweest die hij had aangeschaft, herinnerde hij zich meteen. Van zijn zakgeld waarschijnlijk, zo lang geleden. Een elpee die iedereen had. Móest hebben, vond ook de man in die tijd. Later veranderde dat en werd het juist muziek die je maar beter níet in huis kon hebben. De elpee, hoewel grijsgedraaid, werd een blok aan zijn been en verdween uit zijn platenkratten. Echt spijt had hij er nooit van gehad, tot hij hem vandaag, als goedkoop cdtje, bij de buurt-Hema zag staan. En besloot dat hij hier en nu moest terugkeren van zijn dwaling. Het was en bleef tenslotte een tijdloos document. Maar hoewel de man na zeker twintig jaar nog bijna alles wel mee kon zingen, hoorde hij óók meteen weer waarom hij hem weg had gedaan.

vrijdag 7 april
Schijtziek
Met zijn zonen ging papa vanmiddag op zoek naar kikkerdril, in het slootje in het park, om het wonder der natuur straks van dichtbij op de voet te kunnen volgen. Maar hoewel het parkje zo goed als dichtgespijkerd was met bordjes 'verboden voor honden' werden zij, zo speurend langs de oever, al snel gestoord door een groepje grote, harige en natúúrlijk loslopende honden. Luidblaffend dansten en sprongen ze om papa en zijn jongens heen, met grote vlokken slijm aan hun bek, modder aan hun poten en een kletsnatte pels van het slootwater. Angstig zochten zijn jongens hun heil bij hun vader, die echter ook niet veel meer wist te verzinnen dan een hulpeloos kst kst roepen. De eigenaressen van de honden, een kuierend gezelschap van vier doorsnee keurige normen en waarden dames, maakten geen haast hen te ontzetten. Als elke hondenbezitter gingen ze er blijkbaar van uit dat iedereen hun viervoeters net zo lief en aardig vond als zijzelf en dat daarbij ook niet op een beetje viezigheid gekeken werd. De keurige dames waren dan ook zeer verbaasd toen papa ze  nogal bits toebeet niet van hun schatjes gediend te zijn en dat het hier bovendien immers verboden was voor honden. Zéér verbaasd, waren ze. Én verontwaardigd. Wát een gezeur! Riepen de keurige dames. En wát een gezeik! En dat ze daar nou wel eens schíjtziek van werden. En nu liep papa zich de rest van de dag en waarschijnlijk de rest van het weekend en misschien zelfs wel de hele week af te vragen wat hij dáár nou in vredesnaam op had moeten zeggen.

Thuis
Ze kwam wat later, sprak zijn dochter gejaagd aan de telefoon, want ze had thuis nog een paar dingen te doen, vandaar. Even was de man in verwarring, want dan kon ze toch juist beter wat eerder.. maar toen begreep hij het: thuis, dat was inmiddels haar kamer. En dat was een goed teken, prentte hij zichzelf in. Dat was een goed teken.

donderdag 6 april
Perpetuum
Waar blééf toch al zijn kostbare tijd? Vroeg de man zich niet voor het eerst wanhopig af. Zó had hij het idee een lange ongerepte dag voor zich te hebben, waarin hij niet alleen de administratie kon bijwerken maar ook een nieuw liedje schrijven, een ontwerp maken voor een nieuw kunstwerkje, eerst nog even een restje wasgoed uit de weg kon vouwen, oh, en een nieuw hoofdstuk voor zijn site op poten zetten, foto's uitzoeken daarvoor, vast een opzetje maken voor een programma voor zijn nieuwe bandje en nog zo wat van die dingetjes die maar bleven liggen, en zó zat hij alweer op de fiets van school naar zwemles en weer terug, verreweg het meeste níet gedaan. De man had potverdomme wel eens het benauwende idee dat hij zijn godganse leven op een fiets met twee kinderen doorbracht, zwoegend tegen de wind, van huis naar school en meteen weer terug om ze alweer op te halen. En dan nog eens iets heel anders: vroeger had je paaseitjes met een zilverpapiertje eromheen dat je met een vingernagel een beetje open kon vouwen en het er dan in één beweging in zijn geheel af kon rollen. Dan kon je het zilverpapiertje, terwijl je je eitje zat te zuigen, op de tafel zó mooi gladstrijken dat het profiel van het paaseitje eruit verdween. Maar tegenwoordig sta je minutenlang een veel te dun zilverpapiertje in piepkleine stukjes tegelijk eraf te prutsen zodat je het eitje pas in je mond kan steken als je al zó geërgerd bent dat je het helemaal niet eens meer proeft. Zodat je meteen weer een nieuwe moet nemen.

woensdag 5 april
Welkom
Of er pitjes in dit brood zaten? Vroeg het vriendje van zijn oudste zoon dat een middagje kwam spelen met een kritische frons boven de prangende blik. Want dat lustte hij niet, brood met pitjes. En hij was trouwens ook vegetariër. Daarvóór had papa op school al een pittige discussie moeten voeren om het vriendje ervan te overtuigen dat hij toch echt zijn jas dicht moest doen, achterop de fiets door de koude wind dat hele eind naar huis, want dat vond het vriendje een beetje overdreven. En hij was de tram gewend, dus hij zat ook niet zo lekker, achterop een fiets. En deze tomaten vond hij te zuur. En dit appeltje niet lekker. Deze limonade een beetje te zoet. Toen hij zich vervolgens op vermoeide toon afvroeg waaróm hij eigenlijk geen hagelslagjes van de tafel en zijn bord af de kamer in mocht schieten, omdat het toch maar hele kleine hagelslagjes waren, bedacht papa zich dat het wel eens een hele lange woensdagmiddag zou kunnen gaan worden. En vroeg hij zich af of hij er wel verstandig aan had gedaan meteen zo ruimhartig aan zijn moeder aan te bieden dat het vriendje gerust ook kon blijven eten.

dinsdag 4 april
Vandaar
Eigenlijk had de man het deze weken helemaal niet zo slecht voor elkaar. Hij had behoorlijk wat tijd om in zijn atelier door te brengen, hij had een paar leuke kunstopdrachten waar hij aan kon werken, hij had een nieuw bandje op de rails, het werd langzaamaan toch duidelijk een beetje beter weer en in elk geval was in de tuin de lente definitief begonnen. Al met al voldoende redenen om volmaakt gelukkig en tevreden door het leven te gaan, dacht de man. En dat probeerde hij dan ook wel. Hij kon alleen niet zeggen dat het helemaal lukte. En dat zat hem dwars.


©2006JosvanVenrooij